Diaken Geert De Cubber mag in oktober mee naar de synode in Rome
In oktober 2023 vindt in Rome de eerste etappe van de universele fase van het synodale proces plaats. Die etappe neemt de vorm aan van een bisschoppensynode, maar in april besliste paus Franciscus dat ook een aantal niet-bisschoppen eraan mogen deelnemen als volwaardige leden. Op 7 juli maakte het Vaticaan de namen bekend van de deelnemers. Tot de Europese delegatie behoort diaken Geert De Cubber, die in het bisdom Gent als bisschoppelijk gedelegeerde bevoegd is voor catechese, jeugd- en gezinspastoraal.
Het besef dat hij in oktober aan een bisschoppensynode zal deelnemen moet nog wat doordringen bij Geert De Cubber. Toch hoeft het niet te verbazen dat de keuze op hem viel. Zo speelde hij al in de diocesane fase van het synodale proces een cruciale rol als diocesaan coördinator voor het bisdom Gent. In februari van dit jaar maakte De Cubber ook deel uit van de Belgische delegatie die in Praag deelnam aan de continentale fase voor Europa. Nu mag de diaken uit Evergem dus ook de universele fase van die nu al historische bisschoppensynode meemaken vanop de eerst rij (of toch ongeveer).
„Al huiver ik een beetje voor dat woord 'historisch',” zegt Geert De Cubber, „maar wanneer het over de synodale wending in de Kerk gaat mag het toch wel gebruikt worden, al ligt die wending natuurlijk in de lijn van het Tweede Vaticaans Concilie.”
Hoe blikt u terug op de reeds afgelegde synodale weg?
Het valt me op dat veel mensen zin hebben om met elkaar te praten, om samen op weg te gaan en daarbij geen agenda's hebben. Dat laatste is in het verleden wel eens anders geweest, of toch minstens anders gepercipieerd.
Van diverse mensen die het Tweede Vaticaans Concilie meemaakten, hoorde ik al dat ze dezelfde 'vibe' voelen als toen.
Dat blijkt ook uit de getuigenissen van mensen die de diverse etappes van het synodale proces meemaakten. Dat was al zo tijdens de diocesane fase in Gent, maar ook in Praag proefde ik het enthousiasme van heel wat mensen. Op dat vlak waren er eigenlijk geen verschillen tussen Oost- en West-Europa, hoewel die er op inhoudelijk vlak wel zijn. Dat heeft iedereen kunnen lezen in het rapport.
Het belangrijkste is dat we die synodale weg aan het gaan zijn. Waar we gaan uitkomen, weten we niet. En dat is misschien maar best ook, want het maakt ons attent voor onverwachte wendingen waarmee we als Kerk steeds weer aan de slag moeten, zeker op sleutelmomenten.
Is dat geen agenda hebben ook niet belangrijk om werkelijk te kunnen onderscheiden waartoe de Geest de Kerk beweegt?
Absoluut. Als mensen van deze tijd mogen we daarmee natuurlijk wel met een zekere nuchterheid omgaan, maar we mogen de rol van de Geest in zo'n proces beslist ook niet minimaliseren. In Praag werd de methode van het geestelijke gesprek gebruikt waarbij geregeld uitdrukkelijke stiltes werden gelaten om de Geest aan het woord te laten. Dat is minstens een poging om de Geest hoofdrolspeler te laten zijn van het synodale proces.
Toch is het geen magische formule waarmee we alle problemen kunnen oplossen.
Uiteraard niet. De Kerk is een wereldkerk. Overal zijn er wel problemen en uitdagingen, maar die verschillen van regio tot regio. Bij ons krijgen we te maken met inkrimping, terwijl in sommige streken in Azië en Afrika de Kerk net stevig aan het groeien is en er nieuwe bisdommen moeten opgericht worden. Die diversiteit is boeiend. De Kerk is een eenheid, maar geen uniformiteit. Dankzij het bespreken van de onderliggende eenheid kun je aan de slag gaan met de verschillen die er nu eenmaal zijn.
Ook de uitkomst van de synodale onderscheiding kan dus op bepaalde vlakken best divers zijn, omdat één uniforme oplossing niet mogelijk is. Dat is geen falen van de onderscheiding. Eerder integendeel.
Trekt u zelf met bepaalde verwachtingen naar Rome of probeert u net een open geest te bewaren?
Ik denk dat je onbewust altijd met bepaalde verwachtingen vertrekt, maar ik probeer die niet uit te drukken, precies om alle ruimte te laten voor die onverwachte wendingen. Of ik daarin zal slagen is natuurlijk iets anders. Hopelijk krijg ik daarbij wat begeleiding van de andere deelnemers aan de synode. In elk geval alle mensen die aan de synode zullen deelnemen zijn in de regel mensen die de vorige etappes van het proces intens hebben meegemaakt. Dat geldt zeker voor de niet-bisschoppen die worden afgevaardigd.
Ik ga in de komende maanden ook nog trachten zoveel mogelijk gesprekken te voeren met mensen die ik via mijn werk ontmoet, zodat ik mijn taak als vertegewoordiger in oktober naar behoren kan uitoefenen.
Immers, ik trek niet in eigen naam naar Rome, maar ik neem alle gesprekken en indrukken van de voorbije jaren mee.
En ook nadien zal het synodale proces natuurlijk verdergaan. We staan immers nog maar aan het begin.