Van God gedicht: Kerstkring (1)
#1 Advent 1
Advent. Kom, steek de kaarsen aan!
De eerste kaars staat voor het licht
dat heel de wereld deed ontstaan,
toen God de schepping heeft gedicht.
Maar ook het licht dat Jezus heet,
‘t licht van de wereld hemelsbreed.
Advent. Kom, steek de kaarsen aan!
De tweede kaars staat voor het licht
dat wij, bevrijd van zonde en waan,
ook kunnen zijn, het lichtbericht
dat wat de Heer, die voor ons leed,
dit ook voor heel de wereld deed.
Advent. Kom, steek de kaarsen aan!
Het licht breekt door het duister heen.
We hebben nog een weg te gaan.
Wij niet alleen, maar menigeen
die van een nieuwe wereld droomt
en weet waar levend water stroomt.
Advent. Kom, steek de kaarsen aan!
De vierde kaars staat voor de tijd
dat al wat leefde is opgestaan
en de verborgen heerlijkheid
van God zich lichtend openbaart
voor wie zich aan zijn zijde schaart.
Piet Thomas
#2 Advent 2
Gij zijt het licht dat komt.
Wij wachten in de schaduw,
verlangen naar ‘t geluk
dat Gij ons hebt beloofd.
De tijd is een rivier
die alle wrakhout meesleurt,
maar ook de hoop op heil
die ons bevrijden zal.
Zo komen we tot U
weerloos, met lege handen,
de ogen vol met leed
om wat verloren ging.
Ik weet dat Gij bestaat
en nooit uw woord verloochent,
dat Gij er voor ons zijt
verborgen en bereid.
Gij zijt het licht dat komt.
Wij wachten in de schaduw,
verlangen naar ‘t geluk
dat Gij ons hebt beloofd.
Piet Thomas
#3 Magnificat
Ik loof en prijs de Heer
die machtelozen redt.
Wat doet Hij grote dingen!
De zwakken geeft Hij kracht.
Uit de verdrukking haalt
Hij slaven en geringen.
De trotsen in hun macht
verbleken als Hij komt
om mensen te verblijden.
Nu Hij mij uitgezocht
en uitverkoren heeft,
mag ik het fier belijden:
om wat Hij heeft gedaan
aan mij en alle mensen,
wil ik Hem dankbaar blijven.
Dat Hij ons heeft gered
uit alles wat verknecht.
dat is wat wij geloven.
Dat alle angst nu wijkt
nu Hij ons heeft bevrijd,
daarom wil ik Hem loven.
Piet Thomas
#4 Maria
Het jonge meisje dat je was,
schrok het niet toen de engel kwam
en toen je in zijn ogen las
wat niemand ooit van hem vernam?
Wat is er in je omgegaan
toen hij zei: moeder van Gods Zoon
en ook dat je van nu af aan
een ereplaats had rond de troon?
Hoe voelt de vreemde boodschap aan
waarin je moeder van je Schepper heet?
Lijkt het dan niet een zoete waan
waarin je niets meer zeker weet?
Maria, draagster van de hoop
dat al wat leeft eens wordt bevrijd
en wat als kwaad eens binnensloop,
verdreven wordt of ons ontglijdt,
jij, maagd en moeder van de Heer,
die ieder mens tot vreugde noodt,
wees onze hulp en ons verweer
nu en in ‘t uur van onze dood.
Piet Thomas
Piet Thomas is 91. Hij is priester, dichter en was lange tijd hoogleraar in Leuven en Kortrijk. Hij doceerde er geschiedenis van de moderne Nederlandse letterkunde, moderne Nederlandse teksten, inleiding tot de wereldletterkunde, literaire analyse en kritiek en inleiding tot de freudiaanse literatuurpsychologie. Hij was de man achter verscheidene literaire genootschappen, tentoonstellingen en tijdschriften. Hij publiceerde naast eigen poëziebundels ook bloemlezingen uit de religieuze poëzie van Gery Helderenberg en Anton Van Wilderode. Van hem verschenen gebedenboeken, twee boeken met kritisch proza en vertalingen van het Psalmboek en van gedichten uit het werk van R.M. Rilke, Rose Ausländer, Friedrich Hölderlin, Ilse. Aichinger en L. Labé.