Dromen die helen ~ 8 warme verhalen uit de psychiatrie
#8 In de voetsporen van Damiaan
Als ik bij de koffie aan de mannen vraag waar ze ooit iets van het heilige ervaren hebben, ontspint zich een mooi gesprek. Vroeger werden in de werkateliers stiftjes verpakt van de Damiaanactie. Dat herinneren ze zich nog goed. En Damiaan, dat is een heilige van bij ons die tot de verbeelding blijft spreken. Niet voor niets werd hij enkele jaren geleden uitgeroepen tot De Grootste Belg. Werd zijn stoffelijk overschot toen niet met een speciale boot naar België teruggebracht? Inderdaad, de Mercator, nog altijd te bezoeken in Oostende.
Die stad doet een belletje rinkelen bij Erwin. Hij had er op internaat gezeten. En of dat lange dagen waren. Zo ver weg van huis. Ondanks alles toch positief jeugdsentiment.
– Ik zou zo graag nog eens naar Oostende gaan.
– ‘t Is beslist, we doen een Damiaandag, verkondigde Bruno.
Zo gezegd, zo gedaan. Met mondmaskers stappen we op een warme vrijdag in augustus heel vroeg de trein op. Mijn kettingrokers krijgen het algauw op hun zenuwen. Van de halte in Brussel-Zuid maken we dan maar gebruik om even uit te stappen. Zot content! De vrijheid om het programma aan te passen om in alle rust te kunnen saffen, geeft een instant vakantiegevoel.
– Wanneer gaan we nu ons tekstje doen?
Zoals afgesproken heeft Erwin een tekst mee die hem inspireert, bedoeld om het gesprek op gang te helpen, mocht dat nodig zijn. Niet dat er al veel stiltes vielen, maar Erwin wil ervan af zijn. Hij diept een kaartje op uit zijn portefeuille, al 15 jaar vaste gezel, ooit van een leraar gekregen. En hij leest: We vallen. We breken. We falen. Maar dan: We staan weer op. We genezen. We overwinnen.
Erwin vindt die woorden klinken als ‘taal van Jezus’ en ik kan hem alleen maar gelijk geven. Vlak naast het station, waar ooit zijn school stond, ligt nu een grote bouwput. De school is blijkbaar verhuisd. Teleurstelling. ‘t Is weer zoals op mijn kaartje, lacht Erwin en we proesten haast in koor: We fall … but we rise!
Om 10 uur staan we al voor de Mercator. Anders dan vermeld op de website is het museumschip nog potdicht. Maar we worden opgemerkt en deur zwaait open. We fall … but we rise! Op ons gemak bekijken we de hele tentoonstelling, en dan het schip zelf. Op de boeg van de Mercator zwaait Erwin zijn armen wijd open om in Titanic-houding heel zijn Oostendetijd te omarmen.
Tijd voor Bruno’s wens. Hij wou langs het schuimende water wandelen en dan in het natte zand stilstaan om onze voeten traag te voelen wegzakken. Katrien, wil jij daar dan een Bijbeltekst lezen die me moed kan geven? En we maken er een foto van, zodat ik het me kan herinneren op moeilijke momenten.
Zoals afgesproken lees ik dus een evangelieverhaal. Ik kies voor de leerlingen die denken dat ze een spook zien wanneer Jezus hen over het water tegemoet komt. Het is nacht, het stormt en het vissen lukt maar niet. Wanneer ze doorhebben dat het Jezus is, springt Petrus uit de boot en loopt naar Hem toe. Maar plotseling wordt hij het riskante van zijn onderneming gewaar. Meteen zinkt hij weg, maar Jezus reikt hem een reddende hand.
Het luidop lezen uit de Bijbel, daar op die zonevreemde plek tussen bikini’s en opblaasartikelen, doet de tekst diep binnendringen.
De mannen luisteren aandachtig. Ze lijken het verhaal te herbeleven op dat eigenste moment.
– Waarom heb je getwijfeld?
Tekst gaat verder onder de foto.
Ook bij mij komt het verhaal binnen. Ik denk aan de momenten waarop bij mij de twijfel de kop opsteekt. Waar ben ik als pastor mee bezig? Welke risico’s neem ik door met de trein naar Oostende af te reizen, terwijl er een pandemie door het land raast?
