Bijbel en seks #11 ~ Ze kuste zijn voeten onophoudelijk
#11 Ze kuste zijn voeten onophoudelijk ~ Lucas 7,36
Een vrouw die in de stad bekend stond als zondares had gehoord dat hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie.
Bijna een scène uit Pretty Women hier. En Jezus lijkt erdoor gecharmeerd.
Hans Ausloos • De vrouw drukt zich inderdaad heel erotisch geladen uit. Vooral door de toevoeging van de evangelist dat ze bekend staat als zondares. Hieruit mogen we gerust besluiten dat ze zich prostitueerde. Maar past ze hier een verleidingstechniek toe of is er meer aan de hand?
Jezus begrijpt dat haar tranen oprecht zijn en hij ziet haar liefdesbetuiging als een nieuwe start, waarin hij haar bemoedigt. In vers 47 lezen we: Haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond.
Dit verhaal komt met andere personages voor bij Johannes. Hoe is dat te verklaren?
In het verhaal van Lucas krijgt de boetvaardige zondares geen naam. Hier staat de les die Jezus voorhoudt, centraal. De farizeeër merkt op dat Jezus toch de ware aard en dus de bedoeling van de vrouw moet kennen, waarop Jezus hem een gelijkenis voorhoudt over een geldschieter met twee schuldenaars. De één wordt meer kwijtgescholden dan de ander. Wie zou nu de grootste dankbaarheid tonen? Het antwoord is niet moeilijk te raden.
Lucas situeert dit verhaal in het begin van Jezus’ optreden in Galilea. Bij Marcus, Matteüs en Johannes is er een gelijkaardig voorval, maar - inderdaad - met andere personages. Ook op een andere plek en niet aan het begin van Jezus’ optreden, maar in de context van het lijdensverhaal. Hier speelt de zalving zich af ten tijde van de intocht in Jeruzalem, in Betanië.
De vrouw krijgt hier wel een naam: Maria.
Ook hier krijgt de handeling kritiek, en wel van Judas, die vindt dat het geld beter besteed kan worden aan de armenzorg. Maar Jezus waardeert de zalving als een troostend gebaar in het vooruitzicht van zijn dood en begrafenis.
Tast die onderlinge variatie de geloofwaardigheid van de teksten aan?
Op het eerste zicht mogelijk wel, maar dat hoeft zeker niet. Je moet weten dat de evangelisten hun verhalen toch al ettelijke jaren na Jezus’ openbaar leven neerschreven en dat ze zelf niet tot zijn intiemste kring behoorden. Ze zijn er dus zelf niet bij geweest, maar schrijven de verhalen op die over hem de ronde doen in die eerste groei van het christendom.
De oudste christelijke teksten die werden teruggevonden, zijn niet meer dan kernachtige geloofsbelijdenissen: Jezus is gestorven en verrezen. Halleluia. Maar mensen willen meer weten. Zo ontstaan versies van zijn levensverhaal. Marcus is chronologisch de eerste die er één opschrijft (rond 65 na Christus). Hij heeft het vaak over de reactie van omstanders op Jezus’ optreden.
De evangelist maakt van zijn lezers zelf omstanders, die Hem zo alsnog persoonlijk kunnen ontmoeten.
Latere evangelisten - en met name Lucas - gaan ook zijn geboorte in wonderlijke verhalen vatten. En de apocriefe evangelies doen er nog een schepje bovenop met Jezus’ kindertijd.
Het gaat er niet om hoe en waar de zalving precies plaatsvond, maar hoe de evangelisten Jezus met dit gegeven willen typeren.
En in beide varianten is de boodschap dat Jezus een gebaar van liefde altijd waardeert.
Klopt het idee dat we in het Nieuwe Testament minder sappige verhalen vinden dan in het Oude?
Daar lijkt het inderdaad wel op. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat het Nieuwe Testament zich echt toespitst op de figuur van de messias. Er is maar 1 focus, en dat is anders in het Oude Testament.
In de brieven (vooral van Paulus) aan de jonge christelijke gemeenschappen wordt er nog wel over vuile manieren gesproken, maar dan vooral in termen van de beteugeling ervan. Geen smeuïgheid meer als verteltechniek om de lezer te blijven boeien. Jammer?
Hans Ausloos is oudtestamenticus, hoogleraar aan de UCLouvain en auteur van Geweld, God, Bijbel (Averbode, 2019).