Bijbel van A tot Z ~ Israël
De meeste mensen zullen bij het woord Israël denken aan dat kleine strookje land gelegen aan de uiterste oostkant van de Middellandse Zee. De huidige staat Israël is echter niet te verwarren met het Bijbelse Israël, al verwijst de naam er natuurlijk wel naar.
Hoe een los stammenverband plotseling Israël heet
Israël is een oude naam die teruggaat op het volk dat onder de koningen David en Salomo in het zogenaamde beloofde land tot één natie samengesmeed wordt. Daarvoor was er eigenlijk alleen maar sprake van een los stammenverband, bestaande uit de families van de 12 zonen van de aartsvader Jakob. Die stammen werden bestuurd door volksoudsten of een soort ‘rechters’. Sinds David en diens opvolger Salomo begint dat dus te veranderen.
De naam ‘Israël’ zelf voert terug op aartsvader Jakob. Hij kreeg die nieuwe naam na een uiterst merkwaardige ervaring. Jakob had zijn oudste broer Esau de vaderlijke zegen ontstolen door bedrog. Daardoor waren zij feitelijk elkaars vijanden geworden.
God schopt Jakob een geweten
Later beseft Jakob dat hij zich met zijn broer moet verzoenen. Het moment nadert dat de twee oog in oog met elkaar zullen staan. Daags voor de ontmoeting zondert Jacob zich af bij de rivier de Jabbok. In het boek Genesis (hoofdstuk 32, verzen 23 tot 30) lezen we:
- Zelf bleef [Jakob] achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar.
Een uiterst merkwaardige gebeurtenis! Het is nacht, Jakob is alleen, maar is heel de nacht verwikkeld in een soort gevecht. Geen gevecht met een mens, hij vecht met God. Zoals hij ooit Esau uit zijn evenwicht had gebracht als oudste zoon en eerste erfgenaam, zo brengt God Jakob nu uit zijn evenwicht door met hem te strijden en zijn heup te ontwrichten.
De nachtelijke worsteling om in het reine te komen met de gemene streek die hij zijn broer had gelapt, tekent hem voor zijn leven.
Aan het einde, wanneer Jakob het gevecht doorstaan heeft, vraagt hij de vreemdeling om zegen. Hij ontvangt in plaats daarvan een nieuwe naam: Israël, strijder met God. Voortaan heet Jakob Israël en gaat hij mank door het leven. Deze naam wordt later overgedragen op alle zonen van Jakob, dat wil zeggen op alle twaalf stammen die onder David en Salomo het volk Israël zullen worden.
Hoe Israël zegen voor álle volken kan zijn
Dat volk is geen doetje, en zal dezelfde problemen tegenkomen als andere volken: oorlog, armoede, onderdrukking. Maar Israël weet zich door God gezegend, met een naam die telkens weer dat nachtelijke gevecht in herinnering brengt, de oproep tot verbondenheid.
Israël is aangewezen op God en zal keer op keer ondervinden hoe lastig het is om door Hem ‘uitverkoren’ te zijn – opdat er zegen komt over álle volken.
Israël vandaag?
De Romeinen zullen in 70 na Christus de natie Israël definitief de nek omdraaien. Nooit zal het Bijbelse Godsvolk nog terugkomen als maatschappijmodel.
Wanneer in 1948 opnieuw een staat met de naam Israël wordt gesticht, is dit geen voortzetting van het twaalfstammenverbond met het Verbond als grondslag. Het huidige Israël is immers een seculiere staat. Het is natuurlijk wel de naam van een volk dat zich intens verbonden weet met de geschiedenis van Jakob en zijn nazaten.
Gek genoeg: ook het leven van dit volk wordt vandaag gekenmerkt door strijd.
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.