Bijbel en seks #9 ~ ‘We branden van begeerte naar je’
#9 ‘We branden van begeerte naar je’ ~ Daniël 13
Lang geleden woonde er in Babel een man die Joakim heette. Zijn vrouw was Susanna, de dochter van Chelkia; zij was buitengewoon mooi en vroom. Hoofdstuk 13 van Daniël begint als een sprookje. Op een warme dag neemt deze uitzonderlijke vrouw een bad in de tuin, waar ze wordt begluurd door twee oude viespeuken. Het blijken rechters, die besluiten hun macht te misbruiken door Susanna onder bedreiging te verplichten tot seks. Een groepsverkrachting.
Ze zeggen: Susanna, de poort van het park is gesloten en er is niemand die ons ziet; we branden van begeerte naar je! Wees ons daarom terwille en heb gemeenschap met ons, anders zullen we tegen jou getuigen, dat er een jongeman bij je was en dat je daarom de dienstmeisjes had weggestuurd.
Een heuse thriller in de vorm van een sprookje. Wat een veelzijdig boek is de Bijbel toch!
Hans Ausloos • Inderdaad! Het verhaal van Susanna is een buitenbeentje in het boek Daniël. Het staat los van de andere hoofdstukken, waarin we te maken krijgen met een apocalyptisch genre. Daniël schetst de tijd van het eindoordeel en heilsverwachting. Zo lezen we in hoofdstuk 12, enkele verzen voor het verhaal van Susanna:
Heer, waarmee eindigen deze dingen? En in het antwoord klinkt het: Velen zullen gezift, gezuiverd en gelouterd worden. [...] Gelukkig wie volhardt.
Het verhaal van Susanna staat op zichzelf en is lang niet in alle bijbelvertalingen terug te vinden, omdat het van Griekse oorsprong is en later toegevoegd. Martin Luther aanvaardde alleen Hebreeuwse teksten als authentiek en het staat dan ook niet in protestantse bijbels.
Wat zou dan de bedoeling zijn van dit verhaal?
Misschien moet je er niet meer achter zoeken dan een prachtige vertelling over integriteit. Meer bepaald de integriteit van een vrouw, die geschonden wordt door twee geile mannen, rechters nog wel. De vrome Susanna wordt nog liever vals beschuldigd en ter dood veroordeeld dan toe te stemmen. Gelukkig is er Daniël, die de rechters ontmaskert met een simpele vraag. Als je haar op heterdaad hebt betrapt, onder wat voor een boom heb je ze dan samen gezien? De één zegt een mastiekboom, de ander een steeneik.
Niet Susanna maar de rechters worden nu terechtgesteld. Eind goed, al goed (toch voor Susanna). En Daniël is natuurlijk de grote held. Hij komt op voor rechtvaardigheid en voor de integriteit van Susanna. Beiden maken waar wat in het voorgaande hoofdstuk voorgehouden werd: Gelukkig wie volhardt.
Mogelijk circuleerde dit verhaal in de Hellenistische cultuur en vond de Bijbelredactie dat het goed van toepassing was op Daniël. En zo kwam het dus te elfder uur nog in dat bijbelboek terecht.
Wie was Daniël eigenlijk?
Hoewel Daniël samen met Jesaja, Jeremia en Ezechiël ingedeeld wordt bij de grote profeten, wordt hij nergens in dat bijbelboek uitdrukkelijk profeet genoemd. Jezus noemt hem wel een profeet (in Matteüs 24,15 en Marcus 13,14) en hij gedraagt zich ook zo: hij legt dromen uit en kondigt aan wat er in de toekomst zal gebeuren. Ezechiël stelt Daniël dan weer voor als een wijze en noemt hem in één adem met Noach en Job.
Wetenschappers zijn het erover eens dat de Daniël die in dit boek naar voren komt, geen historische persoon is, maar een verdichting van verhalen rond een legendarische figuur. De verhalen zijn alleszins tot stand gekomen in de tijd van de Babylonische ballingschap. Daniël is een van de edelen die werden gedeporteerd naar Babylon. Anders dan bij Ezechiël lezen we geen veroordelingen over Israël.
Daniël kijkt vooruit: hij tracht een nieuw leven op te bouwen in een wereld waarin zijn geloofsgenoten een minderheid vormen.
Hij maakt carrière aan het hof van de Babylonische koning Nebukadnezar, maar slaagt er in die context toch in om trouw te blijven aan zijn eigen godsdienstige overtuigingen. Het zesde hoofdstuk van Daniël is het bekendste en illusgreert dat gegeven mooi: daar wordt hij in een leeuwenkuil geworpen omdat hij weigert zijn eigen godsdienst af te zweren. Zijn geloofstrouw wordt beloond: engelen komen hem beschermen. De leeuwen zien af van het hapje, en slaan pas toe wanneer onze held uit de kuil is gehaald en zijn belagers erin gegooid.
Hans Ausloos is oudtestamenticus, hoogleraar aan de UCLouvain en auteur van Geweld, God, Bijbel (Averbode, 2019).