Boek onthult Cardijns onvolprezen strijd voor leken in de kerk
We kennen Jozef Cardijn (1882-1967) natuurlijk allereerst als stichter en bezieler van de KAJ, de jeugdbeweging voor christelijke arbeiderskinderen. Onder de naam Young Christian Workers ging zijn beweging wereldwijd en is Cardijn tot op vandaag een van de bekendste Belgen in de wereld. Zijn engagement werd aangemoedigd vanuit Rome voor zover ze paste binnen de Katholieke Actie, die de secularisatie moest tegengaan.
Uit Cardijns engagement volgde ook een strijd voor meer verantwoordelijkheid voor leken in het reilen en zeilen van de Kerk. Dat lag bij een aantal prelaten minder goed. In zijn boek The Leaven in the Council (De gist in het Concilie) beschrijft Stefan Gigacz, secretaris van het Cardijninstituut in Australië, hoe vastberaden en diplomatisch Cardijn te werk ging om zijn ideeën ingang te doen vinden.
Het begon al lang voordat er van een concilie sprake zou zijn. In 1951 hield het Vaticaan een wereldcongres over de uitdagingen in het arbeidersmilieu. Cardijn maakte er een halszaak van om dit congres niet in het teken te zetten van Katholieke Actie (de massa terug naar de kerk krijgen), maar wel van lekenapostolaat (de actieve rol van leken in de kerk). Aan het woord ‘leek’ kleefde toen nog een negatief en antiklerikaal gevoel, legt Gigacz uit.
Door echt te hameren op het idee van een lekenapostolaat, maakte Cardijn de weg vrij voor het Tweede Vaticaans Concilie. Stefan Gigacz
Conflict met kardinaal Suenens
Niemand minder dan kardinaal Suenens zou proberen Cardijn aan de zijlijn van het concilie te houden. Hoewel het bewijsmateriaal vooral indirect is, kan ik tot geen andere conclusie komen dan dat Suenens zijn best heeft gedaan om Cardijn buiten het Concilie te houden of op zijn minst aan de zijlijn ervan. De geschiedenis schrijft aan Suenens toe dat het Concilie werkzaamheden organiseerde over de thema's Kerk en wereld en hij heeft een cruciale rol gespeeld tijdens de eerste zitting in december 1962. Maar het was Cardijn die dit in december 1960 voor het eerst had voorgesteld.
Nu, Cardijn was niet geïnteresseerd in persoonlijke eer en was ongetwijfeld verheugd dat de juiste weg was ingeslagen. Hij kwam pas echt in conflict met Suenens toen die laatste zijn boek Leken in de voorste linie probeerde te censureren. Gigacz: Dat leidde tot een persoonlijke crisis bij Cardijn. Hoe kon hij loyaal zijn aan zijn bisschop én aan zijn eigen overtuiging? Gelukkig bezat hij een buitengewone overtuigingskracht en slaagde hij er uiteindelijk in om tot een vergelijk te komen.
Slechts enkele mensen wisten van dit conflict af, weet Gigacz. Eén van hen was Helder Camara, die er zijn persoonlijke missie van maakte om Johannes XXIII en uiteindelijk Paulus VI zover te krijgen dat Cardijn kardinaal werd, waardoor hij vrij werd van Suenens' hiërarchische controle.
Op weg naar zaligverklaring?
Tot aan het einde van het Concilie was het een strijd om ervoor te zorgen dat Apostolicam Actuositatem het Decreet over het lekenapostolaatzou worden genoemd. Cardijn won de veldslag, al zou hij daar nog niet de vruchten van kunnen zien, aangezien hij 18 maanden na de sluiting van het concilie stierf, toen tegenhangers het leken te gaan halen.
'Hoewel er sindsdien heel wat veranderd is, denk ik dat we het concept van lekenapostolaat in de Kerk nog altijd niet voldoende begrijpen en waarderen. Er is nog een lange weg te gaan!'
Cardijns methode van zien, oordelen, handelen is wel sterk doorgedrongen in de kerkelijke besluitvorming. Ook dat was niet vanzelfsprekend, want die gebeurde destijds vooral vanuit de methode bidden, studeren, handelen. Cardijn bracht de reële wereld binnen in het Vaticaan. Zijn methode vormde de basis voor de laatste bisschoppensynodes en de geschriften van paus Franciscus.
Gigacz: Wat mij bij kardinaal Cardijn vooral treft, is zijn buitengewone geduld, gelijkmoedigheid en verdraagzaamheid. Voor mij is dit een demonstratie van echte heldhaftige deugdzaamheid van zijn kant. Ik hoop dan ook dat mijn werk mag bijdragen tot zijn zaligverklaring.