Laten we niet vergeten: God betaalt veel meer dan de mensen!
Geliefde broers en zussen, goedendag!
De evangeliepassage van vandaag toont ons Jezus in de woning van een van leiders van de farizeeërs, met de bedoeling nauwlettend toe te kijken hoe de genodigden aan de maaltijd zich reppen om de eerste plaatsen te kiezen. Een tafereel dat we al vaak gezien hebben: trachten de beste plaats te nemen, zelfs met behulp van ellebogenwerk. Bij het zien van dit gebeuren vertelt Jezus twee korte parabels waarmee Hij twee aanduidingen geeft: een betreffende de plaats en de andere betreffende de beloning.
De waarde van de nederigheid
De eerste gelijkenis speelt zich af op een bruiloftsmaal. Jezus zegt: Wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt genodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats. Het zou kunnen zijn dat er door uw gastheer iemand is uitgenodigd die voornamer is dan gij, en dat degene die u en hem genodigd heeft u komt zeggen: Sta uw plaats aan hem af… Maar wanneer ge ergens genodigd wordt, ga dan op de minste plaats aanliggen (Lc 14,8-9).Met deze aanbeveling wil Jezus geen norm van sociaal gedrag geven, maar een les over de waarde van de nederigheid. De geschiedenis leert dat hoogmoed, arrivisme, ijdelheid, pronkzucht, de oorzaak van veel kwaad zijn.
Jezus helpt ons de noodzaak verstaan om de laatste plaats te kiezen, dat wil zeggen te kiezen voor de kleinheid en verborgenheid met andere woorden: de nederigheid.
Als we tegenover God deze houding van nederigheid aannemen, dan verheft God ons, Hij buigt zich naar ons toe om ons bij Zich op te tillen; Want al wie zichzelf verheft zal vernederd en wie zichzelf vernedert zal verheven worden (v. 11).
Het eeuwige lkeven als beloning
De woorden van Jezus beklemtonen totaal tegengestelde en verschillende houdingen: de houding van wie zelf zijn plaats kiest en de houding van wie zich door God de plaats laat aanwijzen en van Hem de beloning verwacht. Laten we niet vergeten: God betaalt veel meer dan de mensen! Hij geeft een veel mooiere plaats dan die welke de mensen ons geven! De plaats die God ons geeft is dicht bij zijn hart en zijn beloning is het eeuwige leven. Gelukkig zult ge zijn – zegt Jezus - Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen (v.14).
De belangeloosheid van de gastvrijheid
Dat is wat in de tweede parabel beschreven wordt, waar Jezus wijst op de houding van belangeloosheid die de gastvrijheid moet kenmerken. Hij zegt het zo: Maar als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn omdat zij het u niet kunnen vergelden (vv. 13-14). Het komt erop aan te kiezen voor de belangeloosheid in plaats van voor de baatzuchtige berekening die een beloning tracht te bekomen en erop uit is zich nog meer te verrijken. Want, de armen, de eenvoudigen, zij die niet meetellen, kunnen de uitnodiging tot de maaltijd niet terug doen. Zo bewijst Jezus zijn voorkeur voor de armen en voor de uitgeslotenen, dat zijn de bevoorrechten in het Rijk van God en zo proclameert Hij de fundamentele boodschap van het Evangelie: het dienen van de naaste om de liefde Gods.
Vandaag geeft Jezus stem aan wie geen stem heeft en richt tot ieder van ons een klare oproep om het hart te openen en het lijden en de angst ons eigen te maken van de armen, van de hongerlijders, van de marginalen, van de vluchtelingen, van de verliezers in het leven, van hen die door de samenleving en door het machtsmisbruik van de sterken worden weggeworpen.
Die verworpenen vormen in werkelijkheid de overgrote meerderheid van de bevolking.
Oefenscholen van de naastenliefde
Op dit ogenblik denk ik met dankbaarheid aan de eetzalen waar talloze vrijwilligers hun dienst verlenen om eenzame, behoeftige, werkloze of dakloze mensen, voedsel te geven. Die eetzalen en andere werken van barmhartigheid – zoals het bezoeken van de zieken, van de gevangenen – zijn oefenscholen van de naastenliefde die de cultuur van de belangeloosheid verspreiden, want zij die zich daar inzetten worden bewogen door de liefde van God en verlicht door de wijsheid van het Evangelie.
Zo wordt het dienen van de broeders getuigenis van de liefde, die de liefde van Christus geloofwaardig en zichtbaar maakt.
Vragen we de Maagd Maria ons elke dag op de weg van de nederigheid te leiden. Zij is heel haar leven nederig geweest. Dat zij ons bekwaam maakt tot belangeloze gebaren van onthaal voor en van solidariteit met de marginale mens en zo de goddelijke beloning waardig te worden.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc