Hartverwarmend verhaal van een lezeres in Taiwan
Mensen van goede wil moeten hun batterijen koppelen om sterker te staan, schreef ik een tijd geleden. Twee maand later komt er post toe uit Taiwan. Afzender: Lieve Franssen. ‘Je artikel over kleine daden van goedheid blijft in mijn hoofd hangen en ik behoor tot de gelukkigen die er vaak mogen ondervinden’, schrijft ze. Bijgevoegd dit hartverwarmende verhaal.
Uit een ziekenhuis in Huwei
Lieve Franssen • Ontdaan kwam Yun-chiou, teamleider van de dossierdienst binnen. Onmiddellijk wil ze haar verhaal kwijt. Een jonge collega, zo vernam zij van anderen, zou dezelfde namiddag naar een klein privé hospitaaltje in de buurt gaan voor een abortus. Yun-chiou had haar terzijde genomen en begripvol van gedacht te laten veranderen. Niets mocht baten. ‘Jij hebt daar geen zaken mee’, zo had de jongere haar geantwoord. ‘Het heeft niks met mijn werk te maken. Ik ben na de middagpauze terug en doe gewoon mijn werkuren verder. Bemoei je er niet mee!’
Beiden beseften we dat we niet konden ingrijpen. Ik kon zelfs niet tonen dat ik ervan op de hoogte was. Eerst hoopte Yun-chiou nog dat het hospitaal de ouders van dat meisje kon verwittigen. Maar neen, zij was net over de 18 jaar en dus een volwassen persoon van wie de persoonlijke gegevens geëerbiedigd moeten worden. Verslagen zaten we daar, sprakeloos. ‘Mocht het mijn dochter zijn, dan zou ik toch willen dat ik verwittigd werd’, zegt Yun-chiou, zelf mama van twee opgroeiende dochters, nog peinzend. Toch weet ook zij dat zij niets kan doen.
‘Ik kan en ga wel voor haar bidden, want het kan niet dat zo’n ingreep nu of later geen diepe sporen zal nalaten’, vertrouw ik Yun-chiou toe.
Hoewel zij niet katholiek is, maar in ons hospitaal vertrouwd met wat gebed is, zegt ze: ‘Dat ga ik ook doen.’
Niet veel later een telefoontje, weer Yun-chiou: ‘Ik weet nu wat ik kan doen voor haar. Als zij straks – alleen – terug komt van die ingreep en hop haar kamer wat rust, kan ik haar iets warms en voedzaam brengen om te eten en wat te drinken. Wat vind jij daarvan?’
Ik kan gewoon niet antwoorden. Mijn keel is dichtgesnoerd van emotie. Hoe mooi, hoe delicaat van haar als teamleidster, zo’n zorgend en liefdevol gebaar van meeleven te bedenken. Een klein woordeloos gebaar van liefde, van zorg voor de persoon, hoewel duidelijk niet met haar instemming. En dat niet alleen bedenken maar ook doen!
Als ik uiteindelijk mijn stem terugvind, kan ik enkel zeggen: ‘Wat een fijne gedachte van je, Yun-chiou! Hoe kwam je op dat wondergoed idee?’ ‘Misschien wel met dat bidden’, zegt ze, en drukt de telefoon uit.’
Goed nieuws reist … 9.600 km!
Nu wou ik wel meer weten over de afzender. Gelukkig had ze haar e-mailadres bijgevoegd. En zo komen we te weten dat onze lezeres, Lieve Franssen, ‘door Gods wondere wegen’ in de jaren 60 naar Taiwan trok om als medewerkster van het Apostolaat in te gaan op de vraag van een uit China verdreven bisschop om mee te bouwen aan het prille christelijke leven in Taiwan. Als verpleegkundige en vroedvrouw ging ze aan de slag in een katholiek ziekenhuis. En daar werkt ze nog steeds mee, nu als gepensioneerde, op de gezegende leeftijd van 86 jaar.
‘Het valt me steeds eenvoudiger om het leven als lekenmissionaris te leven dan om het uit te leggen’, schrijft ze nog.
‘Uw initiatief raakt bij mij een gevoelige snaar, want er bestaat hier een gezegde, vrij vertaald: ‘Slecht nieuws reist tweeduizend mijl, goed nieuws raakt de deur niet uit.’ Zo is het maar al te vaak.’ Maar niet deze keer. Wat is de afstand tussen Gent en Huwei? 9.600 km!