‘Eucharistie is een feest’ - Kristien Hemmerechts over nieuw boek
Sinds drie jaar woont schrijfster Kristien Hemmerechts opnieuw de mis bij. In een nieuw boek probeert ze de herontdekte werkelijkheid van het geloof onder woorden te brengen.
Waarover gaat het boek Van ver gekomen eigenlijk? Over je familie, over documentairemaakster Heddy Honigmann, met wie je bevriend was, over de dood, God, het geloof? Of dat alles samen?
Alles hangt samen met de ontstaansgeschiedenis van het boek. Heel wat mensen vroegen mij: Kristien, schrijf uw ‘bekering’ toch eens neer. Ik wist niet goed of dat wel zinvol zou zijn, maar toen stierven, heel kort na elkaar, mijn moeder en mijn zus. En op een of andere manier kwam alles samen, ook het verhaal van Heddy, die een half jaar voordien was gestorven. Dan zie je dat er parallellen zijn.
Ik denk en schrijf associatief.
Op het moment dat je tijdens het lezen denkt dat het saai wordt, komt er weer wat anders ter sprake.
Een citaat uit het boek: ‘Mijn schrijven is een poging om te zien wat zich achter de maskers, het vernis, de rolluiken afspeelt, maar het is geen ontmaskeren.’
Ontmaskeren is negatief, een soort j’accuse. Wie ben ik om de steen naar anderen te werpen? De motor van mijn schrijven is wat er niet gezegd wordt, de hypocrisie onder woorden te brengen. Het is bevrijdend om te zeggen hoe de zaken ervoor staan. Ik heb blijkbaar antennes om te voelen dat de schijn wordt opgehouden. Dat is helaas ook van toepassing op de Kerk. Ik begrijp ook wel dat niet alles moet of kan worden gezegd, maar het kan, zeker binnen een gezin, bevrijdend zijn dat de dingen gewoon kunnen worden gezegd. Elke familie heeft haar taboes.
Over de liefde denkt men vaak zwart-wit: je houdt van iemand of je houdt niet van iemand.
Het is het een of het ander, terwijl het in werkelijkheid genuanceerd, tegenstrijdig, complex is. Er bestaat een tendens om de complexiteit te herleiden tot één ding, één label. Journalistiek bezondigt zich daar vaak aan. In een praatprogramma krijg je maar een halve seconde. Ik merk dat ik in mijn schrijven de nuances wil weergeven. De nuance gaat zo dikwijls verloren. Ook met geloof gaat dat zo. Ah, oké, geloof jij dat de hemel bestaat, dat Jezus werkelijk verrezen is? Je zit snel in een vakje. Het drama van onze tijd is dat figuren als Trump zoveel succes hebben. Ik snap de aantrekkingskracht van het eenvoudige. Maar hoe meer ik weet, hoe meer ik besef dat ik niets weet.
In het boek omschrijf je een opdracht voor jou als schrijver: ‘het verhaal herschrijven, er een aanvaardbare versie van ontwerpen, eraan schaven en polijsten tot het leefbaar wordt, want de hele waarheid kan nooit worden gezegd’.
Met de hele waarheid valt niet te leven. Dat wil niet zeggen dat wat ik schrijf leugens zijn of verzonnen is. Het gaat erom een versie van je verhaal te ontwerpen waarmee te leven valt. Op de relatie met mijn zus zou ik niet zo gemakkelijk een label kunnen plakken. Mijn openhartigheid is een gecontroleerde, beheerste openhartigheid. Het is een kneden van het eigen levensverhaal.
We lezen over verlies dat je zelf meemaakte – van moeder en zus, twee jonge kinderen, Herman de Coninck – maar het is wel een verhaal geworden…
Er bestaat een belangrijk verschil tussen uithuilen bij vrienden of een therapeut, en schrijven. In dit boek is verlies mijn materiaal om mee te schrijven, ook al zijn het erge gebeurtenissen. Als schrijver ben je bezig met de vorm van de tekst en niet met de eigen emotie. Er is een afstand die heilzaam is. Wat niet wil zeggen dat wanneer ik de teksten nadien herlees, de emotie niet terugkeert.
‘In die jaren was er geen God in mijn leven’, schrijf je. ‘Er was een kale grijze ijzige vlakte, waarop ik verloren ronddoolde.’
Misschien zou het erger zijn om in zulke ellendige omstandigheden wél te geloven. Als je ziet wat er nu allemaal gebeurt in Oekraïne en Gaza. Ik vind het gemakkelijker te denken dat God er dan even niet is. Toen, in die periode, stond ik absoluut niet open voor een godservaring.
Je kunt niemand dwingen een godservaring te hebben, wel?
Toch gebeurt het vaak dat in zulke omstandigheden mensen juist God ontdekken.
