Contre le Temps brengt middeleeuwse mariale gezangen: ‘We zijn een soort vrouwenklooster op onszelf’
Contre le Temps is een vrouwelijk vocaal ensemble dat zich specialiseert in middeleeuwse muziek. Het werd in 2019 in Bazel opgericht door Julia Marty (F), Cécile Walch (F), Karin Weston (US) en Amy Farnell (UK) tijdens hun opleidingsjaren aan de befaamde Schola Cantorum Basiliensis.
‘Langzaam ontdekten we dat we met vier samen muziek konden maken’, legt Weston uit. ‘Er is veel oude muziek die geschreven is voor vier stemmen. Er bestaat dus een repertoire waaruit we kunnen putten. We hebben onze eigen stemmen en vinden elkaar.’
De naam Contre le Temps (tegen de tijd) is ontleend aan twee liederen, één van de Franse troubadour Gace Brulé (1160-1213) en een ander van een anonieme auteur van het Oxford-manuscript. Het drukt de wens van het ensemble uit om deze eeuwige muziek op een originele en tijdloze manier te interpreteren.
Het ensemble brengt bij voorkeur middeleeuwse muziek voor vrouwen of over vrouwen. Feit is wel dat vrouwen tijdens de middeleeuwen een verborgen leven hadden en er weinig van zingende vrouwen tot ons is gekomen. Karin Weston nuanceert dat: ‘Er was Hildegard van Bingen, de eerste vrouwelijke componiste van klassieke muziek in de geschiedenis. Ze schreef onder andere gezongen drama's en religieuze gezangen. Maar een belangrijke bron voor middeleeuwse muziek is ook het manuscript van de koninklijke abdij Las Huelgas in Spanje. Dat was — en is — een klooster van cisterciënzerzusters. Dat toont dat er bij vrouwelijke religieuzen toen een zeer hoogstaande muziekcultuur leefde. Hun gebed was ook altijd gezongen.Ons programma heet Ubi sunt mulieres, ‘waar zijn de vrouwen?’. We zingen Hildegard, en dus ook uit de Codex Las Huelgas. Vrouwen traden niet op maar beleefden hun muziekcultuur achter kloostermuren.’
Amy Farnell: ‘Met ons ensemble werken wij in dezelfde geest als de kloosterzusters van toen. We bouwden een intieme band met elkaar op, studeerden samen in Bazel en zingen ook zoveel samen. We zijn een soort vrouwenklooster op onszelf (lacht).’
Zoetheid en bewondering
Het programma is vooral opgebouwd rond enkele mariale gezangen, gecombineerd met muziek waarin de hoofse liefde wordt bezongen. ‘Er is een zekere gelijkenis in taal en sfeer. Het gaat telkens om gevoelens van zoetheid, tederheid, bewondering … De combinatie van religieuze en wereldse gezangen schept nieuwe perspectieven. We brengen ook twee werken van Guillaume Dufay (1397-1477) die vierstemmig zijn, maar Amy moest een van de stemmen aanpassen om het voor haar zingbaar te maken. Meestal wordt die plaats ingenomen door een instrument. We houden van dergelijke uitdagingen. Het doet ons out of the box met oude muziek bezig zijn.’