Bijbelse Muziek (2): de verloren zoon
Drie parabels over wat verloren is, dat lezen we in Lucas 15. De eerste parabel is die over het verloren schaap: een herder laat zijn 99 schapen achter om het honderdste, dat verloren is gelopen, te gaan redden. In een tweede verhaal haalt een vrouw haar hele huis overhoop om één van haar tien zilveren munten te zoeken. De derde parabel is de meest bekende: die over de verloren zoon.
Een vader heeft twee zonen. De jongste zoon eist zijn erfdeel op, vertrekt van huis en gaat het geld elders verbrassen. Vol berouw (en honger) keert hij terug. Hij wordt door de vader feestelijk ontvangen, tot ergernis van de oudste zoon. Die is altijd trouw geweest, en voor hem wordt er geen feest ingericht. De vader sust de oudste zoon:‘We kunnen niet anders dan blij zijn en feestvieren. Want je broer was dood, maar hij leeft weer. We waren hem kwijt, maar nu hebben we hem weer gevonden.’ (Lucas 15:31-33, Bijbel in Gewone Taal).
Het is al bij al snel verteld, wellicht de reden dat het verhaal zich beter leent tot een lied dan tot een opera, waar het soms vreemde gedaanten aanneemt.
Maak in deze aflevering kennis met:
- ‘The wild rover’, Ierse traditional
- ‘The Prodigal Son’, Rolling Stones
- ‘l’ Enfant prodigue’, Claude Debussy
- ‘The Prodigal Son’, Benjamin Britten
‘The wild rover’, Ierse traditional
Een luchtige variant om mee te starten: The wild rover. Oorspronkelijk zou het een Iers drinklied zijn geweest en nog altijd wordt het gezongen in pubs, voetbalstadions en concerten van folkgroep The Dubliners. De tekst gaat over een jongeman die van huis vertrekt om te gaan boemelen en uiteindelijk berouwvol terugkeert.
I’ll go home to me parents, confess what I’ve done
and I’ll ask them to pardon their prodigal son
(Lees verder onder de video.)
‘The prodigal son’, Rolling Stones (1968)
Dichter bij het originele verhaal – zelfs létterlijk het oorspronkelijke verhaal – is The prodigal son van de Rolling Stones. De Rolling Stones? Verrassend, maar ook weer niet. The prodigal song is lang niet het enige religieus geïnspireerde lied van de groep (bijv. Saint of me, Shine a light e.a.). In dit geval is het lied niet van de Rolling Stones zelf, maar van een blueszanger die later predikant werd en het nummer al in 1964 opnam. De Rolling Stones brachten het in 1968 uit, aanvankelijk zonder vermelding van de zanger/predikant, al werd dat later rechtgezet.
Well father said, Eldest son, kill the fatted calf,
Call the family round
Kill that calf and call the family round
My son was lost but now he is found
’Cause that's the way for us to get along
Heel veel interpretaties en versies van de parabel zouden volgen, met als een van de laatste in de rij Ry Cooder in 2018. Luister hier.
(Lees verder onder de video.)
Het ene lied is al completer dan het andere in het navertellen van de parabel, maar wat opvalt, is dat de oudere broer meestal onvermeld blijft. Dat is niet anders in de klassieke muziek, waar er veel minder voorbeelden zijn. Daniel Auber maakte er in 1850 een grand opéra van, met veel verzinsels en exotisme dat zelfs naar de oud-Egyptische stad Memphis leidt. En ballet-scènes, het was nu eenmaal een grand opéra.
De Brit Arthur Sullivan bleef in 1869 dichter bij het originele verhaal, maar ook hij maakt geen gewag van een jaloerse oudere broer. Hij zegt ook waarom in een voorwoord: …die scène heeft geen dramatische connectie met het deel ervoor… Dat is natuurlijk een beetje vreemd, gezien de reactie van de oudste broer een essentieel onderdeel is van de parabel.
‘L’enfant prodigue’, Claude Debussy (1884)
Eén van de mooiste voorbeelden in de muziekgeschiedenis is wellicht de versie van Claude Debussy. Hij was amper 22 toen hij L’enfant prodigue schreef en hij won er de prestigieuze Prix de Rome mee. Zijn compositie noemde hij een scène lyrique. Ze duurt een half uur en concentreert zich op de scène van de hereniging met de teruggekeerde zoon. Ook hier geen spoor van een oudere broer, maar nog opvallender is dat niet Azaëls vader centraal staat, maar zijn moeder, Lia. In feite draait alles rond haar emoties bij de hereniging met haar zoon. Dat begint al met een uitgebreide aria aan het begin. Mogelijk introduceerde Debussy de moederfiguur omdat hij met drie mannenstemmen te weinig kon laten horen wat hij in zijn mars had. En dat was, voor een 22-jarige, inderdaad verbluffend.
(Lees verder onder de video.)
The Prodigal Son, Benjamin Britten (1968)
In de twintigste eeuw zou de parabel ook worden gebruikt als onderwerp voor balletmuziek, met Sergei Prokofiev (1929) en Hugo Alfvén (1957). Het was eigenlijk wachten tot 1968, toen Benjamin Britten zorgde voor de meest ‘complete’ vertelling van de parabel. The Prodigal Son is één van Brittens drie “kerkparabels”, bedoeld voor uitvoering in een kerk en daarom bescheiden van omvang (het orkestje telt maar een tiental instrumenten). De muziek ligt niet echt prettig in het gehoor — het blijft Britten — en is jammer genoeg amper op cd verkrijgbaar.
Conclusie: de voorbije 150 jaar zetten componisten en muzikanten de parabel van de verloren zoon op allerlei wijze naar hun hand. Vooral de brave oudste broer raakte daarbij wat ondergesneeuwd. Misschien moeten we ons daarvoor buiten de muziek wenden, naar dit boek van Henri Nouwen: De verloren zoon, de oudste zoon en de vader: ‘Uiteindelijk is de oudste zoon net zo verloren als de jongste zoon. Terugkeren bij de vader is de gedachte loslaten dat je de liefde moet verdienen.’