Door het open kunstwerk van Kris Martin - een metalen kader met de vormen van het Lam Godsretabel - bewonderen we de aanrollende zee. Wat een kunstwerk! En eigenlijk ook wel een schilderij van God. Zonder dat het zo genoemd wordt, ontstaat er een gesprek over verschillende beelden en namen voor God. Bruno weet te vertellen dat Allah wel 99 namen krijgt in de islam.
– De 27ste naam vind ik de mooiste: de ‘Alziende’. Vroeger was dat iets om schrik van te hebben: God die ziet wat je verkeerd doet. Maar ik denk dat Hij daarboven zijn ogen gebruikt om je goede bedoelingen te zien, op momenten dat je van niemand anders een duim krijgt.
En of. Volgens mij gaat nu ergens, dichtbij of ver weg, een duim heel erg de hoogte in.
#7 Yves en de onzichtbare hand
Toen ik na de zomervakantie op Yves’ afdeling kwam, bemerkte ik meteen de nieuwe decoratie. Bij IKEA hebben ze toch altijd originele en leuke spullen, dacht ik luidop. Nee, hoor. Origineel werk van onze kunstenaar in residence, weerlegde de verpleegkundige. Van Yves, verduidelijkte ze. Wát? Ik kon mijn oren niet geloven.
Ik zie ons nog aankomen in Schoonderbuken, een goede maand geleden. Ik had er een ontmoeting geregeld met Luc Van Loock, selfmade kunstenaar, 2 decennia geleden gestart met de academie na een lange militaire loopbaan, maar intussen voltijds bezig met workshops en tentoonstellingen. Ik was eerder toevallig op zijn naam gestoten, tijdens mijn zoektocht naar activiteiten in en rond Scherpenheuvel die beantwoordden aan de spirituele wens van deelnemers aan het geannuleerde abdijweekend.
Toen ik Yves bevroeg waar hij ooit iets van God had waargenomen, kwamen we uit bij schoonheid en creativiteit.
'Ze zeggen allemaal dat ik talent heb voor tekenen, maar het komt er niet uit', zei Yves.
Ik heb wel ideeën, maar ik blokkeer soms voor ik een streep op papier heb gezet. Zijn diepste wens was om daarover eens met een echte kunstenaar te praten. Hoe werkt inspiratie precies? Een eigenaardige invulling van de spirituele Make a Wish, dacht ik eerst. Maar bij nader inzien staan schoonheid en schepping toch niet zo ver van God af.
Op zoek dus naar een welwillend kunstenaar die in volle coronatijd even tijd wou maken voor een jongen boordevol talent maar ook met een psychische rugzak. We konden niet beter terechtkomen dan bij Luc Van Loock, zo bleek. Het gevraagde halfuurtje werd een dik uur. Als ik iemand op weg kan helpen, graag! Er is al zoveel ellende door dat virus!
Ook bij Luc had het lang geduurd vooraleer hij zijn ei kwijt kon in de kunst. Zijn zoektocht konden we beleven in zijn couchsurfing installatie. Vanuit een zetel zagen we een lamp met daarop het opschrift Mysterie en Risico. Verderop lagen hoopjes zaagsel: voor al wat niet bruikbaar is in je leven, maar dat je toch een plaats moet geven.
De tocht door het hoofd van onze gastheer was voor Yves ook een ontdekkingsreis door zijn eigen hoofd.
In de kunstig ingerichte hangar hing ook heel wat grafiek. Van Loocks grote liefde is de drukpers. Een ets die ons lang bezighield, toont een man op de grens tussen een wit en een zwart vlak. Zijn lichaam wil naar het licht, maar zijn hoofd staat achterwaarts gericht naar het donker. Terwijl ik een foto maak, zie ik Yves’ rastakapsel gereflecteerd in het glas.
Tekst gaat verder onder de foto.
Na de tentoonstelling krijgen we nog een rondleiding van Luc en zijn vrouw door de tuin. We bewonderen januskoppen in de tuin, mensen die balanceren tussen vroeger en later. Er is zoveel om over te praten. Yves wil geen afscheid nemen zonder zijn dankbaarheid te tonen. Iets verderop in de buurtwinkel vinden we een fles met als etiket Le soleil. Luc lacht: 'Je wil iemand helpen en je krijgt er de zon voor terug!'
