Bisschop Guy Harpigny over de ramadan
Mgr. Guy Harpigny, bisschop van Doornik, is in de schoot van de Belgische bisschoppenconferentie al jarenlang referent voor de relaties met de moslims. Dat mag niet verbazen: Harpigny behaalde destijds in Leuven een doctoraat in de theologie met een thesis onder de titel: Islam et christianisme selon Louis Massignon. De Fransman Louis Massignon (1883-1962) was ongelovig toen hij in het begin van de twintigste eeuw in Marokko de islam ontdekte, maar via de studie van klassiek en volks Arabisch in Caïro, correspondentie en ontmoetingen met christelijke kluizenaar Charles de Foucauld in de Algerijnse Sahara, en een doctoraat over de tiende-eeuwse soefimysticus Mansur al-Hallaj, vond Massignon het katholieke geloof van zijn jeugd terug. Menig waarnemer is het erover eens dat het werk van de grote Franse islamoloog fundamenteel was voor de dialoog met de islam die het Tweede Vaticaans Concilie met Nostra Ætate in 1965 formeel lanceerde.
Ook mgr. Guy Harpigny leerde als student Arabisch en studeerde een tijdje in Caïro.
Gemeenschapsgebeuren
In niet-coronatijden maakt mgr. Harpigny dan ook ruim tijd vrij om moslims in hun gebeden met de ramadan nabij te zijn of deel te nemen aan iftars, de dagelijkse maaltijden bij het verbreken van de vasten, waarbij moslims vaak armen, buren, ruime familie of kennissen, maar net zo goed christelijke en joodse vrienden uitnodigen. Dit jaar kan dat natuurlijk niet, want de moskeeën blijven dicht en iftars moeten beperkt blijven tot wie onder eenzelfde dak woont. In een interview met Radio Catholique Francophone (RCF) wijst mgr. Harpigny erop dat het voor christenen belangrijk is zich in deze bijzondere periode van het jaar verbonden te weten met wat de moslims beleven. De ramadan is bij uitstek een gemeenschapsgebeuren, legt mgr. Harpigny uit. De iftar na het verbreken van de vasten is geen feestje op zich, het is ook een spiritueel gebeuren: de gemeenschappelijke maaltijd herinnert de moslims er telkens aan dat zij tot één grote gelovige familie behoren.
Deze manier om van het geloof te getuigen, is mooi en kan ook christenen inspireren. Mgr. Guy Harpigny