Juichen als kampioenen
Tom Steensels traint en begeleidt twaalf jonge judoka’s met een beperking
„G-judo is voor mij meer dan een passie”, zegt Tom Steensels, coach van judoclub Meeuwen-Gruitrode. „Het is een dieper gevoel. In de lach van een kind ervaar ik Gods aanwezigheid. Een vonk die me kracht geeft als christen.”
Drie avonden per week omgordt Steensels trots zijn zwarte gordel. Nu nog tweede dan, maar in april rolt hij met wat trek- en duwwerk wellicht naar derde dan. Al 22 jaar staat hij op de judomat, de tatami. Stoere jongen, brede schouders, afgetraind lichaam, maar met een peperkoeken hart. Zeven jaar geleden raakte hij gecharmeerd door Noa, een jongen van vijf met het syndroom van Down die dolgraag judo wilde leren. Het begin van een mooi verhaal voor kinderen en jongeren met een beperking. Vandaag traint en begeleidt Tom Steensels twaalf G-judoka’s. Niet in een afzonderlijke groep, maar vanaf dag één geïntegreerd in vier reguliere groepen. Een verrijking voor iedereen, zo blijkt.
„Inclusief sporten is niet vanzelfsprekend”, geeft Steensels meteen toe. „Toen Noa begon, hadden de meeste kinderen nog nooit iemand met een beperking gezien. Niemand in de club had de vereiste opleiding of wist hoe te reageren in bepaalde situaties. Noa is een lieve jongen en knuffelt bijvoorbeeld graag. Voor sommige kinderen was dat even schrikken en ook ouders stelden zich daarbij vragen. De aanvaarding kwam er evenwel snel, ook toen Esparanza, een meisje met een verstandelijke beperking, en enkele kinderen met autisme zich bij de club aansloten. Respect en discipline zijn gouden regels in het judo.”
Deskundigen pleiten al langer ervoor personen met een beperking te integreren in reguliere groepen. Scholen slagen daarin al een tijdje. In sportclubs is dat veeleer een moeilijke evenwichtsoefening, merkt Steensels op. „Ze vinden het allemaal sympathiek, maar in de praktijk is de stap duidelijk [node:field_streamers:0] te groot. Ik ben ervan overtuigd dat met wat inspanning veel zou lukken. Maar mijn grote drijfveer is het geloof. Ik zet me graag in voor de zwakkeren in onze samenleving. Ik ambieer geen grote dingen. Soms een steen verleggen, volstaat vaak. Ik ben blij dat de club mij daarin volgt.”
Een jaar na Noa’s komst behaalde Steensels het diploma begeleiden van judoka’s met een beperking. De ervaring leerde hem veel. G-judoka’s trainen probleemloos mee met de andere kinderen en proberen de lat almaar hoger te leggen. Respect en discipline helpen bovendien bij hun algemene ontwikkeling. Reguliere sporters leren dan weer op jeugdige leeftijd omgaan met kinderen die anders zijn.
En de knuffels? „Die blijven”, lacht Steensels. „In toernooien zien we vaak dezelfde mensen. Er volgen wel twintig knuffels. Tijdens wedstrijden is er ook geen besef van winst of verlies, onze G-judoka’s juichen altijd. De armen gaan na elke wedstrijd omhoog. Bij de ceremonie ontvangen ze een medaille, een trofee of een zak met gadgets. Hun geluk is amper te beschrijven. Ze juichen alsof ze wereldkampioen zijn. Daar geniet ik van. Net als bij de grote optocht van de Special Olympics, overigens. Het publiek juicht onze G-sporters enthousiast toe. Je merkt dan hun blijdschap en ik begrijp dat gevoel ook. Ze betekenen iets. Telkens een emotioneel moment.”
Sinds 2016 organiseert de Meeuwense club een groot internationaal judotoernooi. Tijdens de zogenoemde Trofee van de Donderslag betreden meer dan duizend judoka’s uit Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Israël en zelfs Litouwen de judomatten om het tegen elkaar op te nemen. Ook G-judo krijgt daarin een plek. Begin vorige maand namen maar liefst 150 G-judoka’s deel aan het toernooi. „Noa presteerde er sterk,” zegt Steensels, „maar dat is bijzaak. Verloren of gewonnen, gejuicht werd er.”