Broeder René Stockman: profileren of nivelleren?
De vraag is echter of we vandaag nog de ruimte krijgen om als christen actief te zijn en of we niet almaar meer met dilemma’s worden geconfronteerd die ons gelovig in de wereld staan echt bemoeilijken en soms quasi onmogelijk maken, schrijft broeder René Stockman, de generale overste van de Broeders van Liefde, in een pas gepubliceerd artikel. Kunnen we ons met andere woorden nog als christen profileren in de wereld? Of worden we gedwongen ons geloof steeds verder te nivelleren met het gevaar in een sfeer van relativisme terecht te komen, waarvoor paus Benedictus XVI de gelovigen zo dikwijls waarschuwde?
Profileren of nivelleren: voor welke houding kiezen we?
Nieuwe soort drievuldigheid
De vraag is of we als christen passief ondergaan en accepteren wat maatschappelijk ruim wordt aanvaard en meestal ook wettelijk mogelijk is geworden? Of blijven we trouw aan ons geloof en bieden we weerwerk met alle middelen die ons in een democratie daartoe geboden worden? Als christenen schieten we op dat vlak wellicht ernstig tekort. Laten we ons niet teveel afschrikken door sommigen die ons als extremisten afschilderen omdat we enkel op een consequente en radicale wijze de evangelische boodschap gestalte willen geven met respect voor andere overtuigingen.
Anderen hebben veel minder schroom om zich met hun radicale boodschap te profileren en de evangelische waarden belachelijk te maken.
Hun doelstelling is op een georkestreerde wijze gestalte te geven aan een nieuw soort drievuldigheid waaraan niemand of niets nog kan raken: de absolute vrijheid, autonomie en zelfbeschikking. Dit lijken vandaag de ingrediënten te zijn van een nieuw beleden maatschappelijke religie.
Ethische debatten
Nivelleren betekent dikwijls dat we compromissen zullen moeten sluiten met visies en waarden die helemaal niet te rijmen zijn met de evangelische boodschap, met de christelijke waarden, met de christelijke visie op mens en maatschappij. We moeten hier maar denken aan de vele ethische debatten die vandaag worden gevoerd en waar geraakt wordt aan de onvervreemdbare intrinsieke waardigheid van alle leven, vanaf het prille ontstaan tot het natuurlijke einde. Wanneer we vasthouden aan de radicaliteit waartoe de evangelische boodschap ons oproept, zullen we heel vlug stoten op een grens waaraan niet kan geraakt worden. Houden wij daaraan, dan zullen we vlug worden uitgesloten of onszelf moeten afsluiten van deze debatten, omdat we niet anders kunnen dan terug te komen op de essentie van de zaak en het niet zomaar kunnen hebben over een aantal modaliteiten waarbij aan de essentie reeds volledig is voorbijgegaan.
Er is een fundamentele grens overschreden, en dan is elk verder debat onmogelijk indien men die grens niet opnieuw respecteert.
Maar de gevoerde debatten gaan uit van een totaal nieuwe waardeschaal, van premissen die helemaal niet meer te rijmen zijn met de fundamenten waarop onze christelijke waarden zijn gestoeld en maken daardoor in se iedere verdere dialoog gewoon onmogelijk. Wanneer over de essentie niet meer kan gedialogeerd worden, is het dialogeren over de mogelijke modaliteiten zinloos en zelfs niet aangewezen.
Zou het vandaag niet juist van moed getuigen om ons als christenen te blijven profileren, met een radicaliteit waartoe de evangelische boodschap ons oproept, en daarmee profetisch in de wereld te gaan staan?