Blijf in uw cel - tips van kluizenaar Benoît Standaert (7)
De kracht van het niets doen. Pure aandacht zijn. Zonder enige fixatie. Niet behept zijn, in niets. Royale onverschilligheid. Open. Vrij. Gelaten. Dankbaar ademend, los van alles. De pomp doet het nog. Wonder! Het licht schijnt en openbaart de dingen.
Alles wordt één open-baring.
Het kleinste eerst, een grassprietje, een ‘twijgje, weerloos en ontdaan’, een symfonie van groen in de achtertuin, voor mijn raam. De kleuren galmen, de meesjes brengen licht in het verhaal. Niets hoeft. Eindelijk zie je weer iets, reëel vóór je staan. De automatische piloot is uitgeschakeld. Je valt en je vindt je zelf terug, anders, echt, naakt, als een boreling in de vroege morgen. Een boreling kermt, van verdriet, van geluk? Het levende leven ontspringt weer aan de levende bron, onwillekeurig.
Je denkt en herdenkt, en je dankt.
Een tjiftjaf verrast je met zijn fluitsignaal. Waarom? Voor wie? De grond van alle dingen is lied, is gratuite zelfmededeling. Je deelt erin, een gave die je ontvangt en schenkt, in een vreemde wisselwerking die zich voltrekt zonder de minste inspanning: niets weigeren, niets opeisen. Wees geschenk. Ontvang dankbaar de gunsten van een onzichtbare Hand die blijkbaar altijd eerst is.
Leef verwonderd.
De mantel van alles wat ‘moet’, glijdt weg van je schouders. Je mag er zijn, zonder die vervreemdende druk. Gun het jezelf en aan alle anderen tegelijk. Het bestaan is gunnen. Breed, beginnend in je onmiddellijke buurt en in golven uitdeinend tot in de verste verten. Onbegrensd.
Zijn en stil zingen in alle breedte en hoogte, diepte en verte.
Een immens kosmisch kruis boort zich een weg doorheen je zuivere aandacht. Wees dat kruis, blij en teder. Het eerste Zijn komt jou tegemoet en door de volhardende stilte mag je erin delen.
Stem in en adem vrij. Zegen en dank. Veradem.
De dag mag nu ‘van stapel gaan’. Gedragen als je bent, draag je stil en liefdevol wie of wat er ook je weg doorkruist.
Vrede, broeder Benoît