2 werkboeken die je als catechist absoluut wil ontdekken
Bij de aanvang van het nieuwe werkjaar, ook voor de eerste communie- en vormselcatechese, zullen weer heel wat catechisten(-groepen) de vraag stellen naar goed materiaal. In deze bijdrage wil ik een aanbeveling doen. Deze is natuurlijk niet exclusief, maar ik wil toch twee projecten onder de aandacht brengen die een stuk beter zijn dan sommige andere! Ik stel ze in dit kort bestek slechts summier voor, en ga vervolgens vooral in op waarom ik ze selecteer.
Twee projecten
De beide projecten die ik wil aanbevelen zijn van Liesbeth Stalmeier, stafmedewerkster van het bisdom Rotterdam, en worden uitgegeven bij Adveniat.
- Blijf dit doen is een eerste communieproject uit 2012. Het omvat een werk- en een begeleidersboek en brengt een catechumenale benadering, dus een kennismaking met geloof, kerk en eucharistie naar het model en de pedagogie van de weg van de geloofsleerling. Het project start met een ouderavond en een bijeenkomst voor ouders en kinderen. Dan volgen 6 bijeenkomsten met de kinderen, met na de 4de bijeenkomst een 2de ouderavond en net voor de communieviering een moment van inkeer, dat ook wel elementen biedt voor een viering van het sacrament van de verzoening. Na de communieviering volgen nog twee samenkomsten met de kinderen.
Het vormselproject In vuur en vlam dateert al van 2008. Ook dit project omvat een werk- en een begeleidersboek en brengt een catechumenale benadering. Het omvat 6 bijeenkomsten met de jongeren voorafgaand aan het vormsel, en 2 erna. Aan het begin en ongeveer halverwege zijn 2 ouderavonden voorzien.
De ondertitel missionair vormselproject verwijst in het project In vuur en vlam naar het vormsel als sacrament dat ons kracht geeft tot getuigenis, om ons geloof uit te dragen (Begeleidersboek, p. 7).
Daar heb ik een kleine bedenking bij: is dat geloof wel voldoende aanwezig bij de jongeren om het uit te dragen?
Met deze ondertitel legt dit project de klemtoon op wat eigenlijk de 2de theologische betekenis is van het vormsel: het schenkt ons kracht tot getuigenis. Maar de eerste theologische betekenis van het vormsel is dat dit sacrament ons doopsel bevestigt: het initieert ons verder in het gelovig worden. Dat komt naar mijn mening iets te weinig uit de verf, al is de initiatie gelukkig wel aanwezig in de thema’s van de samenkomsten. En toegegeven: je wordt ook verder christen door met je aarzelende geloof aan de slag te gaan.
Kortom: wie met dit project aan het werk gaat, en dat blijft een aanrader, mag dus niet uit het oog verliezen dat de beste toerusting voor jongeren opdat zij het geloof uitdragen, erin bestaat hen binnen te leiden in dat geloof, in al zijn dimensies, en hen zo te helpen het te leren (be-)leven.
Waarom aanbevelenswaardig?
Ik wil hier niet vergelijken, en nogmaals, ik beweer niet dat er geen andere degelijke projecten voorhanden zijn voor eerste communie en vormsel. Ik leg enkel even voor wat ik waardeer in deze projecten.
- Beide bieden een duidelijke en open, christelijke en katholieke identiteit aan. Dat is er één zonder heimwee naar het verleden, conservatisme of doen alsof de vroegere katholieke cultuur zomaar verder kan worden aangereikt aan kinderen en jongeren van vandaag. Maar ook zonder aanpassingsdrang en het soort modernisering waarbij reeds de heilige Thomas van Aquino in de 13de eeuw opmerkte dat wij van de verrassende wijn die Jezus aanbood in Kana, niet opnieuw water moeten willen maken dat iedereen al lang kent… In deze projecten wordt met de kinderen en jongeren op weg gegaan, daar vertrekkend waar zij zich zoal kunnen bevinden, en worden de basics van het geloof aangereikt. Vergeet niet de sticker van het nieuwe Onzevader in te kleven!