En nu, een maand verder, is het zover: twee werken van Yves sieren de afdeling: een kleurrijke vogel en een ondeugende aap. Naar het schijnt volgt hij sinds september les aan de tekenacademie.
Als ik hem vraag hoe hij nu aan zijn werk begonnen is, antwoordt hij mysterieus: Dat weet ik zelf niet, het was alsof mijn hand werd vastgepakt.
Ik mailde Luc Van Loock alvast een foto van Yves’ schilderij. Een nog groter cadeau kun je haast niet krijgen.
#6 Queeste naar ‘een echte priester’
Als ik aan Ward vraag waar hij ooit iets van God ervaarde, denkt hij onmiddellijk aan iemand uit zijn geboortedorp in het verre Oost-Vlaanderen. Ik zou het fantastisch vinden om hem nog eens terug te zien, maar ik ken zijn naam niet meer. Goh, het is onmogelijk om hem terug te vinden. Misschien leeft hij niet eens meer. Laat staan dat hij mij nog zou willen terugzien.
Wat weet je nog van hem?, probeer ik. Blijkt dat Ward ooit misdienaar was, pakweg twintig geleden. Er was een man die ons groepje begeleidde. We maakten fietstochten, gingen op uitstap. We mochten onszelf zijn.
Hij was een echte pastoor.
– Hoe bedoel je, echt?
– Wel ja, hij had die kledij aan, deed de mis en deelde hosties uit. Maar hij deed daarnaast ook echt wat in dat boek stond, de bijbel. Hij luisterde naar ons en stond dicht bij de mensen.
Hij had het goed met mij voor.
Een telefoontje naar de contactpersoon van de parochie leverde een lijst met 9 namen op van mensen die er in die periode pastoraal actief waren geweest. Ze deden geen van alle een belletje rinkelen bij Ward. Maar op basis van hun foto’s op Google selecteerden we er toch een drietal. We besloten ze een voor een op te bellen.
De eerste wist van niets, maar vroeg ons of er een Alain in ons lijstje zat. Alain Babylon? Ja, probeer die dan maar eens! What’s in a name … Alain Babylon hielp ons enthousiast uit de verwarring. En of hij Ward nog kende! De batterij van mijn telefoon was bijna plat toen hij het lange gesprek gul afrondde: Kom maar af met de trein, dan zijn jullie op je gemak. Ik steek een mooi programma ineen en zorg voor het middagmaal.
Het werd een fantastische dag met lekker eten, genieten van kunst en als hoogtepunt het bezoek aan de Sint-Apolloniakerk in Elst. In de sacristie zag Ward het instrument liggen waarmee tijdens de consecratie gebeld wordt. Dat had hij als misdienaar altijd graag gedaan.
Goed bellen, was niet makkelijk. Je moest drie korte en krachtige draaiende bewegingen maken met je pols. Zo? Nee, zo? Of zo? Kijk, zo! Toch? Mijn hoofd tolde al terwijl de mannen lustig bleven bellen.
Met een krop in de keel kreeg ik een vermoeden van de vele herinneringen die dit ritueel bij Ward losmaakte.
De gedachte aan deze gulle man, een échte priester, had Ward overeind gehouden in zijn moeilijkste momenten. Ik begon te begrijpen waarom. Toen pastoor Alain ons na een gevulde dag weer afzette bij het perron, wist Ward dat hij een vriend voor het leven had.
Deze week mag Ward de afdeling verlaten. Ik wens hem het uitzicht van de Muur van Geraardsbergen toe, daar waar Alain zei: Kijk, hoe breed jouw horizon is. Je kan écht nog alle kanten uit.
#5 Jasmina op de Zorghoeve
God is geen goede wiskundige, heb je me eens gezegd. Hij telt maar tot één. Vandaag voel ik mij die ene persoon om wie Hij geeft. Dank je.
Jasmina staat er nog altijd van versteld dat ons dagje samen doorgaat. Eigenlijk gingen we met een groepje op bezinningsweekend naar Averbode, maar je-weet-wel-wat stak daar een stokje voor. In plaats van alles af te gelasten, bedachten we voor iedereen een alternatief. Vandaag maken we Jasmina's spirituele wens waar. We gaan eerst een kaars branden in Scherpenheuvel en dan naar een zorghoeve.
