6 favoriete kunstenaars van kardinaal Danneels
Kardinaal Danneels hield van kunst en verzamelde een aantal mooie stukken. Zijn privécollectie werd tentoongesteld en opgenomen in het boek Uit de kunst (Halewijn, 2009). Daarin schreef hij een ode aan 'het schone'. Enkele citaten en 6 favoriete kunstenaars.
Kardinaal Danneels over schoonheid in 'Uit de kunst'
Het schone is niet alleen een vorm van hoop, het is de metamorfose van de hoop. Het schone is praktisch synoniem met hoop en gratuïteit. Ik ben er innerlijk van overtuigd dat het schone therapeutisch is. Het is een therapie aangepast aan onze tijd.
Ik ben overtuigd dat Dostojevski gelijk heeft wanneer hij schrijft: De schoonheid zal de wereld redden. Maar laten we elkaar goed begrijpen, het schone is niet alleen esthetisch mooi, dat laatste is er een vorm van. Het schone is veel groter, meer omvattend, verhevener dan het esthetisch schone.
Het schone is zoals de Grieken het hebben bepaald wanneer ze zeiden: kalos kagathos. Kalos betekent ‘schoon’ en agathos ‘goed’, kalos kagathos is een mengeling van die twee. De term die er in onze taal het best mee overeenkomt, is ‘edel’.
De menselijke adel, dat is het schone.
Laten we ons dus niet vergissen als Dostojevski zegt: Het schone zal de wereld redden. Het betekent niet alleen de kunst zal de wereld redden; het wil zeggen de menselijke adel zal de wereld redden. Schoonheid is er de glans van.
De moderne mens, die zijn verleden vergeten is, is een kosmonaut in zijn capsule: hij drijft, hij is verbonden met niets en op elk moment moet hij zich aan dit of dat ding vastgrijpen om zich te stabiliseren. Het schone verankert ons in de lange geschiedenis van wie aan ons zijn voorafgegaan.
Alle kunst draagt iets van het verleden in haar genen, in haar DNA.
Zelfs als iets de indruk geeft volledig nieuw te zijn, werd het reeds uitgevonden. Dat is waarom men in de moderne kunst duidelijke sporen vindt van primitieve kunst. Onze voorliefde voor die vormen komt door het feit dat de primitieve kunst onze grootvader is en zelfs onze vader.
Het schone is dus fundamenteel therapeutisch omdat het een zeker geheugen impliceert, een geloof. Het geloof is geheugen.
Het schone impliceert eveneens het feit met een toekomst verbonden te worden. Het is een cultuur van de toekomst en een visie over de toekomst.
Er zijn twee grote verleidingen die echt deprimerend zijn: enerzijds de afwezigheid van verbeeldingskracht, de obsessie van het verleden, het gebrek aan hernieuwing, een soort slecht classicisme, en anderzijds het stoutmoedige vertrouwen in nieuwigheden.
Het schone creëert evenwicht. Het bereidt de toekomst voor, kondigt ze aan, ziet ze aankomen omdat het noch stoutmoedig noch leeg aan verbeeldingskracht is en omdat het altijd vooruitkijkt op wat zal komen. Het wordt diepgaand doordrongen door de hoop.
Het schone geneest al onze verwondingen. Het geneest eerst van de terreur van het nuttige, van de terreur van het zuiver economische, van de zuivere techniek, van de zuivere berekening. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat wij in onze steden en dorpen, naast technische plaatsen van elektriciteits-, telefonische of andere centrales, ook plaatsen voor schoonheid hebben.
Ik heb nog nooit op een zomeravond gezien dat men samen dicht bij een elektriciteitscentrale gaat zitten.
Wij kiezen een plaats waar er een standbeeld is, een beeldhouwwerk, een mooi gebouw.
Ik vraag me af of het schone niet de weg bij uitstek is om God te vinden. God is natuurlijk waar, hij is goed en hij is schoon. De deur van de waarheid opent zich soms moeilijk voor onze tijdgenoten omdat onze tijdgenoten een aangeboren zin voor scepsis hebben.
Wat is waar? Wij zijn eigenlijk allemaal kleine Pilatussen door ons dat af te vragen.
De waarheid schijnt ons niet te interesseren in eerste instantie, zij is onbereikbaar en wanneer men ze vindt, wordt men ervan verdacht pretentieus en arrogant te zijn.
Bij God binnengaan door de deur van het goede is echter ook moeilijk geworden. De ethiek is tegenwoordig een moeilijke deur om toegang te hebben tot God: als God goed is, is Hij te goed voor mij. Ik ben niet in staat om zoals God het goede te doen. Ik schiet altijd te kort. Wij zijn diepgaand overtuigd door de ervaring en een beetje ook door de angst dat wij onbekwaam zijn om ethisch te leven.
Een perfecte God ontmoedigt ons en een ware God overschrijdt ons.
Maar als men door de deur van het schone binnengaat, vallen alle weerstanden weg. Toon jongeren het schone in God door te zeggen dat Hij zelf de schoonheid is. Ik zeg niet dat dit hen allemaal zal veranderen, maar er is ten minste geen weerstand.
Van het boek 'Uit de kunst', waarin ook de volledige tekst van bovenstaand fragment staat, zijn nog slechts enkele exemplaren beschikbaar bij Uitgeverij Halewijn. Bestellen kan via bestellingen@halex.be.