En als de klas nu eens op reis ging naar … een abdij?
In januari gaat opnieuw een opleiding tot bezinningsbegeleider van start. Niet alleen leerkrachten maar ook mensen buiten het onderwijs kunnen die volgen. De deelnemers leren om groepen jongeren te begeleiden in hun levensbeschouwelijke groei. En daar is nood aan, merkt lesgeefster Kristin Wouters. Zeker wanneer scholen hun bezinning in een abdij of klooster organiseren, stellen jongeren zich makkelijk open. Door corona is de eenzaamheid en zingevingscrisis groter dan ooit.
Enkele jaren geleden zei Brusselaar Benoît Hovelaque (44), vader van 3, zijn baan als personeelsverantwoordelijke bij een supermarktketen op om meer te leven vanuit zijn geloof en daarvan ook in zijn werk te getuigen. Een gesprek.
Wat deed je besluiten om de sprong te wagen?
Benoît Hovelaque • Die carrièreswitch zat er al een hele tijd aan te komen, merk ik als ik erop terugkijk. Na mijn diploma romaanse talen haalde ik uit pure interesse nog een diploma rechten. Ik ging aan de slag als advocaat. Maar ik merkte al gauw dat het louter juridische me niet zozeer boeide. Ik wilde meer met mensen bezig zijn. Zo kwam ik op de personeelsdienst van Colruyt terecht, en vandaar op nog minder juridische opdrachten zoals bijvoorbeeld teamontwikkeling.
Ik kon aan een 3-jarige opleiding tot lifecoach beginnen terwijl ik nog voltijds werkte. Daarna kon ik me deeltijds als zelfstandige vestigen als coach voor mensen die zichzelf beter willen leren kennen, naast een opdracht in het onderwijs.
Je koos ervoor om godsdienst te gaan geven. Waarom?
Ik had even goed Frans of een juridisch vak kunnen geven, maar in het vak godsdienst kan ik veel meer inzetten op wat ik zo graag met jonge mensen wilde delen: het onderzoeken van je eigen geloofsweg.
Zelf heb ik veel goede herinneringen aan mijn godsdienstleerkrachten van vroeger.
Ze deden me groeien, op persoonlijk én op levensbeschouwelijk vlak. Die twee gaan samen. Ik had ook veel zin om te werken aan mijn eigen geloofsgroei. De opleiding aan de KU Leuven (tot godsdienstleerkracht) bood daar alle kansen toe.
Voor de duidelijkheid: het vak godsdienst is niet hetzelfde als catechese. Het is niet de bedoeling om de leerlingen te bekeren. Wel kan ik de jongeren de christelijke traditie aanbieden als een bron van kennis en een spiegel om hun eigen levensbeschouwing te onderzoeken.
Je zegt dat je zelf ook je weg nog volop aan het zoeken was. Vertel eens?
Ik ben gelovig opgevoed, maar op een bepaald moment is het wat weggedeemsterd. Het was tijd om de draad terug op te nemen.
Een van de dingen die me sterk bijblijven van de opleiding, is dat je mag twijfelen.
Meer zelfs, dat twijfel voedend kan zijn voor je geloof. Lang dacht ik het tegenovergestelde: ofwel geloof je, ofwel niet. Maar het is geen zwart-wit-verhaal. Mijn motto is nu: Ik twijfel, daarom geloof ik.
Met de opleiding tot bezinningsbegeleider ga je nog verder. Waarom?
Je zou het een mix kunnen noemen van mijn twee hoofdbezigheden als lifecoach en godsdienstleraar. Op een meerdaagse bezinning in een abdij kun je op vlak van groei zoveel meer bereiken dan in een klas. Er hangt een heel andere sfeer, ver weg van toetsen en allerlei afleiding. Het getuigende aspect kan veel meer aan bod komen.
Waarvan wil je precies getuigen?
Ik wil iets meegeven van betekenis zonder de betekenis zelf te willen voorschotelen. Ik stel graag vragen en roep ze graag op met leerlingen. Ze hunkeren naar betekenislagen in het leven, naar zingeving.
Gek eigenlijk, hoe minder geloof er is, hoe meer hunker.
Je moet niet onderschatten hoe zwaar de rugzak van veel leerlingen is. Hoe jong ze ook zijn, ze hebben vaak al veel meegemaakt. Een bekende oefening die ik vaak gebruik, is het tekenen van je levenslijn. Bij je geboorte sta je bovenaan je geluksladder. Welke ups en downs ben je nadien tegengekomen? Als leerlingen hun grafiek voorstellen, komt er al heel veel los.
Als begeleider probeer ik hen in de rand van deze oefeningen twee belangrijke kapstokken mee te geven:
- hulp vragen, mag. Probeer niet al je issues alleen op te lossen. Zoek iemand met wie je hierover ook na deze bezinningsdagen in gesprek kan gaan.
- vorm een sterke groep en steun elkaar
Hoe probeer je de christelijke bronnen daarin te laten spreken?
In zo’n bezinning komen 3 dimensies aan bod: ik (de leerling), de ander (verbondenheid) en de Ander (het mysterie).
De plek zelf – als we in een abdij of klooster zijn – helpt enorm om die laatste dimensie binnen te brengen. De leerlingen beluisteren het getuigenis van een broeder of zuster over hun levenskeuze, iets wat hen sterk uitdaagt om over hun eigen keuzes na te denken.
Heel vaak geven ze aan dat hun mening over het religieuze leven sterk bijgesteld is!
De leerlingen krijgen ook de mogelijkheid een eucharistie of getijdengebed bij te wonen, wat velen doen, zelfs al moeten ze er vroeger voor opstaan. Daarnaast werken de leerlingen soms zelf een bezinning uit, bijvoorbeeld rond de opdracht om een ‘sorry’ of ‘dankje’ te formuleren. En uiteraard werken we ook met Bijbelteksten.
Zitten abdijbezinningen in de lift?
Daar lijkt het wel op. De scholen die erop intekenen, blijven komen en er zijn voortdurend nieuwe aanvragen.
In ieder geval kan ik de opleiding sterk aanraden voor al wie graag met groepen jongeren en zingeving werkt. Ook voor jezelf is het een deugddoende leerschool. Een structureel probleem is wel de verloning van bezinningsleiders, waardoor de meesten het zoals ik in bijberoep doen.
Meer weten
De opleiding tot bezinningsbegeleider (11 sessies) wordt ingericht door Katholiek Onderwijs Vlaanderen en gaat van start in januari. Inschrijven kan tot 23 december.