Le tout nouveau testament - wie is de God van Jaco Van Dormael?
Je zou iets moeten schrijven voor Kerknet over Le tout nouveau testament, zei iemand me. Om duidelijk te maken dat christenen toch wel een ander godsbeeld hebben dan de sadistische rotzak die Benoît Poelvoorde als God de Vader zo goddelijk neerzet. Ik kan begrijpen dat de brutaliteit van de rol sommigen schokt.
Maar wie zit er op zo’n stukje te wachten? Liever ga ik in Le tout nouveau testament op zoek naar een God die ik wél herken. En naar de afgoden die ik dankzij de film misschien ontdek in m’n eigen leven. Misschien is de film wel niet zo’n goddeloze komedie als believers én non-believers samen beweren.
Opgelet: onder de trailer verklap ik deels de ontknoping. Je leest het beste pas verder als je de film gezien hebt.
Ik herken in Le tout nouveau testament vrij goed de God waarin ik geloof.
Afgoden roepen het hardst
Maar natuurlijk is dat niet de sadistische rotzak die het luidste van iedereen roept: Je suis Dieu! Wat het luidste roept om goddelijke status is meestal een afgod: prestatie, aanzien, zekerheid, bevrediging, inzicht. Zelfs vormen van godsdienstigheid kunnen een afgod worden als ze God zelf overstemmen. Wat écht is, hoeft niet te roepen.
Afgoden overdrijven
Ik denk niet dat Jaco Van Dormael gelooft in een sadistische God. Daarvoor is het personage van Benoît Poelvoorde te veel een karikatuur. Grappig, maar ongeloofwaardig. Dat is nog zo’n kenmerk van afgoden: ze overdrijven. Enkele voorbeelden. Werken is goed en maakt je vrij, maar overdreven carrièrezucht maakt je tot slaaf. Genieten is goed, maar genotzucht maakt je verslaafd. Religie geeft leven, maar fanatisme doodt.
Afgoden zijn eindig
Nog een reden waarom ik niet geloof dat Jaco Van Dormael echt gelooft in zijn personage van God de Vader: hij laat het slecht met hem aflopen. Ook dat is een kenmerk van afgoden: hun bekoring is van beperkte duur, ze vallen van hun troon, ze verliezen hun macht. Je raakt in hen teleurgesteld en dan verban je ze uit je leven. Jaco Van Dormael verbant op het einde letterlijk zijn afgod.
Wil de échte God opstaan?
Maar de belangrijkste reden waarom ik Le tout nouveau testament niet zo’n goddeloze film vind, is dat Jaco Van Dormael opstand laat uitbreken in het huis van zijn afgod. De dochter van God, gespeeld door Pili Groyne, verzet zich tegen haar sadistische vader.
De échte God van Le tout nouveau testament is een bescheiden, maar verontwaardigd meisje van een jaar of 10 dat de mensen nabij wil zijn.
Een meisje dat mensen beluistert zonder ze te beoordelen. Ook al zijn hun levens stuk voor stuk liefdeloos en levenloos geworden. Luistert naar wat mensen in het diepst van hun hart beroert. Het unieke muziekje in hen opdiept. Ook al horen ze het zelf niet meer door het lawaai van hun kwetsuren, teleurstelling, verveling, angst, routine… Dat mensen confronteert met hun meest intieme levensdroom en hen zo begeestert om de weg van transformatie te gaan. Naar een liefdevoller leven. Ook als ze daarvoor uit het bootje van de norm en de verwachting moeten stappen. Dat is een God die ik herken en geloofwaardig vind.
Zo kan je Le tout nouveau testament ook bekijken als een echt geloofsverhaal: afgoden worden uitgezuiverd en een onverwachte gedaante laat iets oplichten van hoe God écht zou kunnen zijn.
Al moet ik wel toegeven dat het een tegendraadse lezing van de film is waar je wat moeite voor moet doen. Zo is hij misschien niet bedoeld en je kan hem ook helemaal anders zien.