Ik heb een hele dag tijd voor haar en dat vindt Jasmina pure luxe.
Jasmina is veel bezig met ecospiritualiteit. Waar ik ‘God’ zeg, vult zij in: ‘het universum’ of ‘het hogere’. En nog liever laat ze het helemaal open, maar je kan nu eenmaal niet spreken zonder woorden. En zo verstaan we elkaar zonder probleem. Ons lichaam is een aarden pak, legt ze me nog eens uit. Gemaakt van sterrenstof. Misschien is dat wel de reden waarom onze ogen soms zo fonkelen? In Scherpenheuvel kiest ze een kaars zonder opschrift en ze spreekt er stilletjes bij uit: Voor de planeet met alles erop en eraan, van de kleinste spin tot de grootste ster.
Aan tafel in De heerlyckheid, een afdeling van het maatwerkbedrijf De Vlaspit, genieten we van de extra lange wachttijd. Jasmina is goed op dreef: Ik laat me graag inspireren door dieren en planten. Als je goed kijkt, zie je overal humor en liefde. Het is waar. Jasmina is altijd de eerste die een blad in de vorm van een hart ontdekt. Als ik zoiets vind, kan ik het een hele wandeling met me meedragen.
Zo bewust van de liefde om haar heen en toch psychisch kwetsbaar. Jasmina lacht: 'De Schepper is geen perfectionist. Hij maakt kaas met gaatjes.'
Op de Zorghoeve beginnen Jasmina's ogen nog meer te fonkelen. Vroeger bezocht ze de hoeve geregeld en keek ze mee uit om hen meer bekendheid te geven. Maar sinds de verhuizing van het asiel naar Kortenaken was een bezoek niet meer gelukt.
Net vandaag is een roedel hondjes binnengebracht door een oudere dame. Ze hebben haast allemaal een handicap - inteelt. Eentje gaat mee op wandel met ons. Het wordt een wandeling van een uur zonder een noemenswaardige afstand af te leggen. Het maakt niet uit. Jasmina heeft vandaag het verschil gemaakt voor dat hondje en dat is een ervaring om te koesteren.
#4 Autozegening
Piet was een van de eersten die ik op een nieuw geopende forensische eenheid leerde kennen. Wat er in zijn verleden gebeurd is, weet ik nog altijd niet - hoeft ook niet. Op de een of andere manier hadden we een klik. Misschien had zijn religieuze gevoeligheid daar iets mee te maken.
Acht maanden lang stond Piet elke zondag in zijn beste kostuum aan de deur van de afdeling omdat hij de klokken van de kapel hoorde luiden.
Hij mocht niet buiten, dat wist hij wel. Maar hij had het thuis ooit zo geleerd.
Hoewel hij nu op een andere afdeling verblijft, zie ik hem nog af en toe. Uitbehandeld en stabiel met medicatie, heeft hij wat meer vrijheid. Gevraagd naar zijn spirituele wens, klonk het voorspelbaar: nog een keer naar de autozegening in Scherpenheuvel!
Die dag gingen we eerst naar de mis in de Mariahal. Zo hoorde het voor hem. Nadien aten we iets op een terras, wachtend op het uur van de autozegening. In een brochure lazen we dat de 7-sterrige vorm van de basiliek staat voor Maria’s 7 vreugdes en smarten.
Of Piet 7 vreugdes kon opnoemen? Hij moest niet lang nadenken: zijn 5 kleinkinderen die hij onlangs voor het eerst mocht ontmoeten.
Tot voor kort wist hij niet eens dat het er vijf waren. Vreugde 6: zijn dochter die opnieuw in zijn leven kwam. En nummer 7 … deze dag!
Tijd voor de autozegening. De dienstdoende buitenlandse priester nam zijn taak met veel toewijding ter harte. We hadden een warm gesprek vooraf. Hij zou niet alleen de auto zegenen, maar ook de inzittenden. Zegenen betekent: het goede toezeggen. We lieten de zegeningen over ons regenen.
