Comedian Koen Dewulf: ‘Ik wil de kerk aan het lachen brengen’
Met zijn nieuwe show GOD & GOED hoopt Eeklonaar Koen Dewulf het publiek in kerkgebouwen te verrassen, te ontroeren en aan het lachen te brengen. Zelf gelovig - en enthousiast godsdienstleraar geweest - vond hij het niet moeilijk om de nodige inspiratie en de juiste toon te vinden, zegt hij. Van inspiratie loopt de veertiger overigens over; wat een waterval! Tobias vleit zich neer naast ons bankje aan een vijver in natuurgebied Het Leen. Zijn baasje is goed op dreef.
Waarover gaat de show?
Koen Dewulf • Ik haal mijn inspiratie meestal uit het gewone leven: een wandeling met de hond, een verjaardagsfeestje in volle coronacrisis, een Tupperware-avond. Maar ook over de dochter van een vriendin die kanker kreeg toen ze 3 was. Het moet niet allemaal kolder zijn.
In de nieuwe show zing ik een nieuw liedje, getiteld Niet beter dan de rest (maar ook niet slechter), en een nummer over Mozes waarin ik me afvraag wie de Mozessen van deze tijd zijn en hoe hun mandje eruit ziet. Het wordt geen pure comedy.
Kerk-proof, corona-proof en voor de rest helemaal Koen Dewulf.
Veel mensen verwachten van een comedian dat hij hen permanent aan het bulderen brengt, maar ik heb nog veel meer te vertellen dan grappen. Al zal ik wel maken dat het geestig blijft. De apostelen zullen ook wel eens moppen hebben getapt. En ik merk dat ook menig pastoor die ambitie kent!
Over corona gesproken, wat betekende de lockdown voor jou als artiest?
Na al die maanden verlang ik echt weer naar het podium. Mijn cowboybotten ook. Ik wil ze weer aantrekken, de gitaar in de wagen steken en tegen de kinderen zeggen: Papa gaat spelen. Niet dat ik ongelukkig ben, maar er is die drang om op te treden. Dat podium op lopen en Goedenavond, iedereen! zeggen. Je ziet de blikken in de ogen van de mensen en je weet: het is in orde.
Hoe zal het zijn om op te treden voor een zaal vol mondkapjes?
Daar maak ik me wel wat zorgen over. Als comedian projecteer je niet enkel, je moet de reactie van het publiek scherp waarnemen en daarop inspelen. Daarnet kreeg ik telefoon van CC De Herbakker in Eeklo. Ze willen een livestream opnemen: Komaan, Koen, dat lukt wel. De ruimte is mooi aangekleed, techniek tip-top in orde. Maar een mooi tapijtje geeft zo weinig feedback.
Je hebt nochtans niet stil gezeten tijdens die eerste coronagolf. Elke dag een liedje op Facebook.
Dat was super leuk om te doen. Ik weet eigenlijk niet waarom ik er ergens in juni mee gestopt ben. Er is nog zoveel toffe muziek! Mijn kinderen en echtgenote deden geregeld mee. Op onze huwelijksverjaardag trokken we ons trouwkostuum aan en zongen we een Corsicaans liedje dat we gebruikten voor onze openingsdans 13 jaar geleden. Ik kan geen comedy brengen als ik verdrietig ben of met grote zorgen loop, maar muziek is er voor alle omstandigheden.
Lees verder onder het filmpje.
Waar wil je geraken als artiest?
Vroeger wilde ik Willem Vermandere worden. En als dat niet kon, Stef Bos. Nu zie ik mezelf eerder als zielsverwant en wil ik vooral Koen Dewulf zijn. In februari bracht ik samen met Augustijn Vermandere een nummer uit, getiteld Censuur. Rond mijn 40ste verjaardag vielen zo een aantal puzzelstukjes in elkaar.
Mijn nieuwe liedjes Op mijn rug en Kom erbij, vruchten van de lockdown, doen het erg goed op lokale radio’s. Meer mag, maar niets hoeft. Ik geniet van alles en ben gelukkig in het leven. Ik voel me gezegend met mijn gezin in een huisje in het centrum van Eeklo. Onze tuin komt uit op een zelfplukboerderij. Ook daar vind ik mijn portie geluk.
Tekst gaat verder onder de clip.
Wat betekent het voor jou om te kunnen optreden in en voor de kerk?
Daar komen alle eindjes van mijn levensverhaal bij elkaar. Mijn ouders komen allebei uit een groot gezin maar zelf konden ze lange tijd geen kinderen krijgen, hoewel ze naar eigen zeggen dagelijks 3 keer probeerden. Ze overwogen al een adoptieprocedure toen een vriend zei dat hij in Lourdes een kaars zou branden. Een jaar later was ik er. Het gerucht gaat dat vader na de geboorte van mijn broer die man vroeg om die kaars nu maar te gaan uitblazen …
Tot mijn 24ste ging ik samen met mijn pa iedere zondag om 8 uur naar de gregoriaanse mis. Ik ben wellicht een van de weinigen van mijn generatie die het Rorate Caeli vanbuiten kennen.
We hadden in Eeklo ook een Taizékoor, een sterke groep vrienden, nu nog altijd.
Het kan zijn dat je ons met onze gezinnen op een terras in West-Vlaanderen aantreft en we spontaan vierstemmig Confitemini Domino aanheffen. Niet dat iedereen nog even kerkelijk geëngageerd is, maar er is niets mis met dat lied.
Niet bang een etiket te krijgen? Dé katholieke comedian?
Ik denk toch dat ik niet zo makkelijk in een vakje te stoppen ben. Ik ben comedian, maar ook zanger, verteller, troubadour, radiomaker (lokale radio BNL). Ik ben gelovig, absoluut, maar ik denk luidop. Het kan best zijn dat ik eens bots.
Anders dan veel andere mensen ben ik niet echt een zoeker. Eerder een gelukkige vinder.
Ik loop me niet voortdurend existentiële dingen af te vragen. Ik zie een kastanjeboom en ik ben blij dat hij er is. Er is niets verkeerds met op bepaald moment tevreden zijn met wie of wat je bent. Ik wil ook niets verheerlijken, hoor. Maar een kind laat je op zijn verjaardagsfeest ook niet eeuwig zoeken naar de schat. Klop op die piñata en vreet de snoepjes op!