Bijbel en seks #8 ~ Ohola en Oholiba, 2 foute zussen
#8 Ohola en Oholiba lieten in hun tepels knijpen ~ Ezechiël 23
In het boek Ezechiël drukt de gelijknamige profeet zijn verontwaardiging over het gedrag van de Israëlieten uit in grove taal. Hij maakt er pure porno van. Zo vertelt hij in hoofdstuk 23 over de zussen Ohola en Oholiba. Ze waren als jong meisje al ontrouw, zo begint hij zijn aanklacht: Ze werden betast en lieten in hun tepels knijpen. Toen vatte God liefde voor hen op en alles ging goed. Maar niet voor lang. Ze verlangden naar hun minnaars, die zo zwaargeschapen zijn als ezels en hun zaad lozen als hengsten. Niet eentje. Hoe meer, hoe liever. Ezechiël beschrijft hen als seksverslaafd.
In Ezechiël 16 werd Jeruzalem voorgesteld als hoer. Hier zijn ze met twee. Hoe zit dat?
Hans Ausloos • De verklaring lezen we in vers 4: Ohola is Samaria en Oholiba Jeruzalem, met andere woorden: het Noordrijk en het Zuidrijk van Israël. Beide rijken zijn ten val gekomen en de bovenlaag van de bevolking is verbannen. Ezechiël ziet een verklaring in het gedrag van de bevolking en haar leiders. Ze hebben zich niet gehouden aan het verbond, gesloten onder Mozes in de woestijn. Daarvoor moeten ze nu boeten.
Wat een vreemde namen. Hebben ze een betekenis?
De namen lijken te zinspelen op het Hebreeuwse woord ohel, dat tent betekent. Uit het boek Exodus weten we dat de tent voor de Israëlieten de plaats van samenkomst was, waar de ark met de tien geboden van Mozes bewaard werd. De tent was de voorloper van de tempel.
Hun namen verwijzen dus naar het heiligdom van de jonge natie. Maar ze hebben er een bordeel van gemaakt.
Ohola telt evenveel letters als het Hebreeuws voor Samaria en Oholiba evenveel als Jeruzalem. Het Noordrijk, Ohola, viel 100 jaar eerder dan het Zuidrijk. Die volgorde zien we terug in de tekst: eerst wordt Ohola gestraft, en - in plaats van aan het denken te worden gezet - gaat Oholiba daarna nog driester door. Tot ook zij daarvoor de rekening krijgt gepresenteerd.
De beker van je zuster zul je drinken,
de diepe en wijde beker;
een beker vol spot en hoon,
tot de rand gevuld.
Dronkenschap en droefheid zul je drinken,
een beker van ontzetting en verbijstering -
dat is de beker van je zuster Samaria.
Je zult hem drinken en leegslurpen,
je zult op zijn scherven bijten
en er je borsten mee openhalen.
Ezechiël maakt zijn naam als onheilsprofeet waar. Er komt geen goed woord voor het volk over zijn lippen.
Wordt deze tekst in de kerk of synagoge soms gelezen?
In de kerk behoren ze alleszins niet tot de lezingencyclus. En ook in de wekelijkse dienst in de synagoge, waar jaarlijks de hele Tora en delen uit de Profeten worden voorgelezen, heeft de tekst geen plaats gekregen.
Het is opnieuw een vrouwvijandige tekst, misschien nog meer dan de vorige.
Met name verzen 44 en 45: Ze bezochten haar zoals je een hoer bezoekt - zo gingen ze om met Ohola en ook met Oholiba, schaamteloze vrouwen. Maar rechtvaardige mannen zullen hen vonnissen.
De tegenstelling tussen schaamteloze vrouwen enerzijds en rechtvaardige mannen anderzijds zet de ongelijke verhoudingen tussen beide seksen in de joodse samenleving van pakweg 2.500 jaar geleden op scherp. Dit zouden wij vandaag niet meer dulden en het is voor veel Bijbellezers een grote drempel om verder te lezen. Maar het helpt als je een onderscheid maakt tussen de cultuur waarbinnen deze tekst werd geschreven, en de boodschap die men wilde overbrengen.
Om dit beeld toch een beetje te nuanceren haal ik er nog graag vers 39 bij: Op de dag dat ze hun kinderen slachtten voor hun afgoden, zijn ze mijn heiligdom binnengegaan en hebben het ontwijd. Die ‘ze’ hier is in het Hebreeuws een mannelijk voornaamwoord. Dat maakt duidelijk dat de personages Ohola en Oholiba niet staan voor de vrouwen als groep, maar voor het hele Israëlitische volk.
In de Bijbel lijkt seksualiteit vaak problematisch. Wat leren we daaruit?
Teksten als deze zullen inderdaad niet hebben bijgedragen tot een positieve voorstelling van seksualiteit. Hier is het iets vies en ongemanierd, iets wat beteugeld moet worden. De Israëlieten kenden veel regels rond seksualiteit en reinheidsvoorschriften. Het was iets wat hen sterk bezighield.
Een heel ander beeld van erotiek krijgen we in het Hooglied. Wat goed dat we ook echte liefdespoëzie in de Bijbel hebben staan!
Hans Ausloos is oudtestamenticus, hoogleraar aan de UCLouvain en auteur van Geweld, God, Bijbel (Averbode, 2019).