Bidden is toelaten dat de Heilige Geest in ons bidt
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Met de catechese vandaag ronden we cyclus af gewijd aan de barmhartigheid. De catechese stopt, maar de barmhartigheid moet verder gaan! Laten we de Heer voor dit alles danken en laten we het in ons hart bewaren als troost en bemoediging.
De doden begraven
Het laatste geestelijk werk van barmhartigheid vraagt ons te bidden voor levenden en overledenen. Hierbij kunnen we tegelijk denken aan het laatste lichamelijke werk van barmhartigheid dat uitnodigt de overledenen te begraven. Dit laatste kan een vreemde uitnodiging lijken; en toch, op enkele plaatsen in de wereld die onder de gesel van de oorlog leven, met bombardementen die dag en nacht angst en onschuldige slachtoffers maken, is dit werk spijtig genoeg actueel. De Bijbel geeft hierover een mooi voorbeeld: dat van de oude Tobit, die op gevaar voor zijn eigen leven, ondanks het verbod van de koning, de overledenen begroef (cf. Tob 1,17-19; 2,2-4).
Ook vandaag zijn er mensen die hun leven wagen om de arme slachtoffers van het oorlogsgeweld te begraven. Dat lichamelijk werk van barmhartigheid is niet vreemd aan ons dagelijks leven. Het doet ons ook denken aan wat op Goede Vrijdag gebeurde, toen de Maagd Maria, met Johannes en enkele vrome vrouwen bij het kruis van Jezus stonden. Na zijn dood, kwam Jozef van Arimatea, een rijk man, lid van het Sanhedrin die leerling van Jezus was geworden, en bood voor Jezus zijn nieuwe graf aan, uitgehouwen in de rots. Hij ging zelf naar Pilatus om het lichaam van Jezus te vragen: echt een werk van barmhartigheid gedaan met grote moed (cf. Mt 27,57-60)!
Voor christenen, is begraven een daad van meeleven en ook een gebaar van groot geloof.
We leggen de lichamen van onze dierbaren in het graf in de hoop op hun verrijzenis (cf. 1 Kor 15, 1-34). Dit blijft een heel sterke en doorvoelde ritus van ons volk, die vooral in de maand november veel weerklank vindt door de toewijding aan de herinnering aan en het gebed voor de overledenen.
Bidden voor de overledenen
Bidden voor de overledenen is op de eerste plaats een teken van herkenning voor het getuigenis dat zij ons hebben nagelaten en van het goede dat ze hebben gedaan. Het is dankzeggen aan de Heer omdat Hij ze ons geschonken heeft en voor hun liefde en voor hun vriendschap. De Kerk bidt voor de overledenen vooral tijdens de heilige Mis. De priester zegt (in de Romeinse canon): Herinner U de namen, Heer, van onze broeders en zusters die ons in de dood zijn voorgegaan, getekend met het geloof: dat zij en allen die in Christus zijn ontslapen in vrede mogen rusten en binnengaan in uw land verlicht en getroost.
Een eenvoudige herinnering, werkzaam, vol betekenis, want ze vertrouwt onze geliefden toe aan de barmhartigheid van God.
Laten we met christelijke hoop bidden dat ze bij Hem in het paradijs zijn in de verwachting dat we elkaar zullen weerzien in dat mysterie van liefde dat we niet begrijpen, maar waarvan we weten dat het waar is, want een belofte die Jezus heeft gegeven. Allen zullen verrijzen en allen zullen we altijd met Jezus blijven, met Hem.
