‘Jezuïeten willen een andere vorm van leiderschap tonen’
Op 31 juli, feestdag van Ignatius van Loyola, de stichter van de sociëteit van Jezus, treedt pater Marc Desmet aan als de nieuwe regionale overste van de Nederlandse en Vlaamse jezuïeten. Dat betekent ook het einde van zijn lange loopbaan als palliatief arts.
In april verscheen op Kerknet Rozen van barmhartigheid, een film van Leo De Bock over het werk van Marc Desmet (63) als palliatief arts in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Die lokte heel wat reacties uit. „Alsof mensen nu pas begrijpen wat palliatieve zorg is”, zegt pater Desmet. „De beelden werden vlak vóór de lockdown gemaakt, mijn laatste dagen als arts in normale omstandigheden. De beoefening van de geneeskunde loslaten doe ik niet graag.”
– Wat neemt u mee uit uw loopbaan als arts naar uw nieuwe taak als regionale overste?
Door mijn werk in het ziekenhuis functioneerde ik wat in de marge van de Sociëteit van Jezus. De jongste jaren pas nam ik meer interne taken op door overste te worden van mijn communauteit in Leuven. Toch werd ik als palliatief arts al jaren voorbereid op mijn nieuwe taak.
Een regionale overste moet immers de eindbeslissing nemen in een proces van samen onderscheiden. Als palliatief arts moest ik dat voortdurend doen. Je overlegt en vraagt je medewerkers naar hun kijk op een situatie om je eigen blik te verruimen, maar uiteindelijk moet jij finaal beslissen. Ik wil nu sterk inzetten op die gezamenlijke onderscheiding. Als jezuïeten willen we immers een andere vorm van leiderschap tonen dan we zo vaak te zien krijgen in de wereld. Leiderschap moet niet in dienst staan van het ‘ik’, maar van het ‘wij’. In dat ‘wij’ willen we als religieuzen ook uitdrukkelijk ons hele ignatiaanse netwerk betrekken.
Een overste wijst ook een concrete zending toe aan elke jezuïet, die daarbij wordt gevraagd zich helemaal open op te stellen, zodat de overste hem de beste zending kan geven. Als arts leerde ik in mijn contacten met patiënten en familie respectvol te luisteren.
– Van onderscheiding naar Pinksteren. Wat betekent dat feest van de Heilige Geest voor u?
Op Hemelvaart verdwijnt Jezus op een bepaalde manier voorgoed uit het midden van de leerlingen, na een periode waarin Hij geregeld aan hen verscheen. Vergelijk het met een rouwproces. Als arts hoorde ik vaak mensen vertellen dat ze een dierbare overledene een tijd na het overlijden op een levendige manier konden ervaren. Op een gegeven moment stopt dat en is die persoon echt weg. Vervolgens zitten de leerlingen samen – opnieuw als ‘wij’ – te wachten op iets nieuws dat eraan zit te komen, maar dat ze nog niet kennen. Dat is Pinksteren en dat is meteen ook wat wij als jezuïeten en medewerkers beleven in onze gezamenlijke onderscheiding.
– Bewerkte de Heilige Geest ook van die onvermoede [node:field_streamers:0] dingen in uw eigen leven?
Ja, kijk maar naar wat me nu overkomt. Bij ons wordt een kandidaat-overste voorgedragen door de gemeenschap. Je kunt je daar niet zelf kandidaat voor stellen. Enkele jaren geleden kreeg mijn persoonlijke gebedsleven een stevige impuls. Dat was een soort doopsel in de Geest, kun je zeggen. Ik voelde toen al dat ik op iets werd voorbereid, maar wist nog niet wat. En dan moet je weten dat ik er als jonge man eerst alles aan deed om geen jezuïet te worden. Priesterschap kwam wel al bij me op in het middelbaar, maar ik wilde dat helemaal niet en ging geneeskunde studeren. Tijdens mijn studies kwam die gedachte dan toch weer bovendrijven. Uiteindelijk deed ik na een retraite de stap. Ik bleef altijd worstelen. Nu word ik zowaar nog regionale overste ook. God gaat zijn eigen weg met ons. Mooi is dat.
– Welke weg gaat God met de jezuïeten in Vlaanderen volgens u?
In 2018 legde de sociëteit, na een lang onderscheidingsproces, vier grote zendingsdoelen vast. Daaraan willen we ook hier werken. De arme en verstoten mens nabij zijn is er een van. Dat zal onder meer vorm krijgen in ons nieuwe project INTELSOC, met als speerpunten detentie en migratie. In dat sociale initiatief willen we een intellectuele en pastorale component integreren. Met ons schoolnetwerk CEBECO gaan we dan weer een nieuwe school oprichten in Sint-Jans-Molenbeek, een symbolische plek in onze samenleving. We zullen er ook technisch en beroepsonderwijs aanbieden. Zo koppelen we onderwijs en sociale rechtvaardigheid aan elkaar.
– Ondanks die nieuwe projecten wordt ook jullie gemeenschap almaar ouder. Hoe gaan jullie daarmee om?
Je kunt dat jammer vinden, of je kunt het net bekijken als een deel van onze zending. Onze bejaarde confraters hebben inderdaad een eigen zending. Het treft me hoe zij voor elkaar zorgen en elkaar dragen. In Heverlee gebeurt dat bovendien in een omgeving waar ook veel studenten verblijven. In een samenleving met veel ouderen geven onze bejaarde jezuïeten zo een getuigenis over waardig ouder worden en zorg dragen voor elkaar.
U kunt Rozen van barmhartigheid bekijken op www.kerknet.be/rozenvanbarmhartigheid.