Afgunst leidt tot haat - paus Franciscus [catechese]
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vandaag gaat onze aandacht naar twee belangrijke ondeugden die wij aantreffen in de lijst die de spirituele traditie ons heeft overgeleverd: de afgunst en de verwaandheid.
We beginnen met de afgunst. De lezing van de Heilige Schrift (cfr Gen 4), leert ons dat zij een van de oudste ondeugden is. De haat van Kaïn tegenover Abel barst los wanneer hij bemerkt dat het offer van zijn broer God welgevalliger is. Kaïn was de eerstgeborene van Adam en Eva. Hij had zich het grootste deel van de ouderlijke erfenis toegeëigend. Het volstaat dat Abel, de jongere broer, in een kleine onderneming slaagt om Kaïn te ontstemmen.
Het gelaat van de jaloerse is steeds bedroefd: de blik neergeslagen als was hij voortdurend op zoek in de aarde.
Maar feitelijk ziet hij niets, omdat de geest vervuld is van gedachten vol slechtheid. Indien de afgunst niet in de hand gehouden wordt, voert zij tot het haten van de ander. Abel wordt vermoord door de hand van Kaïn, die geen blijf wist met het geluk van zijn broer.
Men wenst de ander het kwade toe
De afgunst is een kwaad dat niet slechts in de het christelijk milieu voorkomt. Filosofen en wijzen van alle culturen hebben het ter sprake gebracht. Haar fundament wordt gevormd door een relatie van haat en liefde. Men wenst de ander het kwade toe, terwijl men heimelijk hoopt te zijn zoals hij/zij. De ander is de openbaring van wat we zelf zouden willen zijn maar in werkelijkheid niet zijn. Zijn geluk schijnt ons een onrechtvaardigheid. We denken dat wij zeker veel meer recht hebben op zijn successen of zijn geluk!
De wortel van deze ondeugd is een vals beeld van God. Men aanvaardt niet dat God een eigen “rekenkunde” heeft, verschillend van de onze. Bijvoorbeeld. In de parabel van Jezus over de arbeiders die door de eigenaar op verschillende tijdstippen geroepen worden om in zijn wijngaard te gaan werken. De eersten denken dat zij recht hebben op een groter loon dan diegene die laatste begonnen zijn. Maar de eigenaar geeft aan allen hetzelfde loon en zegt: “Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad omdat ik goed ben?” (Mt 20,15). We zouden aan God onze egoïstische logica willen opdringen.
De logica van God daarentegen is de liefde.
De goederen die Hij ons geeft, zijn gemaakt om gedeeld te worden Daarom spoort de Heilige Paulus de christenen aan: “Bemint elkander hartelijk met broederlijke genegenheid. Laat uw ijver niet verflauwen” (Rom 12,10). Dat is de remedie voor de afgunst!
Anderen overmeesteren
Laten we het nu hebben over de andere ondeugd die we vandaag voor ogen hebben: de verwaandheid. Deze loopt gearmd met de duivel van de afgunst. Beide zijn ze eigen aan iemand die het centrum van de wereld wil zijn. Vrij om alles en iedereen uit te buiten, voorwerp van alle lof en van alle liefde.
Verwaandheid is opgeblazen zelfwaarde zonder fundament.
Verwaande mensen hebben een hinderend ‘ik’: kunnen niet meeleven en merken niet dat er in de wereld nog andere mensen zijn buiten hen. Hun relaties zijn steeds instrumenten gekenmerkt door de neiging om de ander te overmeesteren. Hun persoon, hun ondernemingen, hun successen moeten aan allen getoond worden: zij zijn eeuwige bedelaars naar aandacht. En als soms de kwaliteiten niet erkend worden, dan wordt men wreedaardig woedend.
De anderen zijn onrechtvaardig, begrijpen niet, zijn niet op de hoogte.
In zijn teksten beschrijft Evagrio Pontico het bittere verhaal van een monnik die lijdt aan verwaandheid. Het gebeurt dat hij, na eerste successen in het geestelijk leven, denkt dat hij gearriveerd is. Hij trekt de wereld in om zijn lofprijzingen in ontvangst te nemen. Hij beseft niet dat hij pas aan het begin van de spirituele weg staat en dat een bekoring op de loer ligt die hem weldra zal doen vallen.
Vals zelfbeeld
Om een verwaande te genezen geven de geestelijke meesters niet veel hulpmiddelen. Immers, in de grond draagt het kwaad van de verwaandheid haar geneesmiddel in zichzelf: de lofprijzingen die de verwaanden in de wereld hoopten te oogsten, keren zich snel tegen hen. En vele mensen, misleid door een vals zelfbeeld, zijn tot zonden gekomen waarvoor zij zich snel zouden schamen!
De mooiste wegwijzer om de verwaandheid te overwinnen, vinden we in het getuigenis van de Heilige Paulus.
De Apostel moest steeds afrekenen met een gebrek dat hij nooit kon overwinnen. Driemaal vroeg hij de Heer hem van die kwelling te genezen. Uiteindelijk gaf Jezus ten antwoord: “Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen”. Vanaf die dag was Paulus bevrijd. En zijn besluit zou ook het onze moeten worden: “Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden. Dan zal de kracht van Christus in mij wonen” (2 Kor 12,9).
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc