Jack Kerouac en de cultroman met christelijke achtergrond
In de maanden voor zijn dood keerde Jack Kerouac (1922-1969) terug naar het christelijke geloof uit zijn jeugd dat hij nooit echt was kwijtgespeeld. Naar eigen zeggen hield elk gebed hem even weg van zijn zelfdestructieve gedrag. Zijn geloof was onlosmakelijk verbonden met zijn moeder Gabrielle-Ange, en met de dood van zijn oudere broer Gerard, die op 9-jarige leeftijd stierf aan reumatische koorts. Zijn devote moeder trok zich na de dood van haar zoon nog verder terug in haar geloof, zijn vader Léo-Alcide zwoer geen voet meer in een kerk te zetten en verloor zichzelf in drinken en gokken.
De dood van zijn oudere broer maakte een verpletterende indruk op de jonge Jack, die later zou zeggen dat Gerard hem als een beschermengel bleef volgen. Hij schreef er ook een boek over: Visioenen van Gerard.
Eén lange rol
In 1951 — hij was toen 29 — schreef Kerouac het autobiografisch boek dat hem beroemd zou maken: On the road. Het hoofdpersonage Sal Paradise (de naam lijkt geen toeval) zwerft samen met zijn vriend Dean Moriarty doorheen de Verenigde Staten, liftend of in gestolen auto’s. Kerouac tikte een eerste versie van het boek in drie weken uit op één lange rol van aan elkaar geplakte stukken papier, zodat hij vrijuit kon blijven schrijven, zonder te worden onderbroken door papier te laden. Ook door eten of slapen liet hij zich amper afleiden: zijn vrouw zorgde voor de gestage aanvoer van koffie en pepmiddelen. Het resultaten van drie weken fanatiek schrijven was een rol papier van 37 meter lang, zonder hoofdstukken of paragrafen – het werd een museumstuk.
Geen enkele uitgever zag er iets in. Kerouac moest zes jaren leuren met het manuscript, maar opeens ging het snel. Eén lyrische recensie in de New York Times maakte van Kerouac een fenomeen, zijn boek werd de bijbel van de beat generation uit de jaren 50, hijzelf de aanvoerder van de beat poets, samen met Allen Ginsberg en William S. Burroughs. Nog altijd kleeft aan On the road de connotatie van een schandaalboek over een ongeremd, amoreel leven, terwijl het volgens Kerouac gewoon het verhaal was van ‘twee christelijke jongens die door het land zwerven op zoek naar God, en die hem ook vonden’. Wie het boek leest, kan er zijn bedenkingen bij hebben, en die waren er ook al tijdens Kerouacs leven – soms leek Kerouac met zijn geloof te koketteren. En toch waren alle recensenten het er van in het begin over eens dat dit niet zomaar een rauwe road novel was.
‘Een queste naar geloof en levensbeschouwing’, luidde het al in die eerste cruciale recensie die de Kerouac-hype deed ontbranden.
‘Het boek is eigenlijk een innerlijke reis, een eigenlijke reis naar binnen toe’, meende een andere recensent.
Religieus verlangen
Kerouac biograaf Douglas Brinkley zou schrijven: ‘On the road is verkeerd begrepen als een verhaal van vrienden die op zoek gaan naar kicks, maar we moeten Kerouac in de eerste plaats blijven zien als katholiek auteur.’ De Nederlandse recensent T. van Deel schreef: ‘Onder het harde oppervlak schuilt een romantisch, soms sentimenteel levensgevoel, en een religieus verlangen naar kennis omtrent de waarheid.’
In Kerouac latere boeken, waarvan geen enkele het niveau van On the road nog benaderde, schreef hij expliciet over zijn spirituele zoektocht. In Big Sur (1962) trekt hij zich enkele dagen terug in een boshut, in Desolation Angels (1965) beschrijft hij een verblijf van twee maanden als boswachter in een natuurgebied, waarbij hij putte uit zijn dagboeknotities. Op zowat elke bladzijde van dat dagboek waren gebeden en christelijke symbolen te zien.
Link met Thomas Merton
Meer dan eens wordt Kerouac gelinkt aan monnik en mysticus Thomas Merton (1915-1968). Kerouac las Merton, beiden kenden elkaar — zij het niet persoonlijk —, en hadden ook heel wat gemeen. Zo studeerden ze aan dezelfde universiteit. Toen Kerouac aan de Columbia University aankwam met een sportbeurs, studeerde Merton er net af. Ze volgden er dezelfde literatuuropleiding; hun docent zou zich later inzetten om zowel het werk van Kerouac als Merton gepubliceerd te krijgen. Beiden groeiden op in een deels Franstalig milieu: Kerouac woonde een tijdje in Canada, Merton verbleef met zijn vader in Frankrijk. Ook een treffende gelijkenis: beiden maakten al jong kennis met de dood. Mertons moeder stierf toen hij zes was en allebei verloren ze hun vader op relatief jonge leeftijd. De jongere broer van Kerouac overleed toen hij vier was, de jongere broer van Merton keerde niet terug van een missie in de Tweede Wereldoorlog.
Zowel Kerouac als Merton waren aangetrokken door het boeddhisme en oosterse mystiek.
Jack Kerouac stierf op 47-jarige leeftijd aan de gevolgen van buitensporig alcoholgebruik. Tijdens zijn begrafenis in Lowell, Massachusetts, verwees de priester naar een Bijbelpassage over de Emmaüsgangers: ‘De twee leerlingen zeiden tegen elkaar: Had jij onderweg ook al zo’n bijzonder gevoel? Er was iets toen hij met ons praatte en de heilige boeken uitlegde.’ (Lucas 24:32, Bijbel in Gewone Taal, 2014)