Je spreekt in het boek over drie Kristienen. ‘De laatste tijd is er een derde Kristien, eentje die haar leven wijdt aan God. Eerst dacht ik dit boek te beginnen met de zin: ‘Ik wou dat ik meer tijd had voor U.’ U, God.’
Ik meen dat ook. Ik merk dat ik de behoefte heb om er meer tijd voor te maken. Ik ga nu iedere week naar de mis, maar ik zou wel vaker willen gaan. Ik ga tegenwoordig naar de Engelstalige viering in de Antwerpse kathedraal, op zaterdag om halfzes.
Je noemt jezelf wel een kleine gelovige, een ongelovige gelovige ook. Wat houdt dat in?
Ik denk dat het belangrijk is om niet bezig te zijn met de vragen wat je nu precies gelooft en of je het echt gelooft. De Kerk heeft daar natuurlijk ook mee schuld aan, omdat er mensen op de brandstapel zijn gezet omdat ze dit of dat niet geloofden. Joden waren dan ook slecht, want ze geloofden niet dat Jezus de Messias was. Geloof was een fetisj. Vaak wordt mij gevraagd wat ik dan wel geloof. Geloof jij dat God bestaat? Denk je nu echt dat God zich daar een halve seconde om bekommert?
Het woord vertrouwen is cruciaal. Wie zich eenzaam voelt, is vaak het vertrouwen kwijt.
Dat is ook de reden waarom ik erover praat en schrijf. Vertrouwen is een kostbaar goed, en je kunt het gratis en voor niets krijgen.
In het hart van het boek staat toch een geloofsbelijdenis, een soort credo. Waarom?
Dat was heel moeilijk om neer te schrijven. Ik zeg de geloofsbelijdenis mee in de mis, maar dikwijls vraag ik mij af wat ik daar dan zeg. Geloof ik in de opstanding van de doden? Dat Jezus is neergedaald in de hel, geboren uit de maagd Maria? De vergiffenis van de zonden, daar wil ik wel in geloven. Die Jezus was een ongelofelijke mens. Hij heeft zulke prachtige dingen gezegd. We zijn allemaal kinderen Gods.
Je zegt en schrijft dat je iedere week naar die mis moét gaan. Het gebed en de mis zijn ankerpunten. ‘Het komt goed. Alles komt goed’, staat er. Is dat de reden om naar de mis te gaan?
Ik had nooit gedacht dat ik ernaar uit zou kijken. Deze zaterdag bijvoorbeeld kan ik niet naar mijn vaste mis gaan, maar dan ga ik op zoek naar een alternatief.
Heel belangrijk is voor mij de consecratie. Daar sta ik zelf van te kijken.
Het is het hoogtepunt van de mis, maar het is dat ook voor mij. Iedere keer ben ik ontroerd. Jezus die wist dat hij verraden en gedood ging worden. Het gebaar is zo schoon. In feite vraagt hij: ‘Vergeet mij niet’. Ik doe altijd mijn best goed naar de lezingen en de preek te luisteren, al lukt dat niet altijd. Het belangrijkste is stil te staan en stil te worden. Een uur per week fysiek tijd vrijmaken. Let us go rejoicing to the house of the Lord, zingen we bij het begin van de Engelstalige mis. Dat is een uiting van vreugde, de mis ís ook een feest. Dat heb ik vroeger nooit ervaren, het was mij saai en doods. Ritueel is blijkbaar opnieuw belangrijker. Ik vraag me af wat het zou geven om een mis te laten opdragen met professionele performers… Ik woonde onlangs in een concertzaal een mis bij van Bruckner, maar dan zonder mis. Ik dacht toen: die muziek hoort bij een mis, een echte mis. Zo zou ze moeten worden gebracht.
Een herbeginner noem je jezelf. Er zijn er nog, ook bekende namen, zoals zelfs de Nobelprijswinnaar literatuur van dit jaar, de Noorse schrijver Jon Fosse.
En ook bij ons, zoals Christophe Vekeman. Dat verbaast mij, toen ik herbegon dacht ik dat mensen me zouden gek verklaren. Het is overdreven te zeggen dat het echt leeft, maar ik kan ook niet zeggen dat het niet leeft. Uit het boek blijkt dat ik grote dosissen weerstand heb moeten overwinnen om eraan toe te geven. Dat het zo gedraaid is, dat je je schaamt dat je naar de mis gaat!
Ik draag tegenwoordig een kruisje, maak er ook geen geheim van.
Ja, er zijn meer mensen aan het nadenken, wellicht door alle dreigende rampen die op ons afkomen. Maar voor mij is het vertrekpunt de godservaring. De vreugde vindt daar haar oorsprong.
• Kristien Hemmerechts, Van ver gekomen, De Geus, 20,99 euro. Bestel het boek bij Halewijn.
• Beluister het gesprek dat Leo August De Bock met Kristien Hemmerechts had.