Abt Jeroen De Cuyper over het belang van stilte
‘Het lijkt wel alsof we met het lawaai onze angst voor transcendentie, voor datgene wat onze zintuigen te boven gaat, willen bezweren. We willen altijd maar genieten, we hebben de mond vol van leven in het hier en nu, maar zodra het leven wat tegenzit, vallen we in een diepe put. Iedereen moet altijd maar flexibel zijn, tot ineens alle spankracht uit ons lichaam of onze geest is verdwenen en we inzien hoe luid en snel en druk alles wel is.’
Aan het woord is abt Jeroen De Cuyper van de abij van Tongerlo. Hij is één van de vele getuigen in het boek De nieuwe stilte - Op zoek naar rust in een wereld die almaar luider wordt (Polis, 2020). In dat boek willen journalist Lander Deweer en componist Jan Swerts de vraag beantwoorden of de wereld écht alsmaar luider is geworden, en hoe we het tij nog kunnen keren. Deweer en Swerts praatten daarvoor met (heel wat) neoklassieke muzikanten, maar ook filosofen, cardiologen, stadsplanner en ook dus abt Jeroen De Cuyper. Die zegt onder meer: ‘Door de vele impulsen, de gejaagdheid van het moderne leven en de dictatuur van de genotscultuur staat onze innerlijke verstilling onder druk. Ik merk het zelfs hier, bij de zeldzame concerten die ik in de kerk laat plaatsvinden.
Tijdens het concert is het muisstil, maar onmiddellijk na het slotakkoord herstelt de markt zich.
Voor een uurtje culturele, esthetische, kunstmatige verstilling betalen de mensen met plezier aardig wat geld, maar de poorten van de kerk zijn nog niet open of daar komen de eerste telefoons alweer tevoorschijn. Ik kan dat maar niet begrijpen.’