Commentaar bijbellezing 10/11 - ‘Een ballondoorprikker’ - Erik Galle
Evangelie: Marcus 12, 38-44 — ‘Die arme weduwe heeft het meest geofferd’
In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing: ‘Wacht u voor de schriftgeleerden, die graag in lange gewaden rondlopen, die zich laten groeten op de markt, belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen en op de ereplaatsen bij de maaltijden, maar die de huizen van de weduwen opslokken terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten; over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.’ Jezus ging tegenover de offerkist zitten en keek toe hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe die er twee penningen ter waarde van een cent in wierp. Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: ‘Voorwaar, Ik zeg u, die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.’
Commentaar Erik Galle: ‘Een ballondoorprikker’
Ik heb er nog nooit een gezien, een afbeelding van Jezus die rondloopt met een scherpe naald om ballonnen te doorprikken. Het zou een goed idee zijn voor een kunstenaar om zo’n beeld te ontwerpen. Dat met reden, want Jezus doet blijkbaar niet liever dan geregeld een rondje ballonnen te lijf gaan. Hij doorprikt graag de schijn. Hij wil tonen dat wat mensen doen vaak alleen maar lucht is, schone schijn. Jezus bevindt zich in de buurt van de offerkist. Je ziet het niet onmiddellijk, maar ik ben er vrij zeker van dat Hij ook deze keer een naald in de buurt heeft. Hij zit daar – zo stel ik me dat voor – als een niet herkenbare waarnemer. Hij wil te weten komen wie er koperstukken in de offerkist werpt en hoeveel dat er dan zijn. Voor alle duidelijkheid: Hij zit daar niet als een statisticus, het is niet zijn bedoeling om in een Exceldocument de evoluties van de bijdragen in kaart te brengen. Jezus wil te weten komen hoe het gesteld is met de verhouding tussen de buitenkant en de binnenkant van de mensen die iets komen geven. Verschillende rijken werpen veel koperstukken in de offerkist. Stel je dat maar even voor. Dat moet nogal wat lawaai gegeven hebben. Wie een serieuze hoeveelheid stukken deponeert, wordt niet alleen gezien, maar wordt ook heel duidelijk gehoord. Heel anders vergaat het een arme weduwe. Zij schenkt twee penningen, lichtgewichten, en niet veel in aantal. Wie even opzij keek, is het zelfs ontgaan. Jezus ziet het wel, en Hij ziet anders dan wij vaak doen. Hij toont dat het hart er bovendien een andere rekenkunde op nahoudt. Jezus zet de zaken op zijn kop. Als samenvatting van wat Hij geobserveerd heeft, vertelt Hij aan zijn leerlingen dat de arme weduwe het meeste gegeven heeft. Dat is een speciale conclusie. Rekenkundig helemaal onjuist. Maar de band tussen buitenkant en binnenkant is hier volgens Jezus heel helder. Terwijl anderen van hun overvloed gaven – het raakte hen eigenlijk niet – geeft deze vrouw van haar armoede. Het raakt haar heel concreet. Hier helemaal geen schijn. Alles geven wat je hebt … oeps, de ballon die ik vasthield is gesneuveld.
Erik Galle is priester en auteur.