Bizarre Bijbel #6 ~ Concurrentie voor Mozes
Numeri 16 ~ Korach wil Mozes opzij schuiven
De Leviet Korach komt samen met Datan en Abiram en 250 leiders van de Israëlieten tegen Mozes in opstand. Ze werpen hem voor de voeten: U matigt u te veel aan. Waarom voelt u zich boven anderen verheven? Mozes daagt hen uit tot een offergave. God kan dan beslissen wie Hij verkiest.
Maar als puntje bij paaltje komt, dagen ze niet op. Ze laten weten: We komen niet. Is het niet genoeg dat u ons uit een land dat overvloeit van melk en honing hebt weggehaald om ons in de woestijn te laten sterven? Moet u zich ook nog als heer en meester over ons opwerpen? U hebt ons bepaald niet naar een land gebracht dat overvloeit van melk en honing, en ons ook geen akkers en wijngaarden gegeven. Denkt u dat u mannen als wij een rad voor ogen kunt draaien?
[...] De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Zonder je van deze menigte af, dan zal ik die in een oogwenk vernietigen.’ […] De aarde opende haar mond en slokte hen op, met hun families, alle mensen van Korach en alles wat ze bezaten.
Dat mopperen in de woestijn klinkt bekend.
Jannica De Prenter • Het is echt het sleutelwoord in het boek Numeri. Ergens wel begrijpelijk, natuurlijk. Het volk trekt van pleisterplaats tot pleisterplaats. Honger en dorst doet hen almaar verder trekken, generaties lang. Hier bereikt het gemopper een hoogtepunt. Of liever: dieptepunt. Het zorgt bijna voor de ondergang van Israël.
Uit het boek Numeri wordt zelden voorgelezen in de eucharistie. Waar gaat het eigenlijk over?
Na het boek Leviticus, dat heel wat wetgeving van het vroege Israël uit de doeken doet, leren we in Numeri een sterk hiërarchisch uitgebouwde gemeenschap kennen. Helemaal bovenaan de cultus staan Mozes en Aäron, daaronder de priesters, daaronder de Levieten, en daaronder de stammen naar hun volgorde.
Door afstamming behoorde je tot een bepaalde groep en daar bleef je.
Die verhoudingen geven blijkbaar aanleiding tot heel wat onenigheid, zoals in dit verhaal van Korach.
Korach heeft een grote mond, maar wat doet hij eigenlijk verkeerd?
Korach heeft een punt wanneer hij Mozes en Aäron confronteert: Alle leden van de gemeenschap zijn heilig en de Heer is in hun midden. Waarom voelt u zich dan daarboven verheven? Inderdaad, Israël wordt in zijn geheel heilig genoemd in de Bijbel (wat overigens letterlijk betekent: apart gezet, toegewijd aan de Heer). De Heer heeft Israël uitgekozen om zijn kostbaar bezit te zijn.
De Korachieten dromen van een ander systeem, waarbij iedereen priester mag zijn.
Een sleuteltekst is Leviticus 10,10: Jullie moeten onderscheid maken tussen wat heilig is en wat niet, en wat rein is en onrein, en de Israëlieten uitleg geven over alle bepalingen die de Heer bij monde van Mozes aan hen bekendgemaakt heeft. De heiligheid van Israël hangt samen met het respect voor de bepalingen in de Thora.
Je zou Korach bijna een voorloper van Luther kunnen noemen met zijn pleidooi dat priesterschap aan heel Israël moet toekomen.
Maar hij komt wel aan zijn eind, op gruwelijke wijze….
Het verhaal zegt inderdaad dat Korach, zijn aanhangers en hun families opgeslokt worden door de aarde. Maar verderop in Numeri is er nog altijd sprake van Korachieten, in levende lijven. In het boek Kronieken komen ze naar voren als tempelzangers en poortwachters. Ze kunnen dus niet allemaal verzwolgen zijn.
Ook een aantal psalmen is aan de Korachieten toegeschreven, en wel de meest gevoelige en diepzinnige.
Psalm 42, bijvoorbeeld, is een lied van intens verlangen naar de Heer. De Korachieten zingen over verlangen, verlies en deemoed.
En Mozes, heeft die iets uit het voorval geleerd?
Als Gods woede zich tegen de hele gemeenschap keert, krijgt het verhaal een onverwachte wending. God gebiedt Mozes en Aäron om zich af te zonderen (apart te zetten, denk weer aan dat woord ‘heiligheid’) van de menigte zodat hij het hele volk in een ogenblik kan vernietigen.
Op dat moment tonen Mozes en Aäron zich dienaren van het volk: ze springen voor hen in de bres en smeken de Heer om niet iedereen te straffen.
Het verhaal roept nu Genesis 18,16-33 op, waar Abraham bij de Heer pleit om ten minste de rechtvaardigen in de stad Sodom te sparen. De houding van Mozes en Aäron wordt in het Jodendom chutzpah genoemd: de moed om tegen het oordeel van de Heer zelf in te gaan, en bij hem te pleiten voor een grotere gerechtigheid.
Jannica De Prenter is dominee in ‘t Keerske in Brugge.