Bidden voor de levenden
De herinnering aan de overleden gelovigen mag ons niet doen vergeten ook te bidden voor de levenden die samen met ons dagelijks de uitdagingen van het leven aangaan. De noodzaak van dit gebed wordt nog klaarder als we ze bekijken in het licht van de geloofsbelijdenis die zegt: Ik geloof in de gemeenschap van de heiligen. Dat is het mysterie dat de schoonheid vertolkt van de barmhartigheid die Jezus ons geopenbaard heeft. De gemeenschap van de heiligen zegt eigenlijk dat we allen ondergedompeld zijn in het leven van God en dat we in zijn liefde leven. Allen, levenden en overledenen zijn we in communie, als in één unie, verenigd in de gemeenschap van allen die gedoopt zijn en van hen die zich gevoed hebben aan het Lichaam van Christus en deel uitmaken van het grote gezin van God.
Wij vormen hetzelfde gezin, verbonden. Daarom bidden we voor elkaar, de een voor de ander.
Bidden voor onze naaste en onszelf
Er bestaan vele wijzen om voor onze naaste te bidden! Ze zijn allemaal geoorloofd en God aangenaam als ze met het hart gebeuren. Ik denk vooral aan de moeders en vaders die hun kinderen ’s morgens en ’s avonds zegenen. In sommige gezinnen bestaat die gewoonte nog: een kind zegenen is een gebed.
Ik denk aan het gebed voor de zieken wanneer we hen bezoeken en voor hen bidden; aan de zwijgende voorspraak, soms onder tranen, in de vele moeilijke situaties waarvoor we bidden.
Gisteren kwam een dappere man naar de misviering in Sint-Marta, een ondernemer. Die jonge man moet zijn bedrijf sluiten omdat hij het niet haalt en hij weende zeggend: Ik zie het niet haalbaar om meer dan 50 gezinnen zonder werk te zetten. Ik zou het faillissement van het bedrijf kunnen krijgen en dan naar huis gaan met het geld, maar mijn leven lang zou mijn hart treuren om die 50 gezinnen. Dat is een moedige christen die door zijn daden bidt. Hij is naar de mis gekomen om aan de Heer een uitweg te vragen, niet alleen voor zichzelf maar voor die 50 gezinnen. Dat is iemand die weet te bidden zowel met het hart als met daden, bidden voor de naaste. Hij zit in een moeilijke situatie Hij zoekt niet de gemakkelijkste uitweg: Dat ze hun plan trekken! Hij is een christen. Het deed me deugd hem te horen. Waarschijnlijk zijn er zo velen vandaag, op het ogenblik dat veel mensen lijden onder gebrek aan werk.
De Heer danken
Ik denk ook aan het danken bij het ontvangen van goed nieuws over een vriend, een familielid, een collega… Dank, Heer, voor dit goede nieuws! Ook dat is bidden voor de anderen! De Heer danken wanneer het goed gaat. Soms, zoals Sint-Paulus zegt, weten we niet hoe op passende wijze te bidden, maar dan bidt de Geest zelf in ons met onuitsprekelijk zuchten (Rom 8,26). De Geest bidt in ons.
Laten we dus ons hart openen zodat de Heilige Geest onze diepste verlangens kan onderzoeken, ze kan uitzuiveren en tot vervulling brengen.
Hoe dan ook, voor onszelf en voor de anderen vragen we altijd, zoals in het Onzevader, dat de wil van God mag geschieden, want zijn wil is ongetwijfeld het grootste goed, het goed van een Vader die ons nooit verlaat: bidden is toelaten dat de Heilige Geest in ons bidt. Dat is mooi in het leven: dankzeggend bidden, God loven wanneer we iets vragen, wanneer we om een moeilijkheid wenen, zoals die man. Maar laat het hart altijd open zijn zodat de Geest in ons kan bidden, met ons en voor ons.
Einde catechese over de barmhartigheid
Laten we, bij het afsluiten van deze catecheses over de barmhartigheid, aan elkaar beloven voor elkaar te bidden opdat de lichamelijke en spirituele werken van barmhartigheid steeds meer onze levensstijl zouden worden. De catecheses eindigen hier, zoals ik aan het begin gezegd heb. We hebben de 14 werken van barmhartigheid overlopen maar de barmhartigheid gaat verder en we moeten ze op deze 14 manieren beoefenen. Dankjewel.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc