Historische bakermat herrijst
Benedictijnse priorij in Geraardsbergen komt weer tot leven dankzij museum
Tot vóór enkele decennia bevond zich in Hunnegem, de historische bakermat van de stad Geraardsbergen, een gerenommeerd meisjespensionaat dat leerlingen telde uit het hele land alsook uit Engeland. De Oost-Vlaamse stad aan de Dender was tot vóór tien jaar ook gekend voor haar benedictijnse priorij. Met het vertrek van de laatste zusters benedictinessen in 2008 kwam echter een einde aan een kloostertraditie die in 1624 van start ging.
Begin deze maand herrees de kloostersite evenwel opnieuw uit haar as. Aanleiding is de recente opening van een nieuw museum, HuGe gedoopt, een samenstelling van Hunnegem en Geraardsbergen. Aan de hand van beelden, schilderijen, oorkonden, kaarten, liturgisch vaatwerk en honderden foto’s brengt het HuGe Museum duizend jaar geschiedenis tot leven.
„In de benedenkerk tonen we een historische reconstructie van de geschiedenis van Geraardsbergen tot en met dit jaar”, zegt historicus en conservator Koenraad De Wolf die het project inhoudelijk vormgaf. „Het huidige Geraardsbergen werd in 1068 gesticht als Hunnegem. Boudewijn VI, de toenmalige graaf van Vlaanderen, zocht in de streek naar een plek die zich makkelijk liet verdedigen. Toen hij de site aankocht, bevonden zich daar al een romaanse kerk en een bloeiende bedevaartplaats, opgetrokken op een prehistorische cultusplaats. De priorij die in 1624 werd gebouwd en tijdens de Franse Revolutie werd verkocht, werd in 1816 door de zusters teruggekocht en heropgericht, gevolgd door een bloeiende periode tot de jaren 1960. In 1914 woonden er 47 zusters benedictinessen. Met de komst van het museum rijst de kloostersite voor de tweede keer uit haar as en krijgt de kerk die al tien jaar leeg stond opnieuw een zinvolle bestemming.”<[node:field_streamers:0] br>Ook OCMW-voorzitter David Larmuseau (CD&V), initiatiefnemer van het grootschalige socioculturele project, is tevreden. „Bij de verkoop van de priorij beloofde ik de zusters het patrimonium een nieuwe en duurzame bestemming te geven met respect voor wat ze tijdens hun verblijf van bijna vierhonderd jaar in Hunnegem nalieten. Ik ben blij dat mijn belofte vandaag, negen jaar later, is waargemaakt.”
„Ik had niet verwacht dat het er nog van zou komen”, geeft gewezen priorin Lutgarde Torrekens toe. „Het museum is een eerbetoon aan de benedictinessen en hun eeuwenlange inzet. Hunnegem was zowel een spiritueel centrum als actief in het onderwijs en onze priorij verschafte werk aan zo’n drie- tot vierhonderd meisjes in de brei-, borduur- en kantateliers.”
„Het museum belicht niet enkel de Mariadevotie, de bedevaart, de figuur van Benedictus en de diverse aspecten van het kloosterleven”, zegt Koenraad De Wolf. „Ook de neogotische muurschilderingen van Louis Bert de l’Arbre uit het einde van de negentiende eeuw komen er ten volle tot hun recht. Voorts bevinden zich werken in de ‘schatkamer’ en in de pandgang zijn schilderijen uit de zeventiende en de achttiende eeuw te bezichtigen. Een van de troeven van het museum is ongetwijfeld ook het gebruik van Airtex, hoogtechnologisch materieel om foto’s af te beelden. Dat is nieuw in België.”
Sinds begin deze maand is het HuGe Museum toegankelijk voor het grote publiek. Voor wie niet tot in Hunnegem raakt, is er de tweehonderd bladzijden tellende monografie Hunnegem. Het kloppende hart van Geraardsbergen In de toekomst hopen de initiatiefnemers dat het museum kan worden opengehouden door vrijwilligers. Daartoe wordt nog gewerkt aan een structuur.
Groepen kunnen het HuGe Museum in Hunnegem (Gasthuisstraat 100) bezoeken na afspraak met Koenraad De Wolf via 0498 08 81 61.