Voor de gezelligheid maakten we nog een ommetje langs Zichem. De deur van het dorpskerkje stond uitnodigend open. Zaten de kerkgangers vanmorgen in de grote Mariahal nog ver uiteen met mondmaskers op, hier ademde alles knusheid. Bij het altaar stond een Mariabeeld met aan haar voeten een vaas vol zonnebloemen en allerlei gevouwen briefjes. Voor jou, stond erop. Vooruit dan maar!
Piet vouwde een briefje open. Er stond een vers op uit psalm 128: Ontvang uit Sion Gods zegen; verheug je bij het zien van Jeruzalems geluk, alle dagen van je leven.
Het vers ging treffend verder: 'En zelfs de kinderen van je kinderen zul je nog zien.' We werden er allebei stil van.
Piet liep na onze uitstap nog lange tijd op wolken. Wat heb jij met hem gedaan?, vroegen de begeleiders verbaasd. Ik heb maar niets gezegd over de autorit op de terugweg, toen we door een onweer geen hand voor ogen konden zien en ik het uitzweette van angst. Piet was er gerust in: Wij zijn gezegend, auto en al. Ons kan niets gebeuren.
Ja, wie was nu pastor voor wie?
#3 Op ‘instap’
Eigenlijk wilden ze op uitstap, de natuur in. Ademen met volle teugen, het gras voelen onder hun voeten, de geur van bomen en bloemen herinneren. Ver zouden we niet komen. Daarvoor zijn de benen van deze moeders te moe. Ik zou ze liever eens verwennen, die benen. Die moeders uit het dagziekenhuis. Ze verdienen het. Mijn voorstel viel in goede aarde.
En dus begonnen we aan de voorbereiding van onze verwendag. We leerden in een amusante kwis over de betekenis van handen in de christelijke en andere spirituele tradities, zodat ook de vrouwen met een andere culturele bagage zich konden inleven. En over geurige oliën, zoals chrisma. Iemand wilde een lied laten horen dat voor haar veel betekent: Love Shine a Light.Laat onze liefde licht schijnen in elke hoek van ons hart.
We haalden sterke herinneringen op aan geuren: pannenkoeken, wierook, versgemaaid gras vroeger op boerderij. Nadenkend en geestdriftig gingen de vrouwen aan het werk; ze mochten hun eigen olie maken op basis van hun favoriete geuren. Heel bewust schreef ieder haar naam op het etiket. Dit ben ik. Ik mag er zijn, zelfs in dit grote, anonieme ziekenhuis, waar dagelijks zoveel mensen om je heen lopen.
En dan het hoogtepunt van de dag: de hand- en voetmassage. Doe zoals Ik u heb voorgedaan. Ik kreeg een krop in de keel. En ik niet alleen.
Gelukkig is de olie van mijn dames nog niet op. Hun dag start met een paar druppels. Ademen met volle teugen. De geur herinneren. Opnieuw die streling voelen van liefdevolle nabijheid, van gedeelde pijn maar ook gedeelde vreugde. Dit was een instap om lang van na te genieten.
#2 Fietsen langs de Demer
Ongelooflijk hoeveel kaarsen ze hier in Scherpenheuvel verkopen! Voor elke intentie is er wel iets. Het verbaast ons groepje: 6 mannen die werken aan hun psychische veerkracht, de onderhoudsman van Kamillus die vandaag met hart en ziel lekke banden plakt, de voormalige hoofdpsychiater die het ook wel zag zitten om mee te fietsen, en ikzelf.
Een intentie voor werk, één voor bescherming tegen corona, één voor de kleinkinderen. Dat je dat allemaal aan God mag vragen! Misschien moet ik mijn beeld van Hem een beetje bijstellen?
Onze fietstocht was een hele uitdaging. Het begon al met het uitzoeken van de route. Dat nam Steve graag voor zijn rekening. Je zag hem groeien door die verantwoordelijkheid. Alles netjes afgedrukt voor de dag van afspraak. Het blad met de knooppunten voor de route Meanderen langs Dijle en Demer hangt nog altijd als een vaandel aan onze fietsen, makkelijk te herkennen in de fietsenstalling van het ziekenhuis.
