Bijbels tellen tot 10 (en verder)
1 • staat voor uniciteit. De belangrijkste zin uit de joodse geloofsbelijdenis is Luister Israël, de HEER, onze God, de HEER is de enige! (Deuteronomium 6,4). Deze zin, op een opgerold blaadje in een koker aan de deurstijl gehangen, herinnert vrome joden dagelijks aan hun afspraak om geen andere goden te dienen.
Het getal staat ook voor eenheid en heelheid. In het evangelie volgens Johannes (17,21) bidt Jezus dat allen één mogen zijn zoals Gij in mij zijt en ik in U.
2 • staat voor de tweevoudige natuur van Christus, die tegelijk helemaal mens is en helemaal God. Het getal 2 brengt onderscheid aan: hemel en aarde, lichaam en geest, leven en dood, goed en kwaad. Het vormt het begin van een gemeenschap: Waar 2 of 3 in mijn naam aanwezig zijn, daar ben ik in hun midden.
3 • de Drie-Eenheid. Op iconen is Christus vaak afgebeeld met wijs- en middelvinger omhoog, terwijl de drie overige vingers samengebracht worden om de Drie-eenheid uit te drukken. Het getal 3 komt 305 keer voor in de Bijbel! Handelingen worden vaak 3 keer herhaald. De derde keer krijgt het verhaal een wending. De derde dag is ook een stijlfiguur die duidt op een ommekeer of op voltooiing.
4 • het aantal evangelisten, de windstreken. Het hemelse Jeruzalem, beschreven in de brieven van Paulus en in het boek Openbaring, had de vorm van een kubus. Net als het heilige der heiligen in de tempel van Salomo. Vier omvat alle dimensies.
5 • Het getal 5 kan in christelijke context verwijzen naar de 5 wonden van Christus, de 5 boeken van Mozes, de wonderbare spijziging (door 5 broden en 2 vissen), de 5 wijze en de 5 dwaze dienstmeisjes (2x5).
6 • staat voor inspanning en onvolmaaktheid. In Exodus krijgt de mens de opdracht op 6 dagen te werken en de 7de voor te behouden voor God. Daarmee wordt verwezen naar het scheppingsverhaal, waarin ook God 6 dagen werkte en de 7de uitrustte om te genieten van al dat moois. 666 is in de Bijbel het getal van het Beest, de duivel (Openbaring 13,18).
7 • De 7de dag is de dag waarop God zag dat zijn schepping goed was, zelfs perfect. 7 staat voor heelheid, dankbaarheid, rust en harmonie. In het oude Israël was elk 7de jaar een sabbatjaar. Dan moest de grond onbewerkt blijven, werden schulden kwijtgescholden en kregen schuldslaven hun land terug. Wat er vanzelf zou groeien, was dat jaar voor de armen bestemd. Om de 50 jaar (7x7+1) was er een Jubeljaar. Dan werd het land herverdeeld. Scheefgegroeide verhoudingen werden rechtgetrokken. Het getal 7 komt in de Bijbel 294 ((7x6)x7) keer voor.
8 • het getal van blijdschap en opstanding. Christus stond op uit het graf op de 8ste dag na zijn intrede in Jeruzalem. Dat gegeven wordt symbolisch uitgedrukt in de achthoekige vorm van sommige doopvonten.
9 • staat voor volharding. Het getal wordt in de christelijke traditie verbonden met de 9 dagen die de leerlingen in gebed doorbrachten in de aanloop naar Pinksteren. Niet alleen voor Pinksteren, maar ook in voorbereiding op andere feesten of voor een speciale intentie kan een noveen worden gehouden: 9 dagen van volgehouden gebed. Noveenkaarsen zijn zo gemaakt dat ze 9 dagen en nachten onophoudelijk kunnen blijven branden.
10 • Als som van 3 en 7 kan 10 niet anders dan volheid en perfectie aangeven. Elke vermenigvuldiging van 10 doet daar nog een schepje bovenop. God gaf via Mozes 10 geboden als basis voor zijn partnerschap. De Goede Herder laat 99 schapen in de steek om het 100ste terug te vinden. De getallensymboliek benadrukt hoe belnagrijk God het vindt dat de kudde compleet is. Als 5 broden en 2 vissen een menigte van 5.000 kunnen voeden, dan staat 5.000 eigenlijk voor een eindeloze menigte.
11 • onvolkomenheid, afwezigheid. Na het verraad van Judas blijven nog maar 11 apostelen over. Hun aantal wordt zo snel mogelijk weer aangevuld tot 12 door toevoeging van de apostel Matthias.
12 • wijst op voltalligheid. Talrijke beeldspraak met dit getal symboliseert de 12 stammen van Israël. Ook de 12 apostelen zijn met z’n twaalven precies om de voltalligheid van het volk te vertegenwoordigen. In het boek Openbaring komt het getal 12 ook voortdurend voor waar het gaat over het verzamelen van Gods volk vanaf de uiteinden der aarde naar Jeruzalem.
40 • wordt verbonden met een tijd van crisis, beproeving, boetedoening, uitzuivering. Het volk Israël dwaalde 40 jaar door de woestijn. Jona verkondigt in Nineve de boodschap dat God de stad zal verwoesten na 40 dagen. En Jezus trok na zijn doopsel 40 dagen de woestijn in.
Test nu je kennis
Welke getallensymboliek herken je in onderstaande kunstwerken?