Luc De Vos over het doopsel en geloof
Gentenaar Luc De Vos was een populaire figuur in zijn stad. Hij stierf in 2014 op 52-jarige leeftijd. Behalve zanger en volksmens was De Vos ook christen. In Nieuw Leven, een magazine over het doopsel van uitgeverij Halewijn, getuigde hij in 2011 over het belang van het eerste sacrament.
We publiceren hier de volledige tekst.
De liefde sterft niet, ze is sterker dan de dood
Luc De Vos: 'Dat ik gedoopt ben, heeft zeker betekenis voor mij. Ik geloof niet dat het christendom op zijn einde loopt. Die traditie bestaat nu al meer dan 2.000 jaar en volgens mij krijgt de twijfel van onze beperkte postmoderne tijd dat niet kapot. De wetenschap is niet aan het einde van haar Latijn, de religie evenmin.
Wetenschap en religie gaan perfect samen.
Sommigen beweren: de mens bestaat voor 99 procent uit water en beenderen, slechts voor 1 procent uit geest. Voor mij geldt het omgekeerde: de geest, de ziel is het wezenlijke van ons menszijn. Ik noem dat ‘de droom’. Daar gaat het om in het leven: geloof, hoop en liefde. Verlangen naar eenheid, naar wat de mens te boven gaat.'
Blij dat ik gedoopt ben
'Iedereen vult dat persoonlijk in. Was ik in China geboren, dan was ik wellicht een boeddhist. Maar ik leef nu eenmaal in die katholieke traditie. En ik ben daar blij om. En, ja, ik ben ook blij dat ik gedoopt ben.
Rituelen zijn wezenlijk. Ze zijn de uitwendigheden van de droom.
Voor christenen is het doopsel cruciaal. Dat soort ‘barbaarse symbolen’ ontroert mij. Het woord ‘barbaars’ leen ik van wijlen Johan Anthierens. Die rituelen dateren inderdaad van voor de explosie van de wetenschap, ze groeiden organisch uit de oerervaring van een volk. Niet jij kiest ze, zij kiezen jou. Terwijl Anthierens vond dat je ze daarom moest afzweren, vind ik ze net mooi. Ik ben trots deel te hebben aan die oersymbolen van water en vuur. Zouden wij, postmoderne blasé geworden mensen, werkelijk zo anders zijn dan die mensen van toen?'
Hoe moet dat met de mensheid?
'Ik vind niet dat je een kind later zelf moet laten beslissen of het wil worden gedoopt. Ik heb uit volle overtuiging mijn zoontje laten dopen. Natuurlijk gaat het op zo’n moment vooral om de keuze en de overtuiging van de ouders. Maar je laat je kind toch ook niet zelf zijn naam kiezen? Die opvatting van zelfbepaling en vrijheid deel ik niet. Je bent nooit totaal vrij, zeker als kind niet. Er is geen zuiver denken, alleen menselijk denken, met al zijn bepaaldheden. En zo is het goed.
Dat is niet beknellend.
Het mooie aan onze God is dat Hij zijn schapen laat kiezen: je hoeft niet bij de kudde te blijven. Ik ben daar als puber ook losjes mee omgesprongen. Maar vanaf pakweg mijn dertigste, is dat mij opnieuw sterk gaan bezighouden. Met het stijgen der jaren, word je contemplatiever. Je vraagt je af: Hoe moet dat met de mensheid, met dit leven en wat mogen we verwachten na dit leven? In het christendom leeft de hoop dat de liefde niet sterft, maar sterker is dan de dood. Die hoop probeer ik gestalte te geven als zanger en schrijver. En misschien kan dat zo ook iets voor andere mensen gaan betekenen.'
Zo goed en zo kwaad als dat gaat
'Ik ben nogal reflexief met het geloof bezig. Maar ik probeer het ook zo goed en zo kwaad als dat gaat, te beleven. Ik tracht de eucharistie een plaats te geven in mijn leven, al is dat in een artiestenbestaan niet altijd evident. Soms stap ik zomaar een kerk binnen. Onlangs ben ik helemaal naar Amiens gereden om er de kathedraal te leren kennen – een ingrijpende ervaring. Vorig jaar ben ik naar Lourdes getrokken, op uitnodiging van de KSA van West-Vlaanderen.
Daar heb ik iets begrepen van Jezus’ woorden: Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.
Natuurlijk weet ik dat de Kerk door de verleiding van de macht fouten heeft gemaakt. Maar dat raakt de kern niet. Mensen maken nu eenmaal fouten. Ik betreur dat, maar God heeft daar niets mee te maken. Hij huilt om onze fouten.'
Bron: Nieuw leven, Peter Vande Vyvere en Johan Van der Vloet (red.), Halewijn, Antwerpen 2011. Bestel dit magazine.