Gastvrij kerkgebouw: ‘Ruimte voor gebed en bezinning’
Volgens de laatste maatregelen mogen in kerken of kapellen in Vlaanderen nog hoogstens 40 personen samenkomen, met inachtneming van de gangbare veiligheidsregels. Wel kunnen alle kerkgebouwen open blijven voor stil gebed, uiteraard met inachtneming van de gangbare veiligheidsregels.
Op Allerheiligen en Allerzielen, twee belangrijke feestdagen, mogen tot 40 aanwezigen deelnemen aan de eucharistie of een andere liturgische viering in de kerk. Onze pastorale aandacht mag echter niet tot deze 40 personen beperkt blijven, zegt Geert De Kerpel, woordvoerder van de bisschoppenconferentie.
We willen allen nabij zijn die in deze dagen rouwen of naar de kerk komen om hun dierbare overledenen te gedenken.
Sommige parochies besloten al om bijkomende liturgische vieringen voor max. 40 personen te organiseren, maar dan nog blijft het totale aantal kerkgangers beperkt.
We roepen daarom parochies vooral op om hun kerkgebouw zo in te richten dat mensen er zich welkom voelen voor een moment van persoonlijke bezinning of gebed, of om zomaar stil te zitten en te rouwen, zegt Geert De Kerpel.
Gastvrij kerkgebouw
Gastvrijheid wordt geboren uit vele kleine inspanningen, tekenen en gebaren. Drie suggesties voor Allerheiligen en Allerzielen:
- Verzorg sfeervolle religieuze muziek op de achtergrond.
- Geef de kans om een kaarsje te ontsteken of een bloem te leggen bij de kruisjes van de overledenen of bij het grote passiekruis.
- Heet mensen namens de parochie welkom of geef een teken van verbondenheid.
Geert De Kerpel vraagt dat ook parochies die vieringen van max. 40 personen niet veilig kunnen organiseren de kerk toch zoveel als mogelijk open te houden.
Juist in deze moeilijke tijd willen we aan mensen meer dan ooit een gastvrij kerkgebouw aanbieden.
Ook buiten de liturgische vieringen, kan men mensen in de kerk verwelkomen voor een moment van persoonlijke bezinning of gebed, voor een klein ritueel (een kaarsje, een bloem), voor een gebaar van solidariteit (een bijdrage voor wie het moeilijk heeft), onderstreept Geert De Kerpel.