Het doopsel is geen toverformule maar een gave van de Geest
Geliefde broers en zussen, goedendag!
We denken verder na over het doopsel in het licht van Gods Woord.
Het is het Evangelie dat de kandidaten verlicht en het geloofsantwoord opwekt: Het doopsel is inderdaad op bijzondere wijze ‘het sacrament van het geloof’, omdat het de sacramentele toegang is tot het geloofsleven. (Katechismus van de Katholieke Kerk (KKK), 1236). En het geloof is de overgave van zichzelf aan de Heer Jezus, die herkend wordt als een waterbron opborrelend tot eeuwig leven (Joh 4,14), het licht van de wereld (Joh 9,5), de verrijzenis en het leven (Joh 11,25), zoals de weg leert die de catechumenen, ook vandaag, afleggen om de christelijke initiatie te ontvangen. De catechumenen, onderricht door het luisteren naar Jezus, door zijn leer en door zijn werken, herbeleven de ervaring van de Samaritaanse vrouw, dorstend naar levend water, van de blindgeborene die de ogen kan openen en van Lazarus die uit het graf komt. Het Evangelie bezit de kracht iemand die het met geloof opneemt, te veranderen en te ontrukken aan het domein van de Boze en zo te leren de Heer met vreugde en nieuwheid van leven te dienen
Het gebed van de Kerk
Naar de doopvont gaat men nooit alleen, maar vergezeld van het gebed van heel de Kerk, zoals de aanroeping van de heiligen aangeeft die voorafgaat aan het exorcismegebed en de zalving met catechumenenolie. Het zijn gebaren die van in de oudheid aangeven aan hen die gaan herboren worden als kinderen van God, dat het gebed van de Kerk hen steunt in de strijd tegen het kwaad en hen vergezelt op de weg van het goede, hen helpt zich te onttrekken aan de macht van de zonde om over te gaan naar het rijk van de goddelijke genade. Het gebed van de Kerk.
De Kerk bidt en bidt voor iedereen, voor ons allen! Wij, Kerk, bidden voor de anderen.
Verbonden met de Kerk moeten wij voor de anderen bidden: Heer, ik bid U voor wie in nood verkeert, voor hen die niet geloven … Niet vergeten: het gebed van de Kerk gebeurt voortdurend. Wij moeten aansluiten bij dat gebed en bidden voor heel het volk van God en voor hen die nood hebben aan het gebed. Om die reden wordt de weg van de volwassen catechumenen getekend door herhaalde exorcismen uitgesproken door de priester (cf. KKK, 1237) dat wil zeggen door gebeden die de verlossing afsmeken van al wat van Christus verwijdert en de intieme verbondenheid met Hem verhindert. Ook voor de kindjes wordt aan God gevraagd ze te bevrijden van de erfzonde en ze te wijden tot verblijf van de Heilige Geest (Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel, 1980, nr. 26). De kindjes.
Bidden voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van de kindjes. Het is een manier om de kindjes door het gebed te beschermen.
Zoals de evangelies getuigen heeft Jezus zelf de demonen bestreden en verjaagd om de komst van het Rijk van God aan te duiden (cf. Mt 12,28): zijn overwinning op de Boze schept vrije ruimte voor de heerschappij van God die blij stemt en verzoend doet leven.
Strijden tegen de geest van de Boze
Het doopsel is geen toverformule maar een gave van de Heilige Geest die, aan wie het ontvangt, in staat stelt tegen de geest van de Boze te strijden door te geloven dat God zijn Zoon naar de wereld heeft gezonden om de macht van de Boze te breken en de geest van het kwaad in ons te doven, om ons te ontrukken aan de duisternis en over te brengen naar het Rijk van zijn wonderbaar licht (Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel, 1980, nr. 26). Door ondervindeng weten we dat het christelijk leven voortdurend aan bekoring onderhevig is, vooral aan de bekoring zich te verwijderen van God, van zijn wil, van de gemeenschap met Hem, om terug te vallen in strikken van de wereldse verlokking.
Het doopsel bereidt ons voor op en geeft ons kracht voor die dagelijkse strijd, ook voor de strijd tegen de duivel die – zoals de heilige Petrus zegt – rondwaart als een leeuw om ons te verslinden en te vernietigen.
Zalving met olie
Naast het gebed is er de zalving met catechumenenolie op de borst. Hierdoor ontvangt de dopeling de kracht om de duivel en de zonde af te zweren alvorens naar de doopvont te gaan en daar tot nieuw leven herboren te worden (Zegening van de heilige oliën, Vooraf, nr. 3). Olie heeft het vermogen in de huid te dringen en zo goed te doen. In de oude tijden besproeiden de worstelaars zich met olie om hun spieren te versterken en om gemakkelijker uit de greep van de tegenstander te blijven. In het licht van dit symbolisme hebben de christenen van de eerste eeuwen het gebruik overgenomen om het lichaam van de doopselkandidaten te oliën; Dat gebeurt met de olie die door de bisschop werd gezegend met de bedoeling door middel van dit teken van de verlossing de macht van Christus de Verlosser aan te duiden die sterk maakt om tegen het kwaad te strijden en het te overwinnen (cf. Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel, 1980, nr. 27 bis)
We zijn niet alleen
Het is vermoeiend tegen het kwaad te strijden om zo aan zijn misleidingen te ontsnappen en, na een uitputtend gevecht, op kracht te komen. We moeten echter beseffen dat heel het christelijke leven een strijd is. Maar evenzeer moeten we voor ogen houden dat we niet alleen zijn, dat de Moeder Kerk bidt, dat haar kinderen, herboren door het doopsel, niet zouden ten ondergaan door de valkstrikken van de Boze maar ze zouden overwinnen door de kracht van het Pasen van Christus. Gesterkt door de verrezen Heer, die de vorst van deze wereld heeft overwonnen (cf. Joh 12,31), kunnen ook wij met het geloof van de Heilige Paulus herhalen: Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft (Fil 4,13).
Wij allen kunnen overwinnen, alles overwinnen, dankzij de kracht die van Jezus komt.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc