Wat je van huizen kan leren over het begrijpen van de tijd
Het idee komt uit een boek dat niet geschreven is door een architect, maar door de Amerikaanse schrijver, internetpionier, milieupionier en futuroloog Stewart Brand.
Tijd: de vergeten dimensie van gebouwen
Gebouwen overleven hun bewoners. Maar die stabiliteit is bedrieglijk, zegt Brand. Gebouwen veranderen voortdurend. Alleen hebben architecten daar weinig aandacht voor. Zij werken vooral op het initiële ontwerp. Wat bewoners achteraf met hun huis doen, is voor architecten vaak een vervelende bijkomstigheid. Ten onrechte, vindt Brand.
Tijdens de levensduur van een gebouw geven eigenaars meer uit aan renovatie dan aan de originele constructie.
Daarom de tegendraadse uitgangsvraag: Hoe gebouwen leren: wat gebeurt er met ze nadat ze gebouwd zijn?
6 tijdslagen van een gebouw
Van de Britse architect Frank Duffy ontleent Brand een interessante kijk op de tijdsdimensie van gebouwen.
Gebouwen bestaan niet. Welbeschouwd bestaan alleen bouwlagen met een verschillende levensduur.
- Plaats (site): de geografische ligging en het perceel waarop het gebouw staat.
Levensduur: eeuwig. - Structuur (structure): de funderingen en dragende muren en structuren.
Levensduur: 30 tot 300 jaar. - Gevels (skin): alle buitenoppervlakken van het gebouw.
Levensduur: 20 jaar. - Leidingen (services): de werkende ingewanden van een gebouw: elektrische bedrading, loodgieterij, ventilatie, lift…
Levensduur: 7-15 jaar. - Plattegrond (space plan): de onderverdeling van het interieur: niet-dragende wanden, plafonds, vloerbekleding, deuren… In commerciële ruimtes is de levensduur soms maar 3 jaar. Rustige huizen wachten wel 30 jaar.
Levensduur: 3-30 jaar. - Inboedel (stuff): stoelen, tafels, muurdecoratie, keukentoestellen, lampen… Omdat ze mobiel zijn, kunnen ze dagelijks of maandelijks van plaats veranderen.
Levensduur: dagen tot maanden.
Hoe gebouwen menselijk en geliefd worden
Brand onderzoekt met voorbeelden en foto’s hoe gebouwen veranderen in de tijd. De vraag die hem drijft is: Wat maakt gebouwen menselijk en bemind door hun bewoners?
Wat gebouwen geliefd maakt, is ouderdom + aanpassing. We vinden een huis mooi als het geleerd heeft van zijn bewoners.
Sommige gebouwen groeien gracieus mee met hun bewoners. Met de tijd krijgen ze een almaar menselijker gelaat. Maar andere gebouwen knellen al bij de oplevering. Dat heeft onder andere te maken met de manier waarop tijdslagen in een gebouw op elkaar inwerken.
Architecten ontwerpen gebouwen het beste zo dat de tijdslagen onafhankelijk van elkaar kunnen evolueren.
Wat je beter niet doet, is afvoerbuizen in de betonnen fundering gieten of leidingen verbergen in binnenmuren. Het vermindert de aanpasbaarheid van je huis en verhoogt zijn zelfdestructiviteit.
Gelaagde tijd is overal
Wat het idee van de 6 tijdslagen in gebouwen zo aantrekkelijk maakt, is de herkenbaarheid. Wie kijkt er niet graag naar toen-en-nu foto’s van stadsgezichten? Maar de herkenbaarheid gaat verder dan architectuur.
Van individuele mensen tot organisaties, van technologieën tot samenlevingen, overal kan je tijdslagen zien met verschillende veranderingssnelheden. Van de dagelijkse rage tot de eeuwigheid.
Meer lezen
Stewart Brand. How Buildings Learn: what happens after they’re built. Penguin Books, 1994, ISBN 9780140139969, 243 pagina’s.