Geloven in alle kleuren
Ik ben te gast aan Christ University in Bangalore. Anders dan de naam laat vermoeden, zijn de christenen hier zwaar in de minderheid. Niet meer dan hooguit tien procent van de studenten is christen. De grote meerderheid is hindoe, maar er zijn ook moslims, jains en sikhs. Niet gelovig zijn is hier niet echt een optie, maar voor velen is hun godsdienst vooral ‘a way of life’.
Als ik vraag of er ooit problemen zijn tussen de verschillende religieuze groepen, stellen de studenten me gerust.
‘We discussiëren nooit over godsdienst’, zeggen ze. ‘Dat leidt alleen tot moeilijkheden. We respecteren elkaars feestdagen en gewoontes. We bewijzen hier in de praktijk dat het prima kan om samen te leven met wie een andere godsdienst heeft.’
Er heerst bezorgdheid bij hen allemaal over de koers die de regering vaart en die van India stap voor stap een hindoestaat lijkt te willen maken. De studenten journalistiek weten dat het moeilijk werken zal worden. Hun ouders zijn bang, ze zien hen liever in een job als copywriter of in een reclamebureau, in plaats van als reporter. Dat kan best gevaarlijk zijn.
Godsdienst wordt dan misschien de lont in het kruitvat.
Bij een bezoek aan een Hare Krishnatempel schuiven we een uur lang aan voor het heiligdom. Doorheen telkens grotere toegangstempelpoorten schuifelen we tussen een bonte menigte Indiërs op blote voeten langs beelden die bij ons geen verhaal oproepen. Beelden die ons overdadig versierd lijken en waarbij je fruitoffertjes of bloemenslingers kunt achterlaten. Wij zijn vooral onder de indruk van de mensen, hun aantal, hun verscheidenheid, hun kleurige kleren, en ook hoeveel jonge mensen erbij zijn. Mensen maken er op hun vrije dag een familie-uitje van om samen naar de tempel te gaan.
Godsdienst is hier niet iets voor oude mensen.
De student die ons gidst, schaamt zich een beetje voor de commercialisering van zijn geloof als we na de tempel doorheen allerlei winkeltjes moeten met boeken over vegetarisch koken en lichaamsoefeningen. We verzekeren hem dat we dat kennen van onze bedevaartsoorden.
Ik denk terug aan onze parochie. Waar sommige mensen weigeren een of twee zinnen uit de geloofsbelijdenis mee te bidden, omdat ze er niet helemaal kunnen achterstaan. Waar er vaak discussie is als iemand iets nieuws wil uitproberen, van gezinsvriendelijke vieringen tot nieuwe liederen. Ook bij ons kunnen de gemoederen daar soms hoog over oplopen.
Wat is het toch dat ervoor zorgt dat religie mensen tot licht ontvlambare wezens maakt?
Misschien omdat het iets is wat we diep in onszelf voelen, wat van wezensbelang voor ons is. Omdat het gaat over wie we zijn en bij wie we horen. Er zijn daar in elke godsdienst veel grote theorieën over, maar als we leren kijken naar wat ons verbindt, kunnen we aan iedereen gunnen dat hij of zij dit geloof vanbinnen persoonlijk invult.
God heeft ons allemaal verschillend gemaakt en hij zag dat het goed was.