Jonge priester Stijn Vanhee: ‘Kies alsjeblieft iemand anders’
Stijn Vanhee (1988) werd op 8 september 2019 in een volle Sint-Willibrorduskerk in Middelkerke tot priester gewijd. Vandaag, bijna twee jaar later, kan hij zeggen dat het goed voelt om priester te zijn.
Toen in het vierde middelbaar de vraag in mij opkwam of ik misschien priester zou worden, duwde ik die snel weer weg. Ook 2 jaar later, bij het overwegen van mijn studiekeuze, schoof ik de gedachte aan de priesteropleiding voor me uit. Ik vatte ingenieursstudies aan en heb vervolgens 3 jaar in het werkveld gestaan. Na het eerste anderhalf jaar veranderde ik van job en kreeg ik meer tijd voor geloofsverdieping. Ik woonde bijna dagelijks de eucharistie bij en las wat meer geestelijke boeken. In het derde jaar van mijn loopbaan ging ik door een moeilijk periode: ik besefte dat ik dit werk niet heel mijn leven wilde doen. Daklozen in Brussel leden onder de vrieskou terwijl ik voor een rijkere middenklasse een tweede verblijf aan zee aan het uittekenen was. Dat wrong. Ik deed in die periode ook een 33-daagse toewijding aan Maria. Daardoor zag ik in dat ik altijd alles het liefst zelf in de hand wilde hebben, wat desondanks niet scheen te lukken.
Ik realiseerde me dat God beter weet dan ik hoe ik echt gelukkig kan worden. Ik besloot mijn toekomst in zijn handen te leggen, via Maria.
In diezelfde periode vroeg een priester me aan te sluiten bij het christelijke leerhuis, waar onder andere het roepingsverhaal van Mozes aan bod kwam. Ik herkende me daar helemaal in: God, ik ben geen goede spreker, kies alsjeblieft iemand anders. Maar God antwoordde: Ik heb jou nodig, Ik zal je de nodige hulp sturen. Zo is in de maanden na de toewijding aan Maria beetje bij beetje alles duidelijk geworden.
Mee dankzij ontmoetingen met blije, gelukkige priesters die me toonden dat het priesterschap niet gewoon een ‘offer’ is, heb ik de stap naar het seminarie durven te doen.
Bruggen slaan
Sinds november ben ik medepastoor in de pastorale eenheid Sint-Donatianus in Brugge, waar ik warm werd onthaald. Ondanks de coronamaatregelen heb ik het toch redelijk druk. Terwijl in de eerste lockdown veel zaken on hold werden gezet, lopen de meeste zaken nu wel online door, zoals bijvoorbeeld vormselcatechese en huwelijksgesprekken. We kiezen er in de parochie ook voor om iedere week een woordje op te nemen bij de lezingen van de dag. Ik verwacht dat digitale communicatiemiddelen een belangrijke rol zullen spelen in de pastoraal van de toekomst. Kijk maar naar Amerika, waar gelovige podcasts populair zijn. Maar de eerste en grootste uitdaging voor mijn parochie – en de kerk in het algemeen – is aansluiting vinden bij de ‘gewone’ mensen, bij hen die ver van de kerk en de traditie staan. Hoe kunnen we een brug slaan naar hen?
Roeping is tastend zoeken naar een verlangen dat God al in je heeft gelegd.
Een beetje zoals JohnHenry Newman het zo mooi verwoordt in zijn gedicht Lead, Kindly Light: zoeken naar het lichtje in de mist. Er zit ook altijd een sprong in, een keuze. Ik denk dat, naast de geloofscrisis, de angst voor definitieve engagementen een van de voornaamste oorzaken is voor de roepingencrisis vandaag. Nochtans ervaar je vaak pas na het maken van de keuze rust, vreugde en bevestiging. Ik zou aan zoekende jongemannen willen meegeven dat ze niet bang moeten zijn om in gesprek te gaan met inspirerende priesters of de sprong naar het seminarie te wagen. Die sprong is nog niet de definitieve keuze!