Boodschap paus Franciscus voor Wereldziekendag: ‘Zorg voor hem’
Dierbare broeders en zusters,
Ziek zijn behoort tot het mens zijn. Maar als we dan geïsoleerd of verlaten worden, verstoken van zorg en mededogen, wordt het soms onmenselijk. Wanneer we samen onderweg zijn, is het niet uitzonderlijk dat iemand zich ziek voelt of moet stoppen vanwege vermoeidheid of een ongeluk onderweg. Juist die momenten tonen ons hoe we samen onderweg zijn: of we werkelijk tochtgenoten zijn of slechts individuen die hun eigen belangen nastreven en anderen aan hun lot overlaten. Daarom nodig ik u uit om op deze 31ste Wereldziekendag, te midden van het synodale proces van de universele Kerk, na te denken of wij juist door de ervaring van kwetsbaarheid en ziekte, kunnen leren op Gods manier, met nabijheid, mededogen en tederheid, samen op weg te gaan.
Ezechiël
In het boek van de profeet Ezechiël spreekt de Heer deze woorden die een van de hoogtepunten van Gods openbaring weergeven: Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten – spreekt God, de HEER. Ik zal naar verdwaalde schapen dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken, […]; Ik zal ze weiden zoals het moet (34, 15-16). Ervaringen van verloren lopen, ziek of zwak zijn, maken natuurlijk deel uit van onze levensweg. Zij sluiten ons niet uit van het volk van God, maar brengen ons in het middelpunt van Gods aandacht, want Hij is onze Vader en wil onderweg niet één van zijn kinderen verliezen. Laten we dus van Hem leren hoe we een gemeenschap kunnen zijn, werkelijk samen onderweg, ons verzettend tegen de wegwerpcultuur.
Barmhartige Samaritaan
De encycliek Fratelli tutti spoort ons aan om de parabel van de barmhartige Samaritaan opnieuw te lezen. Ik heb die gekozen om te verduidelijken hoe we vanuit de duisternis van een gesloten wereld kunnen overgaan naar het bedenken en creëren van een open wereld (cf. nr. 56). Er is een wezenlijk verband tussen deze parabel van Jezus en de vele manieren waarop broederlijkheid tegenwoordig ontkend wordt.
Vooral het feit dat de geslagen en beroofde man langs de kant van de weg achtergelaten wordt, weerspiegelt de toestand waarin al te veel van onze broeders en zusters, net op het moment dat ze het hardste hulp nodig hebben, in de steek gelaten worden.
Het is niet gemakkelijk meer om te onderscheiden of de aantasting van het menselijke leven en de menselijke waardigheid veroorzaakt worden door natuurlijke oorzaken of door onrecht en geweld. In feite beïnvloeden de toenemende ongelijkheid en de overheersende belangen van enkelen nu iedere menselijke omgeving in die mate dat het moeilijk is om eender welke ervaring als ‘natuurlijk’ te beschouwen. Alle lijden situeert zich in de context van een ‘cultuur’ met al haar tegenstrijdigheden.
Vanuit dit perspectief is het erg belangrijk om de realiteit van eenzaamheid en verlatenheid te onderkennen. Deze gruwel kan gemakkelijker overwonnen worden dan om het even welk ander onrecht, omdat – zoals de parabel ons vertelt – er slechts een moment van aandacht, van innerlijk door mededogen bewogen worden voor nodig is om die ongedaan te maken. Twee voorbijgangers, die als vroom en religieus aanzien worden, zien de gewonde man, maar stoppen niet. Maar de derde, een Samaritaan, een geminachte vreemdeling, wordt bewogen door mededogen en ontfermt zich over die vreemdeling langs de kant van de weg en bejegent hem als broeder. Door dit te doen, zonder zelfs erover na te denken, maakt hij een verschil en maakt hij de wereld broederlijker.
Broeders en zusters, we zijn zelden voorbereid op een ziekte en zelfs het verouderingsproces schuiven we vaak voor ons uit. Onze kwetsbaarheid beangstigt ons en de alomtegenwoordige cultuur van efficiëntie drukt ons op het hart die te negeren zodat er geen ruimte is voor onze menselijke zwakheid. Wanneer tegenspoed ons overvalt en ons verwondt, worden we met verstomming geslagen. Bovendien gebeurt het dat anderen ons dan in de steek laten of dat wij vinden dat wij het contact met hen moeten verbreken om hen niet tot last te zijn. Zo steekt eenzaamheid de kop op en raken we vergiftigd door het bittere gevoel van onrecht, alsof God zelf ons ook in de steek heeft gelaten. We hebben het inderdaad soms moeilijk om in vrede met God te leven als onze relatie met anderen en met onszelf beschadigd is.