Meanderen deden we. Ook langs het voorbijglijdende water van ons eigen leven. Weet je nog toen? Sommige patiënten verblijven meermaals of langere tijd in het ziekenhuis, dus we hebben samen al heel wat watertjes doorzwommen. Hoogtepunt - letterlijk en figuurlijk - was het fietspad tussen de boomtoppen. Meanderen met panorama ... langzaam achter elkaar.
Tekst gaat verder onder de foto.
De geuren opsnuiven. De wind voelen wapperen. Even weg van de afdeling! Een vreemd soort energie kroop samen met een al even vreemde vermoeidheid in lijf en leden, een andere vermoeidheid dan we doorgaans voelen.
De sterkere fietsers hielden trouw halt bij ieder knooppunt. Samen haalden we de finish, ieder op zijn eigen tempo.
En zo staan we nu hier bij de basiliek in Scherpenheuvel. Geef en u zal gegeven worden, staat er voor onze neus. We hadden het net nog over Welzijnszorg, die deze uitstap voor onze patiënten mee mogelijk maakt. Waarom doen ze dat voor ons? Wat verwachten ze terug? Niets dus.
Onderhoudsman Rudi: Het is gewoon fijn om iets te kunnen betekenen voor iemand anders. Daar gaat het om. We schrijven een kaartje om te laten weten hoeveel betekenis deze dag voor ons had.
Voor we de fiets op de trein zetten in Zichem, leest Marc een tekst voor die veel voor hem betekent. Hij zou van Meester Eckhart zijn: Het belangrijkste moment is NU. De belangrijkste mens is de mens NAAST me. En het belangrijkste werk is de LIEFDE. Altijd.
Vandaag mochten we deze wijsheid tot in de toppen van onze tenen ervaren.
#1 Eén van hart in Averbode
Dit zijn wij. De voeten van Marlies die altijd enkele centimeters boven de aarde zweven, de nieuwe schoenen van Jean-Celestin die anders alleen maar teenslippers draagt, de jonge benen van Bart die al heel wat gedragen hebben, het beste beentje van parochievrijwilliger Erik en, o ja, mijn gelakte teennagels. We zijn aangekomen op het plein voor de abdijkerk van Averbode na een tocht vanuit Scherpenheuvel.
Daar, in de basiliek, had Tim al het lied laten horen dat hij ter voorbereiding op deze dag had opgezocht: Kind, van het label Bethel Music. Noem het maar de soundtrack bij dit miniatuurverhaal. Schuchter hadden we om ons heen gekeken, maar niemand scheen zich aan ons te storen. Vriendelijkheid alom.
Marlies wist waarom ze naar hier wilde komen: dichterbij Maria zijn. Zoals ze het met haar moeder ooit in Lourdes had ervaren.
Op de helling naar de abdij kregen we het om beurten als olifantje met de rolstoel knap lastig met duwen, maar we zijn er geraakt. Samen. En hier staan we dan, sommigen met de voeten in het water. Of erop? In ieder geval niet onder!
Zie je die engel daar?, vraagt iemand. Hij heeft maar één vleugel. Ik lees het opschrift bij het beeld, De Eénvleugelige van Nis Schmidt: iets over geloof en rede die allebei je evenzeer nodig hebt om de waarheid te zoeken. Ons groepje heeft geen oog voor de officiële uitleg maar het beeld werkt wel na.
Ik voel me vaak vleugellam, maar niet vandaag!
De kracht van deze uitstap samen verbaast Bart, die zich een gelovig groentje noemt en de zegeningen van deze dag opslorpt als een spons. Zijn oog valt op een tekst van Augustinus op de dorpel voor de kerk: 'Wij zijn één van hart.' Dat lijkt wel een verborgen boodschap! Is dat misschien wat jullie in de kerk bedoelen met: ‘Er is geen jood meer of Griek, allen zijn één in Christus’?
Eensgezind besluiten we dat we dit moment moeten koesteren. Hoe anders dan met een ijsje in de likdreef en een afsluitend drankje in brasserie Het Moment? De zoveelste spirituele knipoog van de dag. Jean-Celestin voelt zich even Simon van Cyrene, zegt hij, de man die van het veld geroepen wordt om Jezus’ kruis de berg op te dragen en van wie gezegd wordt dat hij een donkere huid had.
Dat vind ik zo belangrijk: ook hij hoort erbij en heeft een plaats in het verhaal. Black lifes matter.