‘Jezus reikt altijd de hand’ ~ paus Franciscus
Geliefde broers en zussen, goedendag!
In de Handelingen der Apostelen wordt de verkondiging van het Evangelie niet alleen toevertrouwd aan woorden, maar ook aan concrete daden die getuigen van de waarheid van de boodschap. Het gaat over wonderbare tekenen (Hnd 2,43) die door de apostelen werden verricht ter bevestiging van hun woord en als aanduiding dat zij in naam van Christus optreden. Zo gebeurt het dat de apostelen bemiddelen en dat Christus werkt, de Heer werkte met hen mee (Mc 16,20). De vele tekenen en wonderdaden die de apostelen hebben gedaan waren eigenlijk openbaring van de godheid van Jezus.
Ontstaan van geloof
Vandaag staan we voor het eerste genezingsverhaal, een wonder, in het boek der Handelingen. Het heeft een duidelijke missionaire bedoeling, gericht op het ontstaan van geloof. Petrus en Johannes gaan in de tempel, hart van de geloofservaring van Israël, bidden. De eerste christenen waren nog zeer gehecht aan de tempel. De eerste christenen baden in de tempel van Jeruzalem. Lucas noteert ook het uur: het negende uur, om drie uur in de namiddag.
Op dat ogenblik werd een offer gebracht, een brandoffer, als teken van de verbondenheid van het volk met zijn God.
Het is ook het uur waarop Christus is gestorven door zichzelf eens voor altijd te offeren (Heb 9,12; 10,10). Bij de schone poort zien zij een bedelaar, een van kindsbeen af verlamde man. Waarom was die man daar bij de poort? Omdat de wet van Mozes (cfr Lev 21,18) verbood dat iemand met fysieke tekortkomingen – begrepen als gevolg van zonde - offers kon brengen.
Herinneren we ons dat in verband met een van zijn geboorte blinde man het volk aan Jezus de vraag stelde: Wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd? (Joh 9,2). In die opvatting lag aan de oorsprong van een misvorming altijd een schuld. En als gevolg daarvan werd hen zelfs de toegang tot de tempel ontzegd.
Altijd in relatie
De kreupele — verwijzing naar de vele uitgesloten en afgeschreven mensen in de samenleving — was daar om, zoals elke dag, een aalmoes te vragen. Hij mocht niet binnen en bleef dus bij de poort.
Dan gebeurt iets onverwachts: Petrus en Johannes komen er aan en er ontstaat een spel der blikken.
De kreupele kijkt naar de twee om een aalmoes te vragen. De apostelen kijken hem aan met de uitnodiging hen op een andere wijze te bekijken, om een ander geschenk te krijgen. De kreupele kijkt hen aan en Petrus zegt hem: Zilver of goud heb ik niet, maar wat ik heb, geef ik u. In de naam van Jezus Christus de Nazoreeër: gebruik uw voeten! (Hnd 3,6). De apostelen hebben een relatie aangegaan, want dat is de uitverkoren wijze waarop God zich openbaart, in relatie, altijd in dialoog, altijd in verschijningen, altijd met de inspiratie van het hart: het zijn altijd relaties van God met ons.
Het gebeurt bij middel van een werkelijke ontmoeting van personen die alleen in liefde kan gebeuren.
De houding van de levenden
De tempel was niet slechts een godsdienstig centrum, maar ook een plaats van economische en financiële handel. Tegen deze ontaarding waren de profeten en ook Jezus meermaals opgetreden (cfr Lc 19,45-46).
Vaak denk ik hieraan als ik een parochie ontmoet die meer belang hecht aan het geld dan aan de sacramenten!
Asjeblieft! Arme kerk. Laten we de Heer dit vragen. Die bedelaar vindt bij zijn ontmoeting met de apostelen geen geld maar de Naam die de mens redt: Jezus Christus de Nazoreeër. Petrus roept de naam van Jezus aan en geeft de lamme het bevel recht te staan, de houding van de levenden: rechtop en hij raakt deze zieke aan, dat wil zeggen, neemt hem bij de hand en helpt hem rechtop. In dit gebaar ziet de heilige Johannes Chrysostomus een beeld van de verrijzenis (Preken bij de Handelingen der Apostelen, 8). Dit is het beeld van de Kerk. Zij ziet wie in nood is, sluit de ogen niet, kijkt de mensheid in de ogen om betekenisvolle relaties te stichten, bruggen van vriendschap en solidariteit in plaats van muren.
Zo verschijnt het gelaat van een Kerk zonder grenzen die zich moeder van allen weet (Evangelii Gaudium, 210), die bij de hand neemt, nabij is om op te richten – niet om te veroordelen.
Met ieder van ons
Jezus reikt altijd de hand, altijd helpt Hij opstaan, om zo mensen te genezen zodat gelukkig wordt wie God ontmoet. Het gaat om de kunst van de begeleiding die als kenmerk heeft dat zij met omzichtigheid de heilige grond van de ander benadert. We moeten op onze weg een heilzaam ritme aanhouden, d.w.z. nabij zijn met een respectvolle blik vol medeleven, maar dan een die tegelijkertijd geneest, bevrijdt en aanmoedigt om te groeien in het christelijk leven (ibid., 169).
Dat doen de twee apostelen met de kreupele: ze zien hem, ze zeggen kijk naar ons, ze reiken hem de hand, ze doen hem opstaan en genezen hem. Zo handelt Jezus met ieder van ons.
Laten we dit bedenken op moeilijke momenten, op ogenblikken van zonde, in tijden van droefheid. Het is Jezus die ons zegt: Kijk naar Mij, Ik ben hier!. Laat ons de hand van Jezus grijpen en laten we ons door Hem oprichten.
De ware rijkdom
Petrus en Johannes leren ons niet te betrouwen op de middelen, ook al zijn die nuttig, maar op de ware rijkdom en dat is de relatie met de Verrezene. Inderdaad, – zoals de heilige Paulus zegt – wij zijn berooid en maken velen rijk, haveloos en de wereld is van ons (2Kor 6,10). Heel ons bezit is het Evangelie dat de kracht van de naam van Jezus toont die wonderen doet.
En wij – ieder van ons -, wat bezitten wij?
Wat is onze rijkdom, wat is onze schat?
Waarmee kunnen we anderen rijk maken? Vragen we aan de Vader een dankbaar geheugen om de weldaden van zijn liefde in ons leven te herinneren en zo voor allen te getuigen van lof en dankbaarheid. Laten we nooit vergeten: altijd de hand reiken om de ander op te richten. Het is Jezus hand die door middel van onze hand de anderen helpt op te staan.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc