Godsdienstleraar Jan Bethune haalt Vredeslicht naar België
Afgelopen weekend trokken Jan Bethune en zijn dochter naar Aken. Daar hielden ze hun kaars tegen een Duitse. De Duitse kaars was op haar beurt net terug uit Oostenrijk en die kwam op haar beurt rechtstreeks uit het Palestijnse Betlehem. In 1986 begonnen als een kerststunt op de nationale televisie in Oostenrijk, had het Vredeslicht zo’n succes dat het tot ver buiten de grenzen een traditie werd.
Als we meester Jan in Nevele opzoeken, repeteert hij net het Europees volkslied met de kinderen van de Gemeenteschool: Alle mensen worden broeders … Weg met haat en nijd, lieve mensen. Open je hart voor iedereen. Ook de kinderen en juf van zedenleer sluiten aan voor de repetitie. Ze zijn klaar om het Vredeslicht vandaag, maandag, op school te onthalen. Al wie wil, kan de vlam hier nu komen delen.
Lees een interview met Jan Bethune onder het filmpje.
Vanwaar dit engagement voor het Vredeslicht?
Jan Bethune • Vier jaar geleden hoorde ik er voor het eerst over. Het werd toen ook al naar België gehaald, maar het is hier nog tamelijk onbekend. Ik ging me erin verdiepen en vorig jaar besloot ik mijn schouders er mee onder te zetten.
De eenzaamheid die ik rond mij zie, en de nood aan meer verbondenheid tussen mensen over alle grenzen heen, zijn mijn grote drijfveer.
Wat is de achtergrond ervan?
Het paste oorspronkelijk in de jaarlijkse actie Licht ins Dunkel van de openbare zender ORF, maar het had op zichzelf meteen zoveel succes dat het sindsdien jaarlijks herhaald wordt.
Een kind haalt (onder begeleiding uiteraard) in de geboortekerk van Christus in Betlehem het licht op in een speciale lantaarn. In gelijkaardige lantaarns wordt het van daaruit verdeeld naar al wie het maar ontvangen wil.
De bedoeling is om in deze donkere en koude wintermaanden meer verbondenheid en hoop te brengen bij mensen.
Het licht komt uit Betlehem en heeft in die zin christelijke wortels, maar het is niet exclusief voor christenen. Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil, zingen we niet voor niets. We moeten het ons niet willen toe-eigenen.
Gemeentebesturen, Rode Kruis en scouts spelen in ons omliggende landen een belangrijke rol in het aanbieden van dit Vredeslicht. Ook in België werken de scouts mee, onder leiding van hun aalmoezenier Werner Fierens. Maar voor andere organisaties en overheden ligt het soms delicaat.
Of iemand nu sjalom of salaam zegt als hij het licht doorgeeft, maakt mij niet uit. Als het maar wordt doorgegeven.
En eerst en vooral aan mensen die er nood aan hebben. Met die boodschap heb ik geprobeerd enkele burgemeesters te overtuigen.
Waar in Vlaanderen kunnen mensen het Vredeslicht ophalen?
Op onze website Vredeslicht.be vind je een handvol Vlaamse gemeentebesturen die meedoen en waar je vanaf 20 december het Vredeslicht in het gemeentehuis kan ophalen: Deinze, Kortrijk, Lommel, Zedelgem. Daarnaast kun je het licht ook ophalen op een aantal verdeelpunten van de scouts en in kerken, onder meer in Turnhout, Leuven, Hasselt, Berlaar, Antwerpen, Oostende, abdij Averbode, Nevele en Brugge. Breng wel je eigen kaars en kandelaar mee!
Ouderen en zieken kunnen op de website hun contactgegevens doorgeven en vragen dat vrijwilligers de vlam bij hen thuis komen brengen.
Mijn grote droom is om ooit, zoals in Duitsland, op kerstdag van deur tot deur gaan om het licht uit te delen.
Welke reacties kreeg je van burgemeesters die meedoen?
De (CD&V-)burgemeesters van Nevele en Deinze waren meteen enthousiast. Binnenkort fuseren die gemeenten en het initiatief is dus een kans om alvast aan verbondenheid te werken. Toen ik zondag met het Vredeslicht aankwam in Brussel, stonden ze me er samen op te wachten. We wilden samen de metro nemen en even halt houden in Maalbeek, de plek van de terroristische aanslag op 22 maart 2016, maar daarvoor kregen we helaas geen toestemming.
Het doet me denken aan het Bijbelverhaal van Mozes bij de brandende braamstruik: Gods vuur is anders dan dat van mensen. Het brandt, maar vernietigt niet.
Ook de burgemeester van Kortrijk (Vincent Van Quickenborne, Open Vld) was heel bereid het Vredeslicht te onthalen. Daar breng ik het licht deze week naartoe in gezelschap van jongens en meisjes van Jokri Drongen. Omdat de kaars van de brandweer ‘s nachts niet ter plaatse mag branden, zal het ‘s nachts in kerken en moskeeën onderdak vinden. De vlam wordt over meerdere parochies verdeeld.
In Lommel is het dan weer een socialistische burgemeester (Peter Vanvelthoven, Sp.a) die het Vredeslicht onthaalt.
Ik vond open deuren waar ik het niet verwacht had, en ook wel omgekeerd.
Maar dit is voor mij echt actief pluralisme. Mijn diepste wens is dat mensen eens nadenken over hoe we met elkaar eigenheid omgaan. Mag de ander anders zijn? Kunnen we toch dit licht samen dragen en beschermen?
Wat als de vlam uitgaat?
Dat mag niet gebeuren. Ik heb eens gehoord van een Amerikaan die honderden km had gereden om het licht op te halen. Ergens in de laatste bocht gaat de vlam uit. Hij is helemaal terug gereden.
Dat is nu net zo mooi aan het Vredeslicht: het is zo kwetsbaar. Je moet het beschermen als een baby.
En daarvoor heb je elkaar nodig. Ik had de Duitsers nodig die het licht vanuit Oostenrijk haalden. We hebben de jongeren van de scouts en Jokri nodig die het hier verdelen. Als de vlam uitgaat, is het niet meer uit het licht uit Betlehem, de plaats die zo betekenisvol is voor ons als christenen, en die als stad in oorlogsgebied symbool staat voor de zo verhoopte wereldvrede.