Het is dus van cruciaal belang dat de hele Kerk, zeker in het omgaan met zieken, het evangelische voorbeeld van de barmhartige Samaritaan volgt en een echt ‘veldhospitaal’ wordt, want haar zending komt tot uiting in het zorgen voor anderen, vooral in de huidige historische context.
We zijn allemaal broos en kwetsbaar. We hebben allemaal nood aan het mededogen van medemensen, die weten wanneer ze moeten halthouden, naderbij komen, genezen en opbeuren. Zo is de benarde toestand van zieke mensen een oproep die onverschilligheid doorbreekt en het tempo vertraagt van hen die hun weg banen alsof ze geen zusters en broeders hebben.
Georganiseerde zorg
Wereldziekendag roept niet alleen op tot gebed en aandacht voor lijdende mensen. Deze dag is ook bedoeld om het volk van God, de gezondheidsinstellingen en het maatschappelijke middenveld bewust te maken van een nieuwe manier om samen op weg te gaan. De hierboven geciteerde profetie van Ezechiël bekritiseert de prioriteiten van wie economische, culturele en politieke macht over anderen uitoefenen: Jullie eten wel van hun kaas, jullie gebruiken hun wol voor je kleren en jullie slachten de vette dieren, maar de schapen weiden, dat doen jullie niet. Zwakke dieren hebben jullie niet laten aansterken, zieke dieren niet genezen, gewonde dieren niet verbonden, verjaagde dieren niet teruggehaald – jullie hebben de dieren hard en wreed behandeld (34, 3-4). Gods Woord is altijd verhelderend en actueel, niet alleen in wat het aanklaagt maar ook in wat het voorstelt.
Het slot van de parabel van de barmhartige Samaritaan suggereert inderdaad hoe het broederlijke handelen, dat begon als een persoonlijke ontmoeting, uitgebreid kan worden tot de georganiseerde zorg.
De elementen van de herberg, de herbergier, het geld en de belofte om op te hoogte te blijven van de situatie (cf. Lc 10, 34-35) verwijzen allemaal naar de inzet van priesters, gezondheids- en maatschappelijke hulpverleners, familieleden en vrijwilligers, dankzij wie elke dag opnieuw, in elk deel van de wereld, het goede de confrontatie met het kwade aangaat.
Structurele grenzen
De afgelopen jaren van pandemie hebben onze dankbaarheid voor hen die zich dagelijks engageren in de sectoren van de gezondheidszorg en het onderzoek vergroot. Toch is het niet voldoende om een dergelijke verschrikkelijke collectieve tragedie te boven te komen door alleen maar helden te eren. De coronapandemie heeft de grote netwerken van deskundigheid en solidariteit onder druk gezet en de structurele grenzen van de bestaande socialezekerheidsstelsels blootgelegd. Dankbaarheid moet daarom gepaard gaan met een actieve zoektocht, in ieder land, naar strategieën en middelen om het fundamentele recht van iedere mens op een degelijke basisgezondheidszorg te garanderen.
Gemeenschap heropbouwen
De Samaritaan roept de herbergier op om voor hem te zorgen (Lc 10, 35). Jezus richt diezelfde oproep tot ieder van ons. Hij spoort ons aan: Doet u dan voortaan net zo (Lc 10, 37). Zoals ik in Fratelli tutti benadrukte: De parabel laat ons zien hoe we een gemeenschap kunnen heropbouwen: als mannen en vrouwen die zich identificeren met de kwetsbaarheid van andere mensen, die de vorming van een samenleving van uitsluiting resoluut afwijzen en in de plaats daarvan optreden als naasten, die mensen die gevallen zijn optillen en rehabiliteren omwille van het gemeenschappelijke goed (nr. 67). Want inderdaad, we zijn geschapen voor een vervulling die alleen in de liefde te vinden is. We kunnen niet onverschillig blijven tegenover het lijden (nr. 68).
Lourdes
Laten we op 11 februari 2023 onze blik richten op het heiligdom van Lourdes en aandacht hebben voor de profetische boodschap die aan de Kerk voor onze moderne tijd is toevertrouwd. Niet alleen wie werkt, is waardevol en niet alleen wie productief is, telt.
Zieke mensen krijgen een centrale plaats in het volk van God en de Kerk gaat samen met hen op weg, als een profetisch teken van menselijkheid waarin iedereen waardevol is en niemand aan de kant geschoven of achtergelaten mag worden.
Ik vertrouw u allen toe aan de voorspraak van Maria, Heil van de zieken, u die ziek bent, u die als familie voor zieken zorgt, u die zich door uw werk, uw onderzoek of uw vrijwilligerswerk inzet voor zieken en u die zich daadwerkelijk inzet om persoonlijke, kerkelijke en maatschappelijke banden van broederlijkheid te smeden. Aan iedereen schenk ik mijn apostolische zegen.
Rome, Sint-Jan van Lateranen, 10 januari 2023
Franciscus