Barts Bijbelbrieven ~ Beste Judas (ja, beste)
Bart Demyttenaere is auteur van bijna 50 boeken, van jeugdromans tot de Kerktrilogie De laatste zusters van Vlaanderen?, Mannen van God en De stoel van Petrus over het Vaticaan. Zijn hart ligt in DR Congo, waar hij geboren werd in 1963 en waar hij enkele scholen, een lokale radio en collega-auteurs ondersteunt via vzw Mijn Congo.
Lees onder de video de uitgebreide brief van Bart Demyttenaere aan Judas en de reactie van jezuïet Nikolaas Sintobin.
Geachte heer Iskariot,
Beste Judas,
Op Paasdag herdenken en vieren alle christenen ter wereld Jezus’ verrijzenis. Ik neem aan dat hét christelijk hoogfeest bij uitstek voor jou bittere herinneringen oproept. Onvermijdelijk komt jouw verraderlijke rol in Jezus’ arrestatie alweer uitvoerig in alle christelijke kerken en gebedshuizen aan bod.
De evangelisten zijn niet mals voor jou geweest, ook al liep jij drie jaar lang trouw in het voetspoor van je Meester. Je volgde Hem overal, je was net als je elf medediscipelen diep onder de indruk van Zijn woorden en daden en net als hen begreep je niet altijd wat Hij bedoelde.
Achteraf is het makkelijk oordelen. De evangelist Johannes omschrijft je als een frauduleuze penningmeester die geld stal uit de gemeenschappelijke kas die jij beheerde. Mattheüs noemt je een verrader, maar hij heeft het ook onomwonden over de diepe wroeging die je tot op het bot verteerde. Je poging om je misdaad recht te zetten door de dertig zilverstukken aan je opdrachtgevers terug te geven, konden de verschrikkelijke gevolgen van je beslissing niet meer ongedaan maken.
Het kwaad was onherroepelijk geschied en jij trok je conclusies. Enkele dagen voor de marteldood van je Meester stapte je uit het leven. Je zag geen uitweg meer en beging de grootste doodzonde die een mens in die tijd kon maken.
Al bijna twee millennia sta jij in christelijke middens symbool voor de slechtste eigenschappen in een mens.
Jij bent het vleesgeworden kwaad, dat zelfs in onze moderne taal uiterst negatieve connotaties oproept. Mensen judassen elkaar, geven een judaskus of lappen iemand een judasstreek.
De grote kunstenaars die vaak in opdracht van kerkelijke instanties meesterwerken produceerden, beeldden jou als vanzelfsprekend negatief en zonder aureool af. Caravaggio tooide je met een onverzorgde baard, Boudichon gaf je een donkere huidskleur en vele onbekende schilders uit de renaissance onderscheidden je van je medeleerlingen door een opvallende rosse haardos en dito baard. Op zijn Laatste Avondmaal bedacht Leonardo Da Vinci jou met een gemene blik en diepliggende, holle ogen. Hij portretteerde je zelfs buiten de groep van de andere apostelen.
Je collega’s leven in vele taalvariaties tot vandaag in de voornamen van miljoenen pasgeboren kinderen door. Ik ken ontzettend veel Marken, Thomassen, Johannen, Filippen en Andrés.
Zelf ben ik naar de apostel Bartholomeus vernoemd, maar een klein Judasje heb ik nooit ontmoet.
Tweeduizend jaar na Jezus’ executie blijf jij het zinnebeeld voor al wat slecht is, Judas. Geheel onterecht volgens mij.
Je bent het slachtoffer van eeuwenlang zwartwit-denken, voor gelovige christenen de ideale zondebok om hun eigen tekorten in een grijs en dus genuanceerd perspectief te kunnen plaatsen. ‘Ik heb gelogen, gestolen of bedrogen, maar mijn fouten stellen niets voor in vergelijking met wat Judas heeft gedaan.’
