Blijf in uw cel - tips van kluizenaar Benoît Standaert (11)
De stilte, de afzondering, het terugvallen op ‘bijna niets’, in de beslotenheid van een beperkte ruimte, dat kregen we op ons bord tijdens die opeenvolgende weken van afscherming omwille van het virus. De vraag kwam dan wellicht vaker direct op ons af: waar komt het erop aan, uiteindelijk?
‘Moeder, waarom leven wij?’
Die vraag zet een mens op weg: we voelen ons geroepen om met het wezenlijke bezig te zijn. Geen Dialoog van Plato die niet cirkelt rond die meest wezenlijke vraag, zoekend en tastend naar een bevredigend antwoord. Alle schijnantwoorden worden de laan uitgestuurd. Je voelt hoe Socrates een ultieme waakzaamheid bewaart rond een onvervreemdbare kern. De ‘deugd’, de ‘menselijkheid van de mens’, daar wil hij bij uitkomen. Ook na de dood, in de onderwereld aangekomen, bij de groten van weleer, zal hij hun nog de vraag stellen: ‘Wat is de deugd? Wat is de menselijkheid van de mens? Vragen die jullie mij niet toestaan hier op aarde te stellen’, zo zei hij op het einde van zijn Apologie, nadat men hem ter dood had veroordeeld. Levensvragen die groter zijn en verder reiken dan de dood!
Er is een leven in mijn leven.
Er is een Bron die welt, een vrijheid en een kracht die onstuitbaar zich meedelen, daar waar iemand er zich voor openstelt. De kunst der kunsten is het beoefenen van een innerlijke kwetsbaarheid voor wat eerst is. Een goddelijke Daad die alles draagt en schraagt, en die aan het leven gunnend zegen geeft, is daar, steeds weer, zonder enig falen. De eerst Gunst, daar komt het erop aan. Door stilte en waakzaamheid in de buurt komen van die wellende Bron. Georges Bernanos eindigde het lange Dagboek van een dorpspastoor met deze drie woorden: ‘Alles is genade’. In die buurt geraken, door te ontwapenen, en vrij in te stemmen met wat aan alles voorafgaat en ook alles ten goede leidt. Het gaat om een vonk, een stil en krachtig Geheim. Psalmverzen brengen ons binnen in het wonder: ‘Gij bergt de bron des levens, in uw Licht zien wij licht’.
Waartoe diende heel die crisis van het Corona-virus? Misschien tot niets anders dan om elk van ons thuis te brengen in een primaire oerarmoede. En daar ‘de stem te horen van een indringende stilte’, zoals Elia bij de Horeb. Een kind ontwaart het wellicht vlugger dan de volwassene. ‘Het kind dat niet oplet’, zoals Ida Gerhardt het dichtte:
Een kind dat niet òplet
en met afwezige ogen
van de anderen afgebogen
initialen zet.
Het zelf – ontwaard met schrik
en trots – geeft eindeloos seinen,
meldende zijn verschijnen
in code: dit ben ik.
Wolken gaan langs het raam.
Het klein gezicht trekt saam. –
Van de overzijde het sein:
‘Ik heb u bij de naam
geroepen. Gij zijt Mijn’.
Laat ons leven uit die Ander die meer onszelf is dan ons eigen ‘ik’. Hij schenkt mij aan mijzelf en bevrijdt mij van m’n lastige ego, in één beweging. Ik ben elke morgen herboren, ik drink aan de bron en trek verder, vrij en immens dankbaar.
Vrede, broeder Benoît