- Beide projecten nemen de kinderen of jongeren au sérieux. De kinderen en jongeren worden enigszins naar boven toe aangesproken: zij worden eerder iets ouder dan hun leeftijd ingeschat. Dat is ook wat zij graag willen! Dodelijk voor de catechese is het onderschatten van de kinderen in hun leeftijd en mentaliteit.
En een vuistregel die ik van godsdienstpedagoog Luc Aerens leerde: wat niet interessant is voor volwassenen, is het meestal ook niet voor kinderen.
Welnu, de catecheses in deze projecten zijn ook interessant voor de catechisten.
- Maar ook de ouders worden ernstig genomen. Deze worden niet dadelijk aangesproken als de christelijke opvoeders die met het doopsel van hun kinderen een keuze hebben gemaakt en dus kunnen worden verondersteld het geloof te willen doorgeven aan hun kinderen. Vaak zijn zij zelf zoekend of nog niet zoekend, en zij kunnen hopelijk het geloof wat hervinden of nog voor het eerst vinden doorheen de catechese. En dat is ook van belang voor hun kind. Zonder overdrijving mag men stellen dat eerste communiecatechese zonder betrokkenheid van de ouders nauwelijks zin heeft: dit is een catechese voor gezinnen – met hun communicant.
Ook voor vormelingen die al iets zelfstandiger door het leven gaan, blijft het betrekken van hun ouders bij de catechese uiterst belangrijk.
- Tenslotte zijn beide projecten ook in heldere modules opgesplitst die aangepast of los gebruikt kunnen worden, zodat ze integreerbaar zijn in verschillende contexten. Daarmee heeft ook het volgende punt te maken.
Ook goed materiaal is slechts een deel van het verhaal
Goed materiaal kan niet alles oplossen, en dat blijkt ook hier op een dubbel vlak.
Deze beide degelijke projecten lijden toch nog een beetje aan het euvel dat zij te weinig gedacht en uitgewerkt zijn binnen het leven van een parochie of kerkgemeenschap. Daarom bevelen we in de Vlaamse kerk al langer aan om de gemeenschap zelf te beschouwen als het eerste leerboek voor de kinderen. Leren christen zijn doe je immers niet uit een boekje, maar vooral door mee te doen met de gemeenschap van christenen.
Zo zou ik er persoonlijk voor pleiten om niet enkel de liederen aan te leren die de projecten suggereren, maar vooral ook liederen die jouw kerkgemeenschap vaker zingt. Ook het moment waarop de catechese plaats vindt blijft heel belangrijk, haar band met de parochie, de uitnodiging tot de zondagsviering… Catechese moet een toelichting zijn bij een gebeuren, zo niet spreek je over iets (neem nu de mis) waaraan voor de meeste kinderen en jongeren geen werkelijkheid beantwoordt! De deelneming aan het kerkgebeuren dient daarom als hoogste prioriteit permanent bewaakt te worden in de catechese. Want dat is de kernbetekenis van initiatie.
Meer achtergrond hierbij vind je in twee brochures die in de afgelopen jaren verschenen in de Vlaamse kerk: Pastoraal bij het vormsel – catechese en gemeenschap, Licap, 2011 (waarin ook veel tips staan die even goed gelden voor de eerste communiepastoraal); en De sacramenten van de christelijke initiatie bij kinderen en jongeren vandaag - Oriëntaties voor een missionaire vernieuwing, Licap, 2013.
Maar intussen blijft het zo dat ook in een catechese opgevat als een kennismaking met het geloof en de kerkgemeenschap, in de praktijk toch de vraag blijft naar een degelijke inhoudelijke component. En daaraan komen deze projecten, ingepast in de initiatie, tegemoet.
Tenslotte kan een goed project desondanks niet de ruimere vragen van de initiatiepastoraal oplossen zoals die zich in onze missionaire context aandienen. Er leven heel wat vragen over de leeftijd van de eerste communie en het vormsel, en over de best mogelijke volgorde van de initiatiesacramenten naar de toekomst toe: vragen waarover de vermelde brochures meer vertellen. Over deze vragen wordt verder nagedacht. Maar in afwachting van de antwoorden die zij krijgen, kom je alvast een eind verder met beide voorgestelde projecten, vooral als ze worden ingebed in een levendige pastoraal van eerste communie en vormsel.
Aan alle catechisten een vruchtbaar en deugddoend jaar gewenst!