Check: Zorgverleners zijn écht helden! - Sara Loobuyck [column]
Een verlengde vakantie in de schoolsector omwille van corona. Vakantie is leuk, uiteraard. Maar de reden van die verlenging is dat niet. Een beetje van die extra vrije tijd wil ik graag inzetten waar de nood - omwille van diezelfde corona - het hoogst is: de zorgsector.
Ik hou van ontmoetingen met mensen. En dat is nét waar we in deze tijden even op de rem moeten staan. Maar in het rusthuis zou ik wel mensen kunnen ontmoeten en kunnen we elkaar, als het kan, even wederzijds gezelschap houden.
Het afdelingshoofd leidt mij kort rond. Je mag overal binnengaan, behalve in de kamers waar een blauw schort hangt. Ik kijk snel om mij heen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik wel 10 blauwe schorten hangen, en ik trek grote ogen. De afdeling onder ons is helemaal een covid-afdeling geworden, gaat hij verder. Mijn verbazing wordt nog groter. Ja, ik had op het nieuws gehoord dat de situatie in de rusthuizen niet zo goed was.
Pas nu word ik met de harde realiteit geconfronteerd en begrijp ik wat het betekent om in de vuurlinie te staan.
Uit veel kamers klinkt Joe Bidensstem. De Amerikaanse verkiezingen volgen ze ook hier. Ik ga de kamers binnen om de bedden op te maken en maak van de gelegenheid gebruik om een babbeltje te slaan met enkele bewoners. Ik moet toegeven dat ik dankbaar ben dat Amerika net zijn president gekozen heeft. Zo verschuift corona toch af en toe even naar de achtergrond in de gesprekken.
Janine viert haar verjaardag. Al twee jaar op rij brengt ze die dag in eenzaamheid door. Vorig jaar lag ze in het ziekenhuis, dit jaar is ze nog maar net coronavrij verklaard. Een wandelingetje maken in de gang durft ze nog niet. Ze is nog niet helemaal overtuigd dat het virus haar niet een tweede keer zou te pakken krijgen. En wie weet verslaat het virus haar dan wél.
Marie-Louise vertelt dan weer over haar goede buurvrouw Maria. Ze mag morgen uit quarantaine. Net op tijd, want haar man wordt die dag begraven. Hij verbleef op de eerste verdieping en kon de strijd tegen corona niet winnen. Zelf voelt Marie-Louise zich goed. We maken er het beste van, klinkt het moedig. Maar ze mist haar kinderen. Ze mogen per week maar één uur bezoek ontvangen. En elke week is dat dezelfde persoon. Haar zonen heeft ze al lang niet meer gezien. Het zal des te mooier zijn als je hen terug zal kunnen omhelzen, zeg ik hoopvol. Wanneer dat zal zijn, laten we maar even in het midden.
Georges haalt herinneringen op over vroeger. Over de landen die hij bezocht. En ook wel over zijn vele liefjes. Het leven gaat niet altijd zoals je het zou willen, zegt hij. Hij heeft gelijk, bedenk ik. Het leven is vaak gewoon ‘ontvangen’ wat op onze weg komt. En ‘aanvaarden’ wat we niet kunnen veranderen. Anna, die helemaal in de laatste kamer ligt, verlangt om haar dochter te zien, die aan borstkanker lijdt. Wat zou ze haar graag willen bijstaan. Maar dat kan nu even niet.
Daar waar de eenzaamheid sowieso al welig tiert, is ze nu nog voelbaarder, merk ik op.
Hopelijk is dat virus snel weg, klinkt het uit veel monden. En intussen werken de zorgkundigen naarstig verder. Elke keer dat ze bij een covid-patiënt binnengaan, trekken ze een blauw schort aan en zetten ze het faceshield bovenop hun FFP2 mondmasker. Om zichzelf te beschermen, maar evengoed om de andere bewoners niet te besmetten. Een harnas lijkt het wel, bijna onherkenbaar zijn ze. Voor mij, die uit een heel andere wereld kom, lijkt het echt alsof ze elke keer opnieuw hun leven riskeren. Voor hen echter is het de dagdagelijkse realiteit. Ze lijken er zich zelfs geen vragen meer bij te stellen. Ze doen liefdevol wat ze moeten doen en geven de zorg die elkeen nodig heeft.
Volgens het woordenboek Van Dale is een held iemand die uitblinkt in moed. Ik kan het alleen maar bevestigen: zorgverleners zijn écht helden!
(De namen in deze blog werden aangepast om privacy-redenen.)