Maar al te vaak gaan gelovigen voorbij aan de eenvoudige vaststelling dat jouw navrante daad uiteindelijk leidde tot Jezus’ schijnproces, het offer van de Mensenzoon en vooral Zijn verrijzenis, waardoor hij het lijden van de hele wereld op Zijn schouders nam.
Wat zou ik hebben gedaan als ik in jouw sandalen stond?
Zou ik – net zoals jij – eieren voor mijn geld gekozen hebben en mijn eigen hachje hebben gered? Zou ik in staat zijn tot collaboratie met de bezetter of de rol van verzetsstrijder op me nemen? Zou ik me als een angsthaas achter een pilaar verstoppen? Zou ik gewetenloos kunnen verder leven met een brandend schuldgevoel vanbinnen?
Ook je medeleerlingen gingen niet allemaal vrijuit. Simon Petrus verloochende Jezus tot driemaal toe en Thomas eiste na Jezus’ heropstanding keiharde bewijzen van Jezus’ terugkeer.
Tenslotte ben ik ervan overtuigd dat God je vergeven heeft. Je betoonde immers onmiddellijk spijt over je daad.
Wat dat betreft was Jezus tijdens zijn korte doortocht tussen de mensen glashelder. Ik citeer Hem voor de vuist weg: ‘Heb je naaste lief zoals jezelf. Bied je vijand de andere wang toe. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Oordeel niet of je zult zelf geoordeeld worden,…’ Dat zijn slechts enkele sterke voorbeelden van diepmenselijke uitspraken waarvan jij een van de levende getuigen was.
Voortaan krijgt Pasen voor mij een diepere dimensie. Tijdens het feest van Jezus’ verrijzenis zal ik ook speciaal aan jou denken. Aan jou en de kleine Judas die af en toe in elke mens de kop opsteekt. Ook in mij.
Met milde groeten, Bart Demyttenaere
Reactie van Nikolaas Sintobin
Beste Bart,
Inderdaad, álle leerlingen, niet alleen Judas, hebben Jezus in de steek gelaten. Petrus heeft Hem tot driemaal toe verloochend. De tragische kruisdood had de hele gemeenschap rond Jezus op de vlucht doen slaan. Ook de leerlingen van Emmaüs zijn daar een voorbeeld van. Jezus hield van Judas, anders zou Hij hem niet uitgekozen hebben. Judas was een zeloot, een ijveraar. Het was een gedreven man. Een idealist. Johannes leert ons dat Judas er ook bij het laatste avondmaal bij was en deel kreeg aan het brood dat Jezus er uitdeelde.
De tragiek van Judas was dat Judas niet kon geloven in de vergeving.
Dat de trouw, de vriendschap, de liefde en dus ook de vergeving van Jezus sterker waren dan zijn verraad. Dat is het grote verschil tussen Judas en Petrus. Die heeft Jezus 3 maal verraden en verloochend.
Judas is een zondaar, zoals alle mensen. Hij had niet begrepen waar het Jezus om te doen was. Judas zag in Jezus eerder een militaire held, een politieke vrijheidsstrijder. Niet diegene die openbaarde dat God alleen maar liefde is. Zozeer dat Jezus zelfs pleitte voor vijandsliefde. Jezus zou ongetwijfeld bereid geweest zijn Judas te vergeven. Meer nog, Hij heeft dat meer dan waarschijnlijk ook gedaan. Alleen was het voor Judas onmogelijk om dit te bedenken, te geloven of zelfs maar te vermoeden.
Het is niet zeker dat wij, in dit opzicht, echt verschillen van Judas. Geloven wij echt dat God liefde is, en alleen maar liefde?
Anders gezegd, het drama van Judas plaatst elk van ons voor een levensgrote uitdaging. Geloof ik dat vergeving mogelijk is? Altijd? Dat het geven van die overdaad van liefde het grootste verlangen is van God?! Ook voor jou, ook voor mij.
Van harte, Nikolaas Sintobin