Duitse straatnaam voor Vlaamse held van verzet Albert Van Hoeij
Op 14 december werd de Albert-Van-Hoeij-Strasse in het Duitse Blankenburg officieel ingehuldigd. Door corona kon de familie de feestelijkheden enkel via het scherm volgen, maar ze zijn daarom niet minder fier. Dochter Kristina: De historicus die onze vader voorgedragen had bij het stadsbestuur van Blankenburg, schreef ons: ‘Niemand verdient het meer dan jullie vader, die hier altijd zo toegewijd was aan de nagedachtenis van het kamp en de dwangarbeid in Blankenburg en Dora.’
Verzet tegen nazi-Duitsland
Albert Van Hoeij was nog maar 20 toen hij opgepakt werd door de Gestapo. Hij was toen pas afgestudeerd aan de normaalschool in Sint-Niklaas, en verloofd. Maar het was 1944 en Albert had ook nog iets anders te doen: opkomen voor de vrijheid van zijn land. De Gestapo betrapte hem met een papier waarop hij het verkeer op een vlieghaven zou noteren voor het verzet.
Na urenlange ondervraging werd hij op transport gezet naar het concentratiekamp van Buchenwald. Vandaar ging het naar het bijkamp in Blankenburg. Vele maanden bracht hij er door, samen met 500 andere gevangenen, vooral Belgen. Onder dwang groeven ze tunnels voor een toekomstige wapenfabriek, onder de codenaam 'Klosterwerke'. Loodzwaar werk voor uitgemergelde lijven.
Toen de geallieerden naderden, begon de beruchte Dodenmars naar Schleswig-Holstein, een manier om sporen uit te wissen en van de gevangenen af te komen door totale uitputting. Het was begin april 1945. Albert overleefde de tocht ternauwernood. Na zijn bevrijding bracht het Rode Kruis hem naar Zweden, waar hij door buiktyfus wekenlang in coma lag. Pas in augustus kon hij weer naar huis.
Vooraleer thuis aan te komen, liet hij de taxi stoppen bij de kerk, voor een dankgebed.
Onvermoeibaar om herinnering te voeden
Kristina Van Hoeij herinnert zich dat haar vader vanaf de jaren 80 begon te vertellen over de hele geschiedenis. Het begon met een bezoek aan de boerderij waar hij bevrijd werd. Via dat contact maakte hij kennis met historicus Jens-Christian Wagner, met wie hij veel ging samenwerken om de geschiedenis van het werkkamp te achterhalen.
De Stekenaar maakte de bouw van een museum en bibliotheek in Dora mee mogelijk. Hij was ook voorzitter van de Beirat, een adviesorgaan van voormalige gevangenen van Dora.
Het ‘Onzevader’ als drijfveer
Dochter Kristina vertelt: Papa hield zich vast aan zijn geloof, dat een grote steun voor hem was. In de barak nam hij het initiatief om elke avond samen het Onzevader te bidden. Een pater van Maredsous die ook gevangen zat, ging voor in een clandestiene viering.
Hosties hadden ze kunnen binnensmokkelen via een smeekbede op een stukje papier van een cementzak.
Ik weet nog hoe blij hij was toen hij vele jaren later dat stukje papier terug te zien kreeg. De pastoor van de Sint Jozefsparochie in Blankenburg had het in de kerk bewaard!
Ook na het trauma van de oorlog hield zijn geloof hem overeind. Enkele jaren voor zijn dood kregen de woorden Vergeef ons onze schulden zoals ook wij vergeven... uit het Onzevader plotseling een heel concrete betekenis. Zelf zei hij daarover: Met wrok en woede was ik nooit bezig geweest, maar vergeven kon ik niet. Tot op dat moment.
'Ik zat op mijn hometrainer en dacht voor de zoveelste keer aan mijn vriend Phil Cornu, zo brutaal neergeschoten door een SS-er tijdens de Dodenmars.'
Wie was ik geworden als ik in een nazifamilie geboren was? 69 jaar na datum begreep ik dat die SS-er uiteindelijk ook een mens was. Dat is voor mij de betekenis van vergeven.
Meester Albert, een vruchtbaar leven
Na de oorlog werd ‘Nummer 75623’ opnieuw een mens met een toekomst. Albert huwde met zijn Esther, die trouw op hem had gewacht. Zelf omschreef hij het als een sprookjeshuwelijk. Het echtpaar kreeg 5 kinderen, 17 kleinkinderen en nog meer achterkleinkinderen. Hij werd onderwijzer in de Lagere School van de Hellestraat in Stekene en later ook directeur tot aan zijn pensioen in 1976.
In de stad Nordhausen werd een wit bos aangeplant als herinnering aan het kamp van Dora. Albert heeft er een boom met zijn naam erbij (foto onderaan).
De straat die onlangs in Blankenburg naar Albert Van Hoeij genoemd werd, verbond het concentratiekamp met de wapenfabriek. Kristina en haar familie zijn vastbesloten om er in de zomer samen heen te trekken.