Diest herdenkt Filips Willem
Vergeten prins van Oranje werd vierhonderd jaar geleden begraven in de kerk
De stad Diest kleurt de komende weken en maanden oranje. Niet uit voetbalgekte, wel om prins Filips Willem van Oranje (1554-1618) te eren. De oudste zoon van Willem van Oranje overleed precies vierhonderd jaar geleden en heeft zijn laatste rustplaats in de Sint-Sulpitiuskerk in Diest. Kardinaal De Kesel celebreert aanstaande zondag om halfelf ’s ochtends tijdens het jaargetijde van die katholieke prins.
„Het wordt een waardige en sfeervolle plechtigheid waarbij we ook de vormelingen betrekken”, zegt deken Felix Van Meerbergen. „Afvaardigingen van diverse Oranjesteden, dat zijn steden die een nauwe band hebben met het Nederlandse koningshuis, en meerdere lokale verenigingen zullen na afloop bloemen neerleggen op het graf van de prins. De viering zelf wordt opgeluisterd door het Bredase Operakoor. Breda is, net zoals Diest, een Oranjestad. Later op de dag treedt het koor opnieuw op in onze kerk.”
Prins Filips Willem van Oranje, Heer van Diest, historici omschrijven hem als de vergeten prins van Oranje. Zelfs in de stamboom van de Nederlandse monarchie staat hij niet vermeld. Nederlandse toeristen fronsen telkens weer de wenkbrauwen wanneer ze zijn graf bezoeken in de Sint-Sulpitiuskerk.
„Nochtans was hij de oudste zoon van Willem van Oranje. De kroonprins van Spanje, de latere koning Filips II, was zijn peetoom”, weet Elise Verhaegen, projectcoördinator van het herdenkingsjaar. „Zowel zijn leven als de geschiedenis van de stad Diest werden in de tweede helft van de zestiende eeuw getekend door tragedie. Als oudste zoon van Willem van Oranje zag zijn toekomst er rooskleurig uit, maar niets bleek minder waar. Er braken in de Nederlanden woelige tijden aan die uitmondden in een burgeroorlog en die de familie van Willem van Oranje verscheurde. Ook het leven in Diest en [node:field_streamers:0] de ruimere regio kende door de repressie veel armoede. Prins Filips Willem, die in Leuven studeerde, werd naar Spanje overgebracht om zijn studies voort te zetten in een katholiek milieu.”
Pas na dertig jaar gedwongen afwezigheid keerde Filips Willem terug naar de Nederlanden, waar de protestantse bevolking wantrouwig stond tegenover de katholieke prins. Na de dood van zijn vader nam diens halfbroer Maurits de strijd op zich en hij was niet geneigd de oudste zoon van Willem van Oranje te erkennen als opvolger. Uiteindelijk stierf Filips Willem in 1618 in Brussel op 64-jarige leeftijd.
„Volgens zijn testament moest hij begraven worden in de dichtstbijzijnde Oranjestad. Dat was dus Diest”, legt schepen van cultuur Jos Uyttebroek (sp.a – Groen) uit. „Hij vond zijn laatste rustplaats op 1 april in de Sint-Sulpitiuskerk, al was dat niet zijn enige wens. Hij wilde ook dat er een jaargetijde voor hem werd gehouden in de kerk. Dat gebeurde aanvankelijk ook, maar het ritueel raakte in onbruik. Tien jaar geleden herstelde deken Felix Van Meerbergen die traditie en sindsdien is er opnieuw een jaargetijde voor de prins.”
„Het is een verhaal dat mensen samenbrengt in een intussen eengemaakt Europa”, vult de deken van Diest aan. „De prins was iemand die streefde naar verzoening. Hij heeft altijd moeten vechten voor zijn rechten als oudste zoon van Willem van Oranje. Pas laat in zijn leven werd hij een man van adel. Hij deelde broden uit aan de arme bevolking van Diest en schonk grote sommen geld aan de basiliek van Scherpenheuvel, waar overigens in de sacristie een altaar van hem staat. Hij was een vergeten prins die we vier eeuwen later herdenken.”
Nog het hele jaar door zijn er in de Demerstad feestelijkheden, met onder meer tentoonstellingen in de kerk, de Lakenhalle en het stadsmuseum.
Meer op filipswillem2018.be.