Godsvolk onderweg
Pausen en bisschoppen zijn voortdurend op weg naar de mensen. Paus Paulus VI reisde naar de uiteinden van de wereld. Johannes-Paulus II ontmoette massa’s jongeren tijdens de Wereldjongerendagen. Paus Franciscus omhelst armen, zieken en misdeelden. Dichter bij de mensen zijn, kan gewoonweg niet. De menselijkheid van de Kerk toont dat we allen zoekende mensen zijn, op weg naar God. Toen een journalist Franciscus vroeg hoe hij zichzelf omschreef, antwoordde de paus: „Ik ben een zondaar die vergeving kreeg.” Levend tussen de mensen spreekt de paus verstaanbare mensentaal, toont hij de barmhartigheid van God, vraagt hij telkens opnieuw voor hem te bidden. Zijn gezag komt voort uit het feit dat wij onszelf in hem herkennen: hij is zoals wij zijn, vergeven zondaar.
De weg die wordt gegaan, leidt tot de verrijzenis, tot de komst van de Geest. Daarin schuilt de kracht van het geloof. De hoop op de toekomst geeft moed en kracht om voort te gaan, om de wereld wakker te schudden, om de samenleving om te vormen. [node:field_streamers:0] De weg die de Kerk vandaag gaat, wordt ook geleid door diezelfde Heilige Geest. Een missionaire Kerk, een diaconale pastoraal, een vormende gemeenschap – het zijn allemaal tekenen van de aanwezigheid van de Geest die Jezus bezielde.
Paus Franciscus beklemtoont de noodzaak tot onderscheiding, om duidelijk te kunnen zien en te begrijpen wat er omgaat in de werkelijkheid en om die realiteit in contact te brengen met de boodschap van het evangelie. De kunst is de boodschap grondig te begrijpen en vervolgens na te gaan wat mogelijk en haalbaar is om die boodschap aan te bieden aan de mensen van vandaag.
Accenten wijzigen. Werkmethoden vernieuwen. De betekenis van woorden kan verschuiven. Paus Johannes XXIII zei: „Het evangelie verandert niet, het zijn wij die het langzamerhand enigszins beter beginnen te begrijpen.”
De weg die het volk van God gaat, geleid door de Herder, voert het door donkere en lichtgevende momenten, maar het perspectief blijft overeind: een levende gemeenschap vanuit de Geest van de verrezen Heer.”