Bemoei je met elkaar - Kolet Janssen [column]
De kat van een van onze iets verdere buren is weg, lezen we in de buurtapp. Met een foto van hun charmante lapjeskat vragen ze ons om mee uit te kijken. Ze zijn ongerust: het dier is al oud en zit misschien ergens vast. Onze burennetwerken worden opvallend vaak gebruikt om verdwaalde of vermiste katten te melden.
Met een vraag om een oogje in het zeil te houden, om het baasje te verwittigen als we het dier spotten, om te helpen als het dier ergens in nood zou zijn. Soms horen we na enkele dagen verlossend nieuws: de kat is weer terecht! Met een gescheurd oor of wat magerder dan voordien. Of prinsheerlijk arrogant alsof er niets aan de hand is, zoals alleen katten dat kunnen. Heel vaak horen we niets. Dan vrezen we het ergste. De kat is wellicht ergens in de problemen geraakt en dat is hem of haar fataal geworden.
We laten het gebeuren, we stellen vooral geen vragen, want we willen ons nergens mee bemoeien.
Nooit zien we op de burenapp gelijkaardige berichten verschijnen over mensen. Zo van: ‘Mevrouw Nelis is al wekenlang niet meer te zien op haar stoep, terwijl ze daar anders regelmatig stond te borstelen. Weet iemand wat er aan de hand is?’ Of: ‘Bij meneer Jos zijn de gordijnen bijna de hele dag dicht, zou er iets schelen?’ Of: ‘Bij Lisa en Bert horen we urenlang de baby huilen, hebben die misschien wat hulp nodig?’ ‘Bij Hilde en Rik groeit de klimop over het afdak, kan iemand meehelpen om dat te gaan snoeien?’ Of: ‘Er zit regelmatig een somber kijkende jongen op het pleintje. Heeft iemand hem al gesproken?’ Of: ‘Ik ben gevallen en zit met mijn been in het gips, kan iemand misschien onze kinderen mee naar school nemen?’ Ook in de kerk verdwijnen er mensen, vaak zonder dat we weten waarom.
We laten het gebeuren, we stellen vooral geen vragen, want we willen ons nergens mee bemoeien. Dat lijkt tegenwoordig wel de grootste zonde geworden: je bemoeien met andermans leven.
Als ik ooit verdwaald, vermist of verloren loop in mijn leven, in mijn gedachten, in mijn verdriet of zorgen, hoop ik dat iemand mij mist en mij zoekt. Misschien zal ik niet vriendelijk reageren, maar ik verontschuldig me alvast van tevoren: doe het toch maar.
Bemoei je met elkaar. Bemoei je met de mensen uit je buurt, op je werk of uit je kerk. Met een vriendelijke vraag kun je niets verkeerds doen.
Beleefd zijn is namelijk niet de hoogste christelijke deugd. Jezus nodigde zichzelf zonder boe of ba uit voor het eten bij Zacheus en schiep daarbij voor ons een duidelijk precedent. We hebben dus een prima excuus om ons met elkaar te bemoeien. Waar wachten we nog op?