Bijbel van A tot Z ~ Chaos
In de Bijbel begint de geschiedenis van de mensheid met de schepping. Het is een verhaal, dat dus niet gelezen moet worden met een moderne wetenschappelijk bril. Het vertelt iets over wie wij als mensen zijn.
In dat oude verhaal gebeurt de schepping (= arbeid) in 6 dagen. Waarom 6? Omdat in de Joodse traditie de zevende dag een rustdag is. HIeruit blijkt onmiddellijk dat het verhaal in een latere fase van de geschiedenis van het Joodse volk tot stand is gekomen, toen de sabbat steeds belangrijker werd. Het komt voort uit een theologisch denken over de relatie tussen God en de mensen. De kroon van de schepping is de sabbat, die in het teken staat van een ik-Gij: de mens in relatie tot zijn Schepper.
Wat is er vóór die scheppingsdaad van God? Het tweede vers van de Bijbel zegt enkel: de aarde was ‘woest en warboel’.
Er bestond nog geen orde, alles was wanorde en warboel – chaos! En ‘duisternis lag over de oervloed’. Er is eigenlijk niets anders dan water, een ‘oervloed’ van water, badend in het donker.
Als de Schepper zijn ‘adem wervelend over de wateren’ laat gaan (Naardense Bijbel, Genesis 1, vers 2), krijgt het water levenwekkende vormen. Gods adem brengt beweging in de doodse duisternis. Met dit beeld zegt het scheppingsverhaal dat de oorsprong van alles de levensadem van God is.
En dan gaat God scheiden: licht van duisternis, het droge van het water, de wateren boven (hemelgewelf) van de wateren beneden (oceanen). En de mens krijgt de opdracht om, als evenbeeld van God, hetzelfde te doen: alles wat bestaat scheiden en onderscheiden, en alles een naam geven. Zo ontstaat diversiteit, zo ontstaat telkens opnieuw het verschil tussen ‘dit en ‘dat’.
Alleen door de erkenning van het verschil, kan de mens leven, niet door alles op één hoop te gooien.
Ook de mens zelf wordt ‘gescheiden’: Adam en Eva staan voor het mannelijke en het vrouwelijke. Hoewel ze onderscheiden zijn, vormen ze samen het beeld van God – aldus het verhaal.
Ook de Tora, de blauwdruk voor een leven in vrede en gerechtigheid, behoort tot het scheppingswerk van God, zo hebben de Joden het altijd gezien. De Tora ordent het leven door ‘goed en kwaad’ van elkaar te onderscheiden. Dat blijft een opdracht voor iedere mens, elke dag. Niet eenvoudig. Maar wie dat doet, is scheppend bezig, schept toekomst.
Het tegenovergestelde kan ook gebeuren.
Als het kwade voorrang krijgt op het goede, dan verliest de schepping haar kracht en wordt alles weer ‘woest en warboel’.
De profeet Jeremia (hoofdstuk 4, vers 23-26a) gebruikt hiervoor precies dezelfde woorden als die van vers 2 uit het boek Genesis:
Ik zag de aarde,
ze was woest en doods.
Ik keek op naar de hemel,
er was geen licht.
Ik zag de bergen, ze beefden,
de heuvels, ze huiverden.
Ik keek, er waren geen mensen,
alle vogels waren uit de lucht verdwenen.
Ik keek, elke boomgaard was een woestijn,
alle steden waren verwoest
De vertaling is die van de NBV, maar ‘woest en doods’ staat hier voor ‘woestheid en warboel’ van de Naardense Bijbel. We zien hoe Jeremia letterlijk een anti-schepping beschrijft: geen licht, geen mensen, geen vogels, geen bomen, ja zelfs geen steden… We gaan terug naar de oervloed, naar de ‘chaos’ van het begin.
In deze Bijbelse visie gaan schepping en ‘behoud van de schepping’ (ecologie) samen. Onrecht jegens mensen, volken en jegens de schepping leidt tot een terugkeer naar de chaos van het begin.
Is chaos dan altijd slecht en elke vorm van orde goed? Wat moeten we dan wel denken over de doorgedreven zucht naar orde onder het nazisme, niet voor niets de Nieuwe Orde genoemd? Dan komen we uit bij het volgende woord in ons Bijbels alfabet: duivel.
God houdt van diversiteit. De duivel doet er iets anders mee.
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.