Cardioloog met een hart voor patiënten: Mee mens proberen zijn
Voor de foto heeft Hans 't Kindt (48), cardioloog en adjunct-diensthoofd intensieve zorgen, zijn witte doktersjas aangetrokken. Steeds minder patiënten in het Maria Middelaresziekenhuis in Gent krijgen hem nog zo te zien. Zo'n witte jas creëert namelijk afstand en 't Kindt ontvangt de mensen liever, zegt hij, hij heet hen letterlijk welkom.
Hans 't Kindt • Mijn kijk op de dingen is erg veranderd door mijn jongste zoon. Hij heeft een zware beperking, die gepaard gaat met ernstige epilepsieaanvallen.
Plots was ik geen dokter meer, maar een vader die vertrouwen moest hebben in de kennis van een andere arts.
Gelukkig zijn de dokters bij wie mijn zoon in behandeling is erg soepel. Als het nodig is, kan ik hen altijd bellen, ook als ze niet van dienst zijn. Toen mijn zoon in het ziekenhuis verbleef, waren er ook glijdende bezoekuren. Dat wil zeggen dat je - uiteraard in samenspraak met de verpleging - op elk moment op bezoek kan komen. Ik ben daar een groot voorstander van. Je voelt je zoveel meer op je gemak. Er is openheid, een sfeer van kom maar kijken, alles is onder controle. Als ouder van een ziek kind is dat geruststellend.
Wat wil de patiënt zélf?
Het deed dokter 't Kindt andermaal beseffen dat patiënten in de eerste plaats individuen zijn. Zo wil hij zijn eigen patiënten ook benaderen.
Hans 't Kindt • Een voorschrift meegeven is niet moeilijk. Het is veel moeilijker om mee te gaan in de gedachten en wensen van de mens zelf – de human centered approach zoals men dat noemt. Je bent natuurlijk dokter, maar de plus bestaat erin om mee mens te zijn. Ik heb vaak gesprekken met jonge assistenten. Zij redeneren, vanuit hun opleiding, nogal snel: we kunnen dàt nog doen met die patiënt, of dàt. Ik vraag hen dan: maar wat wil de patiënt zélf? Weegt de behandeling op tegen de levenskwaliteit? Ik ga op zo’n moment praten met de partner, kinderen en vrienden.
Bij een terminale patiënt vraag ik de familie soms: laten we het eens hebben over wat jullie hier samenbrengt. Is alles gezegd?
Dan krijg je veel waardevolle dingen te horen, die belangrijker zijn dan het feit of we iemand met alle middelen nog drie dagen in leven moeten houden. Ik vraag patiënten die nog in relatief goede conditie zijn om daar op voorhand over na te denken: wat wil je dat er gebeurt als het echt slecht gaat? Dat is erg confronterend. Is dat wel nodig, dokter? Ja, dat is nodig, want misschien komt er een moment dat je het zelf niet meer kan zeggen en wij in jouw plaats moeten beslissen.
Een bevoorrechte getuige
Hans 't Kindt • Als ik 's morgens naar het werk vertrek, denk ik altijd: ik ben een bevoorrechte getuige om mensen bij te staan als ze je nodig hebben. Het mooie aan mijn beroep is dat ik elke dag mensen naar huis kan sturen met iets waar ze verder mee kunnen: een artikel, een boek, een idee.
Een consultatie is voor mij geslaagd als mensen 1 keer hebben gelachen en 1 keer een diepe emotie hebben gevoeld.
Dokter Google
De hedendaagse patiënt is mondig, erg mondig. Nog voor hij een arts raadpleegt, is hij al bij Dokter Google langsgeweest. Zoals altijd heeft Dokter Google erg veel te vertellen. Dokter ‘t Kindt ziet er geen graten in. Wel integendeel: hij moedigt patiënten zelfs aan om meer informatie op te zoeken.
Hans ‘t Kindt • Ik heb er geen probleem mee dat mensen met prints van internet voor mij zitten, zolang de informatiebron maar betrouwbaar is. Als het ronduit fout is, dan zeg ik het natuurlijk.
Kennis is heel bereikbaar geworden. Met een half uur surfen kom je al heel wat te weten.
Het gebeurt dat patiënten recentere cijfers of onderzoeken hebben gevonden dan degene waar wij van weten. Wij kùnnen ook niet alles weten. Wij hebben natuurlijk wel onze medische achtergrond en onze jarenlange ervaring. Daarmee kunnen wij de dingen waarmee patiënten afkomen kaderen. Door er iets aan toe te voegen, krijg je het hele plaatje.
Ik ben ervan overtuigd dat er een dag gaat komen dat patiënten even goed geïnformeerd kunnen zijn als de dokter.
Als arts zal je je dan ook niet meer kunnen onderscheiden met je objectieve kennis en kritische analyse, wél als je die kennis combineert met je persoonlijkheid en met empathie. Dit op een manier die toch voldoende afstand houdt. We zijn weliswaar gelijkwaardig, maar niet gelijk. De arts blijft de arts, de patiënt blijft de patiënt.
Dokter ‘t Kindt wil nog een stap verder gaan en patiënten zélf aan het werk zetten.
Hans ‘t Kindt • Ik overweeg een soort zelfstudiepakket samen te stellen waarmee ik patiënten verder op weg help. Dan zeg ik tegen de patiënt: je hebt de diagnose van dit of dat, hier zijn enkele goede websites daarover. Lees maar, het belangt je aan. Als je vragen hebt: mail of bel mij.
Kinderarts worden was geen optie
Hans 't Kindt • Mijn vader suggereerde: word jij maar dokter, daar kun je later iets mee aanvangen. (lacht) Tijdens mijn studies ontdekte ik hoe mooi de mens in elkaar zit. Die orgaansystemen bijvoorbeeld - ach... Mijn vader zei dat ik kinderarts kon worden, maar dat leek me geen goed idee. In een spel probeer ik altijd te winnen en is verliezen slechts een tweede optie.
Als ik als arts een kind zou verliezen, zou ik dat als zeer onrechtvaardig ervaren en als een persoonlijk falen beschouwen.
Als een patiënt als gevolg van zijn ziekte achteruitgaat en je hem dreigt te verliezen, dan beleef je dit mee. Sommige zaken zijn echter onafwendbaar. Hiermee leren leven blijft elke dag een uitnodiging en een uitdaging.