Commentaar bijbellezing 9/3: ‘40 dagen dicht bij God’ - Valérie Kabergs
Evangelie: Lucas 4, 1-13 — ‘De mens leeft niet van brood alleen'
In die tijd ging Jezus, vervuld van de heilige Geest, weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn gevoerd, waar Hij veertig dagen verbleef en door de duivel op de proef werd gesteld. Gedurende die dagen at Hij niets en toen ze voorbij waren, kreeg Hij honger. De duivel zei nu tegen Hem: ‘Als Gij de Zoon van God zijt, beveel dan aan die steen daar dat hij in brood verandert.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen.’ Daarop voerde de duivel Hem omhoog en toonde Hem in een oogwenk alle koninkrijken van de wereld. En de duivel sprak tot Hem: ‘Ik zal U alle macht geven over deze heerlijke gebieden want ze zijn mij geschonken, en ik geef ze aan wie ik wil. Als Gij dus in aanbidding voor mij neervalt, zal dat alles van U zijn.’ Toen antwoordde Jezus hem: ‘Er staat geschreven: De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.’ Daarna bracht de duivel Hem naar Jeruzalem, plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en sprak tot Hem: ‘Als Gij de Zoon van God zijt, werp U dan vanaf deze plaats naar beneden; want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij omtrent U het bevel geven U te beschermen en zij zullen U op de handen nemen opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen.’ Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er is gezegd: Gij zult de Heer, uw God, niet op de proef stellen.’ Toen gaf de duivel al zijn pogingen om Hem te verleiden op en hij verwijderde zich van Hem tot de vastgestelde tijd.
Commentaar Valérie Kabergs: ‘40 dagen dicht bij God’
Aan het begin van de veertigdagentijd lezen we overJezus’ verblijf in de woestijn, beter bekend als Jezus’ beproeving in de woestijn.
Deze beproeving speelt zich inderdaad af in de woestijn, zoals beschreven in de evangelies van Marcus, Matteüs en Lucas. Matteüs en Lucas voegen echter een belangrijke nuance toe: de beproeving vindt niet plaats tijdens, maar ná de veertig dagen waarin Jezus zich terugtrok. Pas na deze periode krijgt Jezus honger en komt de duivel voor het eerst naar hem toe, zo stelt het evangelie volgens Lucas.
Dit kleine detail heeft een grote impact. Te vaak beschouwen we onze eigen veertigdagentijd als een periode van beproeving en zelfs versterving. Deze evangelietekst leert me iets anders: de veertig dagen van Jezus waren een geschenk van de heilige Geest. Een geschenk om in de stilte heel dicht bij God te komen. Juist deze nabijheid had Jezus nodig om de kracht te vinden om toekomstige beproevingen te doorstaan. En die beproevingen laten niet lang op zich wachten. Vlak na de veertig dagen in de nabijheid van God staat de duivel al klaar.
De duivel presenteert Jezus drie beproevingen die verband houden met de beperkingen van het mens-zijn. Hij speelt in op beperkingen waaruit mensen zich liever verlost zouden zien. Het verzoek om de steen in brood te veranderen, raakt aan het menselijke verlangen om bevrijd te worden van lichamelijk ongemak. In het duivelse aanbod van almacht over alle koninkrijken herken ik de hunkering naar bevrijding van afhankelijkheid en onmacht. En in de uitdaging om zich van de hoge poort van de tempel in Jeruzalem naar beneden te laten vallen, klinkt een verlangen naar onsterfelijkheid door, alsook de hoop om verlost te worden van kwetsbaarheid.
Jezus doorstaat deze testen en blijft trouw aan zijn mens-zijn, inclusief alle kwetsbaarheid die daarbij hoort. Hiermee voorspelt hij al iets van de bijzondere manier waarop hij Zoon van God is. De nabijheid die Jezus met God ervaart, is niet degene die hem voor lijden zal sparen, maar die hem zal dragen door en over het lijden heen.
Valérie Kabergs is redactrice bij Otheo en bijbelblogster.